Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Beschikking
De beoordeling van het hoger beroep
inleiding
Trb. 1980, 23 en
Trb. 1984, 31). Dit verdrag is gewijzigd bij het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol (
Trb. 2011, 46), maar niet ten aanzien van bedoeld artikel 11 lid 1. Verdrag en protocol worden hierna tezamen aangeduid met LLMC.
‘Any person alleged to be liable may constitute a fund with the Court or other competent authority in any State Party in which legal proceedings are instituted in respect of claims subject to limitation’.De strekking van deze bepaling is dat degene die verwacht dat hij aansprakelijk zal worden gesteld en gebruik wil maken van zijn bevoegdheid tot beperking niet zelf kan kiezen in welke verdragsstaat zijn limitatiefonds zal worden gevormd, maar het initiatief van zijn mogelijke tegenpartij zal moeten afwachten.
‘in which legal proceedings are instituted in respect of claims subject to limitation’, maar stelt verder geen voorwaarden ten aanzien van die ‘legal proceedings’ en laat zich bijvoorbeeld niet uit over de vraag in welke verdragsstaat die kunnen worden aangevangen, terwijl niet voor de hand ligt om bevoegdheid met betrekking tot een beperkings-/ fondsvormingsverzoek aan te nemen in een verdragstaat waar een bevoegde instantie ten aanzien van die ‘legal proceedings’ ontbreekt. In de leemte die het LLMC op het punt van de rechtsmacht laat, voorziet artikel 9 van de Brussel I
bis-Verordening inhoudende dat, indien een gerecht van een EU-lidstaat krachtens die verordening bevoegd is kennis te nemen van vorderingen ter zake van aansprakelijkheid voortvloeiend uit het gebruik of de exploitatie van een schip, dit gerecht, of elk ander gerecht dat volgens het interne recht van deze lidstaat in zijn plaats treedt, tevens kennis neemt van de vorderingen tot beperking van dergelijke aansprakelijkheid. Aangezien Stolt Tankers hier te lande is gevestigd, is als uitgangspunt - volgens de hoofdregel van artikel 4 van bedoelde verordening - de Nederlandse rechter internationaal bevoegd tot kennisneming van de tegen Stolt Tankers gerichte vorderingen. Ten aanzien van een vordering/verzoek tot beperking van aansprakelijkheid is de Nederlandse rechter dan eveneens bevoegd. Voor het aannemen van die bevoegdheid is niet vereist dat een vordering tot vaststelling van aansprakelijkheid reeds bij die rechter aanhangig is. Nu is het zo, dat het Nederlandse interne recht geen zelfstandige procedure tot beperking van aansprakelijkheid kent; beperking van aansprakelijkheid door de reder van het schip (waaronder mede begrepen de bevrachter - artikel 1 lid 2 LLMC) is naar Nederlands recht gekoppeld aan fondsvorming (artikel 8:750 e.v. BW). Artikel 9 van de Brussel I
bis-Verordening, dat mede bevoegd verklaart
‘elk ander gerecht dat volgens het interne recht van deze lidstaat in zijn plaats treedt’, laat evenwel ruimte om voor een aldus vormgegeven beperkingsverzoek de bevoegdheidsregeling van het interne recht te benutten. Als
ander gerechtin de zin van bedoeld artikel 9 is naar Nederlands recht (daarom) de Rotterdamse rechtbank aan te merken; artikel 642a, lid 1, Rv wijst die rechtbank aan als forum voor de hier te lande geldende procedure voor aansprakelijkheidsbeperking in combinatie met fondsvorming. Die aanwijzing gold in de destijds geldende versie van dat artikel ook voor het onderhavige beperkingsverzoek. In de bestreden beschikking heeft de rechtbank derhalve terecht op grond van die bepaling haar bevoegdheid aangenomen. Zoals de rechtbank overwoog past het ook binnen het - mede door genoemd artikel 9 vormgegeven - stelsel van de Brussel I
bis-Verordening dat een in Nederland gevestigde scheepseigenaar een naar Nederlands recht gemodelleerd beperkingsverzoek bij de Nederlandse rechter aanhangig maakt. Voor de EVEX II geldt hetzelfde.
Cornelis Simon), NJ 2007/389 m.nt. P. Vlas. Omdat het verzoek tot aansprakelijkheidsbeperking (door fondsstelling) in Noorwegen niet aan de orde is en dit verzoek en de beslissing erop bovendien slechts een beperkte strekking hebben (zie onder 4.2), bestaat evenmin aanleiding voor een aanhouding wegens ‘samenhang’. Het is ook niet zo dat Stolt Tankers, na in Noorwegen te zijn aangesproken tot schadevergoeding, nog slechts in Noorwegen een beroep op beperking van aanspakelijkheid in combinatie met fondsvorming kon doen. [1]