In deze zaak gaat het om een beperkingsprocedure naar aanleiding van een aanvaring op 16 december 2015 tussen het zeeschip 'Stolt Commitment', eigendom van Stolt Commitment B.V., en het vrachtschip 'Thorco Cloud', eigendom van A Line. Stolt Commitment B.V. heeft de rechtbank verzocht om te verklaren dat de door Stolt Tankers B.V. te stellen beperkingsfondsen ook gelden als namens haar gesteld. De rechtbank te Rotterdam heeft op 15 februari 2017 Stolt Commitment B.V. niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken, wat leidde tot hoger beroep.
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 19 februari 2019 uitspraak gedaan. Het Hof oordeelde dat de niet-ontvankelijkverklaring van Stolt Commitment B.V. in haar aanhaakverzoek onterecht was, omdat dit verzoek in geclausuleerde vorm voor toewijzing in aanmerking kwam. Het Hof constateerde dat er geen reden was voor de niet-ontvankelijkverklaring, aangezien de door Stolt Tankers B.V. te stellen fondsen, zodra deze waren gesteld, ook geacht moesten worden te zijn gesteld door Stolt Commitment B.V. De beslissing van de rechtbank werd vernietigd, en het Hof bevestigde dat Stolt Commitment B.V. recht had op de gevraagde verklaring.
De zaak benadrukt de complexiteit van aansprakelijkheidsbeperkingen in het maritieme recht en de noodzaak voor duidelijke procedures bij het indienen van verzoeken tot beperking van aansprakelijkheid. Het Hof heeft de belangen van de betrokken partijen zorgvuldig afgewogen en de juridische kaders rondom de aansprakelijkheidsbeperkingen in het maritieme recht toegepast.