Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.De feiten
Compositions comprising phosphodiesterase inhibitors for the treatment of sexual disfunction. EP 181 is als PCT-aanvrage aangevraagd op 26 april 2000 en gepubliceerd als WO 2000/066099 en doet een beroep op prioriteit van de Amerikaanse octrooiaanvrage 132 036 P van 30 april 1999. EP 181 is in zijn oorspronkelijke vorm verleend op 15 oktober 2003. Op 25 maart 2015 is EP 181 in een procedure bij het Europees Octrooibureau (EOB) beperkt tot de navolgende conclusies:
Use of CGMP-Phosphodiesterase inhibitors to treat impotence(hierna: Daugan).
i) In terms of motives to find a solution to the problem the patent addresses, the skilled team would be highly motived by Daugan and the success of sildenafil to investigate tadalafil as a treatment for erectile dysfunction.
3.Het geschil in eerste aanleg en in hoger beroep
dose ranging studies’, zou de vakman zonder inventieve arbeid komen op een dosering binnen het door EP 181 geclaimde bereik van 1 tot maximaal 5 mg per dag.
4.Beoordeling
on demand’ (bij gelegenheid) gebruik begrepen.
optimaledosis waarbij de bijwerkingen
minimaalzijn. Volgens Icos moet het probleem worden geformuleerd als “het voorzien in een (ten opzichte van de formulering met 50 mg) verbeterd doseringsregime voor tadalafil”.
zoudoen – ziet op het oplossen van het objectieve technische probleem: het vinden van
eengeschikte / optimale dosering, niet op de
specifiekedosering van 1-5 mg waarvan na onderzoek uiteindelijk is vastgesteld dat dit de optimale dosering is.
The New Journal of Medicinevan 14 mei 1998, getiteld ‘
Oral sildenafil in the treatment of erectile dysfunction’ dat ook volgens Icos tot de algemene vakkennis hoorde), vormde bovendien juist een incentive om te onderzoeken of – en de gemiddelde vakman zou om die reden ook een redelijke verwachting hebben dat – tadalafil reeds bij lagere dosering, en bijgevolg met minder bijwerkingen, voldoende werkzaam zou zijn.
proof of concept study) een test met normaliter een enkele dosering waarvan verwacht wordt dat die hoog genoeg is om werkzaamheid aan te tonen maar laag genoeg om ernstige bijwerkingen te voorkomen;
dose ranging study) een doseringsonderzoek waarbij het gebruikelijk is de dosering uit Fase IIa als uitgangspunt te nemen en daarnaast een tweemaal hogere en een tweemaal lagere dosering, alsmede placebo, met het doel de relatie tussen de dosis enerzijds en werkzaamheid en bijwerkingen anderzijds vast te stellen.
try and see’ doctrine, klinische onderzoeken in mensen niet als routine onderzoeken kunnen worden aangemerkt, indien er nog onbekende risico’s zijn, dat wil zeggen als de stof nog niet eerder in mensen is onderzocht. Wat daarvan zij, naar het oordeel van het hof kan niet in zijn algemeenheid als juist worden aanvaard dat klinisch onderzoek op mensen nimmer als routine-onderzoek kan worden aangemerkt – en de resultaten van dergelijk onderzoek derhalve altijd als inventief hebben te gelden, zoals Icos kennelijk betoogt – indien de risico’s, bijwerkingen en werkzaamheid van de te onderzoeken actieve stof nog niet eerder (door klinisch onderzoek) in kaart zijn gebracht. Wel juist is dat naarmate het door de gemiddelde vakman te verrichten onderzoek omvangrijker, ingewikkelder, tijdrovender en risicovoller is, hogere eisen aan de redelijke verwachting moeten worden gesteld. Dat in aanmerking genomen is het hof van oordeel dat de gemiddelde vakman onder de gegeven omstandigheden – waarbij in de stand van de techniek reeds is geopenbaard dat tadalafil een krachtige en selectieve PDE5-remmer is met een lage IC50-waarde die geschikt is voor de behandeling van erectiele dysfunctie, waarbij bekend is dat de aan PDE5-enzym remming verbonden bijwerkingen relatief mild zijn en er geen contra-indicaties zijn voor het doen van klinisch onderzoek – een zodanige verwachting van succes heeft om een geschikte formulering voor tadalafil te vinden dat hij die onderzoeken in gang zou zetten. Dat die onderzoeken vaardigheden zouden vergen die de gemiddelde vakman op de prioriteitsdatum niet zou hebben heeft Icos niet gesteld. Evenmin heeft Icos aangevoerd dat er voor het vinden van de optimale dosering en daarmee de door EP 181 onder bescherming gestelde werkzame dosering van 1-5 mg met een maximum van 5 mg tadalafil per dag, enige andere keuzes moesten worden gemaakt dan keuzes die voor de gemiddelde vakman, bij het doen van de gebruikelijke onderzoeken om tot een oplossing van het objectief technische probleem te komen (het vinden van een optimale dosering), voor de hand lagen. Icos heeft er wel op gewezen dat er bij het doen van geneesmiddelenonderzoek diverse ‘
value judgements’gedaan moeten worden, maar heeft niet voldoende onderbouwd gesteld dat en op welke punten de gemiddelde vakman inventieve keuzes moest maken om tot de uitvinding volgens EP 181 te komen.
