Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam verdachte].
hij op of omstreeks 21 maart 2018 te Rotterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 13b van de Opiumwet, gedaan door de burgemeester van Rotterdam, de heer [naam burgemeester], op 19 maart 2018 door, nadat de ambtenaren, [1] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [2] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [3] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [4] (aspirant van politie Eenheid Rotterdam) en/of [5] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [6] (hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam) en/of [7] (hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam), belast met de uitoefening van het door de burgemeester hierboven genoemde bevel en/of vordering, hem hadden bevolen of van hem hadden gevorderd de woning te verlaten, hieraan geen gevolg te geven;
hij op of omstreeks 21 maart 2018 te Rotterdam, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen ambtenaren, [1] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [2] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [3] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [4] (aspirant van politie Eenheid Rotterdam) en/of [5] (brigadier van politie Eenheid Rotterdam) en/of [6] (hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam) en/of [7] (hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten uitvoering geven aan het door de burgemeester van de Rotterdam, de heer [naam burgemeester], afgegeven bevel en/of vordering van 19 maart 2018, te weten het bevel en/of de vordering de woning van [naam verdachte](adres) te sluiten op grond van art. 13b Opiumwet, door