Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[naam 1] ,
[naam 2],
de Staat der Nederlanden(het Ministerie van Financiën, in het bijzonder de Belastingdienst)
1.Het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
U heeft (…) (namens[appellant sub 1]enMw. [appellante sub 2](…)) verzocht om uitstel van betaling voor de aanslagen waarvoor een (pro-forma) beroepschrift is ingediend. Teneinde te kunnen beoordelen of als voorwaarde voor het verlenen van uitstel zekerheid voor de bestreden bedragen geëist moet worden, verzoek ik u mij volledig inzicht te geven in de vermogenspositie van uw cliënten. Ik verzoek u mij de informatie voor1 januari 2010te verstrekken. Als ik voor die datum geen reactie heb ontvangen, zal ik uw verzoek om uitstel van betaling afwijzen.”
DB38” ingevoerd met omschrijving “
BOE:UB4 (beroep)”. Hiermee heeft de Ontvanger opdracht gegeven tot het geautomatiseerd aanmaken en verzenden van een uitstelbeschikking aan degene die is opgevoerd als boekhouder met de standaardtekst UB4. Aan het einde van de betreffende regel is vermeld: “
190110”. Dat ziet op de dagtekening van de beschikking. De standaardtekst van UB4 is:
U heeft om uitstel gevraagd omdat er een beroepsschrift is ingediend tegen de aanslag(en). Ik heb besloten dat u uitstel van betaling krijgt totdat er een uitspraak is gedaan op het beroepschrift (…)”.
Ik wil voorkomen dat deze schuld verjaart. Met deze brief laat ik u weten dat ik de invorderingstermijn verleng tot vijf jaar vanaf de datum van deze brief. Dit betekent dat er een nieuwe verjaringstermijn begint en de Belastingdienst aanspraak blijft maken op betaling van deze schuld.”