dose response relationship– en aan de hand daarvan de oplossing van het probleem waarvoor hij een oplossing zocht, zou bereiken, heeft Icos onvoldoende gemotiveerd bestreden.
on demand’ gebruik zou testen.
dose respons relationship, de relatie tussen dosis enerzijds en werkzaamheid en bijwerkingen anderzijds bij toediening van tadalafil, nog niet had bereikt. Ook omdat de bijwerkingen wel doseringsafhankelijk waren en hij op zoek was naar de optimale dosering, een werkzame dosering met zo min mogelijk bijwerkingen, zou de gemiddelde vakman gemotiveerd zijn lagere doseringen te gaan onderzoeken, in de verwachting dat hij dan de
dose response relationshipzou vinden. Het ligt voor de hand dat de gemiddelde vakman alsdan (uiteindelijk) ook een dosis van 5 mg in zijn onderzoek zou betrekken, in de verwachting dat hij dan de
dose respons relationshipkon vaststellen en gebaseerd daarop een optimale dosis voor tadalafil kon bepalen en daarmee het probleem waarvoor hij zich gesteld zag zou oplossen. Daaruit volgt dat het standpunt van Icos dat het objectieve technische probleem al werd opgelost door bijvoorbeeld doseringen van 10 en 20 mg tadalafil (par. 68 MvG), waarmee zij kennelijk wil betogen dat het zoeken naar lagere doseringen inventief zou zijn, moet worden verworpen.
dose rangingstudie is bereikt en de optimale dosis (die voldoende werkzaamheid met zo weinig mogelijk bijwerkingen oplevert) bekend is, kan immers een range van doseringen worden vastgesteld (zoals ook in de SmPC van sildenafil de range van 25-100 mg wordt genoemd, waarvan 50 mg de voorkeursdosis is), waarbinnen rekening kan worden gehouden met de bijzondere omstandigheden en voorkeuren van de specifieke patiënt en waaruit dan desgewenst de relatief hoge dosering kan worden gekozen c.q. voorgeschreven.
dose response relationship– met zekerheid te voorspellen, zoals Icos stelt, maar de enkele onvoorspelbaarheid van het te verkrijgen resultaat maakt een resultaat dat wordt verkregen door middel van een standaard onderzoek bij het uitvoeren waarvan geen enkele inventieve stap wordt gezet, daarmee nog niet inventief. Octrooibescherming is alleen gerechtvaardigd indien voor het bereiken van het resultaat inventieve arbeid nodig was. Het feit dat de resultaten verrassend en voordelig waren is een ‘bonus’, direct voortvloeiend uit het niet-inventieve proces dat tot de geclaimde uitvinding heeft geleid en maakt het resultaat niet minder voor de hand liggend. Het feit dat geneesmiddelenonderzoek kostbaar, risicovol en langdurig is, zoals Icos verder heeft aangevoerd, maakt op zichzelf genomen evenmin dat het resultaat ervan als inventief zou moeten worden aangemerkt.
on demand’ dosering ook de mogelijkheid van een dagelijkse dosering te onderzoeken. Teva heeft er terecht en onweersproken op gewezen dat de conclusies van EP 181 niet zijn beperkt tot een dagelijkse dosering van tadalafil. Ook ‘
on demand’ dosering (tot maximaal 5 mg per dag) valt onder de conclusies. Voor zover Icos zou willen betogen dat de inventiviteit van EP 181 gelegen zou zijn in de
dagelijksedosering van tadalafil, moet dat derhalve worden verworpen. Een conclusie dient immers over het hele bereik ervan inventief te zijn.
on demand’ dosering zoekt – waarmee hij volgens Icos zou beginnen – uitkomt op een werkzame dosering van 5 mg waarbij de bijwerkingen minimaal zijn. Zoals Icos zelf ook heeft gesteld biedt een dagelijkse dosering voordelen boven ‘
on demand’ dosering. Gegeven die lage dosering zonder noemenswaardige bijwerkingen en de lange halfwaardetijd zou de gemiddelde vakman een redelijke verwachting hebben dat een dagelijks doseringsregime van tadalafil mogelijk zou zijn (leidend tot een permanente benodigde concentratie tadalafil in het bloed) en het ligt zonder meer voor de hand dat de gemiddelde vakman die mogelijkheid zou onderzoeken teneinde de voordelen van een dagelijkse dosering te bereiken. Dat geldt temeer omdat daarmee bovendien een aantrekkelijk(er) alternatief voor het reeds op de markt zijnde en commercieel zeer succesvolle Viagra ® zou worden verkregen. Indien de gemiddelde vakman in de lange halfwaardetijd al niet direct aanleiding zou hebben gezien in zijn Fase IIb studie ook onderzoek naar een dagelijkse dosering te betrekken (zoals Teva heeft aangevoerd), dan zou hij dat in elk geval onderzoeken nadat hij tot de lage werkzame
on demanddosering met minimale bijwerkingen van 5 mg zou zijn gekomen. Overigens merkt het hof op dat in de keuze om vanaf dat punt een dagelijkse dosering van 5 mg te onderzoeken (en niet een net iets andere dosering) geen inventiviteit kan zijn gelegen.
on demand’ gebruik en niet voor dagelijks gebruik zou de gemiddelde vakman er niet van weerhouden ook onderzoek te doen naar een dosering van tadalafil voor dagelijks gebruik. Hij zou immers inzien dat de reden dat sildenafil niet werd aangeboden voor dagelijkse dosering niet zozeer was ingegeven door het gebrek aan behoefte daaraan, maar vanwege de omstandigheid dat deze stof een vrij lage halfwaardetijd heeft (van 3-4 uur) zodat meerdere malen per dag zou moeten worden ingenomen om de gewenste concentratie in het bloed te krijgen, waarvoor sildenafil bovendien vanwege de nadelige bijwerkingen ongeschikt was. Gegeven de hoge halfwaardetijd van tadalafil (van 17,5 uur), de minimale bijwerkingen bij een werkzame dosis van 5 mg en de aan dagelijks gebruik verbonden voordelen, had de gemiddelde vakman juist een incentive om voor tadalafil wél de mogelijkheid van een dagelijkse dosering te onderzoeken. Daarmee zou ook een voordeel ten opzichte van sildenafil kunnen worden verkregen, dat voor in elk geval een deel van de patiënten zal opwegen tegen de hogere kosten van dagelijks gebruik. Dat de gemiddelde seksuele activiteit van patiënten met erectiestoornissen 4-5 maal per maand zou zijn maakt dat niet anders. De behoefte kan juist zijn getemperd door de erectiestoornis. Daarenboven kunnen mensen met een hogere seksuele activiteit met een dagelijkse dosering beter worden bediend en maakt dat spontane seksuele activiteit mogelijk. De enkele theoretische mogelijkheid – dat er reden zou zijn voor de gemiddelde vakman om dat daadwerkelijk te verwachten heeft Icos niet gesteld – van tachyfylaxie, een afname van werkzaamheid bij continue toediening, zou de gemiddelde vakman evenmin weerhouden onderzoek naar de mogelijkheid van dagelijkse dosering te doen.