Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
top drives, hierna te noemen: aandrijfmotoren) die worden gebruikt op een boorplatform voor de aandrijving van de boorinstallatie (hierna te noemen: de Koopovereenkomst). De koopprijs bedroeg USD 11.732.456,14. Op de Koopovereenkomst zijn algemene voorwaarden van PDVSA van toepassing die voorzien in de toepasselijkheid van Nederlands recht en arbitrage volgens het arbitragereglement van de International Chamber of Commerce 2012, door een scheidsgerecht bestaande uit drie leden met als plaats van arbitrage Den Haag.
Certificate of Informationvan Wells vermeldt [A] als enige manager van Wells. In notulen van de oprichtingsbijeenkomst van Wells op 23 mei 2012 wordt [A] aangewezen als
Manageren [B] (hierna te noemen: [B] ) als
President,
Vice President,
Treasureren
IRS Tax Matter Partner. [A] is een zwager en [B] is een zoon van [X] (hierna te noemen: [X] ), een van de hoofdverdachten in een Amerikaanse strafzaak aanhangig bij de
U.S. District Court for the Southern District of Texas, Houston Division. In deze strafzaak (hierna te noemen: de Amerikaanse strafzaak) worden [X] en anderen beschuldigd van verschillende misdrijven, waaronder het betalen c.q. aannemen van steekpenningen in verband met de gunning van opdrachten door Bariven. Wells heeft hetzelfde adres als drie andere, aan [X] gelieerde entiteiten (Obraquip, LLC, Tepuy Financial Investments, LLC en Twin Associations, LLC) en dezelfde
registered agent( [registered agent] ) als 25 andere entiteiten van [X] .
Trust Agreementis [C] aangewezen als
grantor,
trusteeen
sole beneficiaryvan HRBZ. Bij defungeren van [C] als
trusteewordt hij in tweede instantie vervangen door [B]
.Als een
trusteenalaat te handelen of er geen
trusteeis, kan een comité van vier personen, waaronder [X] , een nieuwe
trusteebenoemen.
related party transactions” aanging met verschillende entiteiten van [X] die betrokken zijn in de Amerikaanse strafzaak, waaronder Premier Procurement, LLC, Tradequip Services and Marine Inc. en Beltway Industries, LLC. In de jaren 2012 tot en met 2015 vermelden de jaarcijfers van Wells uitgaven van USD 481.400,-, geboekt als “
professional fees”. Deze uitgaven, die in de jaarcijfers niet zijn toegelicht, vertegenwoordigden circa 30% van de brutowinst van Wells in de desbetreffende jaren. In 2013 rapporteerde Wells “
factoring fees” ter grootte van 70% van haar brutowinst, eveneens zonder nadere toelichting. Volgens haar jaarcijfers heeft Wells in 2012, 2013 en 2014 een winstmarge gerealiseerd van precies 5%.
financial statementsbeschikte Wells over USD 5.000.000,- eigen vermogen. Verder stelde Wells in de aanvraag dat zij beschikte over een kantoor en in totaal tien werknemers had. [A] is in de aanvraag genoemd als enige eigenaar en 100% aandeelhouder van Wells. In antwoord op een vraag naar marketing ervaring in de Caraïben of Zuid-Amerika stelde Wells: “
We have provided equipment for offshore drilling in Maracaibo, also we have provided life-saving products like boats, lifebelts, maritime lightning and all kind of equipment related to security in ships around South America. We have experience in cranes and welding systems required for water rig drilling”.
financial statementsweken af van de
financial statementsen belastingaangiften die door Wells bij de Amerikaanse autoriteiten zijn ingediend; in werkelijkheid is nooit sprake geweest van een eigen vermogen van USD 5.000.000,-; niet [A] maar HRBZ was de uiteindelijke gerechtigde tot Wells; en Wells heeft in de aanvraag een bank als referentie opgegeven die niet bestond.
vendor bidding panels) biedingen uitgebracht. Dat heeft ertoe geleid dat Wells veertien opdrachten van Bariven heeft ontvangen, waaronder de eerder genoemde opdracht voor de levering van de aandrijfmotoren.
vendor bidding panelsamengesteld van goedgekeurde verkopers die uitgenodigd werden een bieding uit te brengen. [D] was eveneens
level 1 approverin de biedprocedure. In die hoedanigheid diende hij als eerste binnen Bariven de winnende bieding goed te keuren. Het panel bestond uit elf verkopers, waarvan zes verkopers direct of indirect gelieerd waren aan [X] . De samenstelling van het panel was exact hetzelfde bij twee andere, door Wells gewonnen biedprocedures, waarbij het panel eveneens door [D] was samengesteld. Vijf van de elf verkopers opgenomen in het panel voor de aandrijfmotoren, alle vijf gelieerd aan [X] , hebben een bieding uitgebracht. Kopieën van deze vijf biedingen zijn op verzoek van het scheidsgerecht door Bariven overgelegd in de arbitrageprocedure.
approvers) van Bariven, waaronder [D] , [E] en [F] , destijds
Presidentvan Bariven (hierna te noemen: [F] ). Vervolgens heeft Bariven op 11 december 2012 bij Wells een
purchase ordergeplaatst voor de aandrijfmotoren, die heeft geleid tot de Koopovereenkomst.
redacted”, zie 13.36 van het arbitrale vonnis), is geen naam van een leverancier vermeld. Het staat echter vast dat deze factuur niet afkomstig is van Aker Solutions, de producent van de aandrijfmotoren
.Als koper vermeldt de factuur [B] . De inkoopprijs vermeld op de factuur is USD 11.145.833,34.
change ordersuitgegeven door [G] , destijds een werknemer van Bariven (hierna te noemen: [G] ), op 2 en 9 juli 2014. In de eerste
change orderis het vermogen van de aandrijfmotoren verhoogd van 900 naar 1150 PK. De tweede
change orderbevat een specificatie van het leveringsadres in Venezuela voor de aandrijfmotoren. De koopprijs is niet gewijzigd.
Regions Bank, waarin de nieuwe bankgegevens werden bevestigd. Deze brief was vervalst.
indictmentvan 10 december 2015 in de Amerikaanse strafzaak waarbij [X] en anderen in staat van beschuldiging zijn gesteld, staat onder meer dat [X] en [Y] steekpenningen hebben betaald aan:
indictmentonder meer het volgende:
indictmentzijn deze illegale activiteiten tenminste begonnen in 2009 en hebben zij geduurd tot tenminste eind 2014. Verschillende personen die in staat van beschuldiging zijn gesteld, waaronder [X] , [Y] , [D] , [G] en [H] , hebben bekend schuldig te zijn aan de hen tenlastegelegde feiten.
Homeland Security Investigations(hierna te noemen: [speciaal agent] ), een beëdigde verklaring afgelegd in de Amerikaanse strafzaak met betrekking tot het onderzoek dat hij had verricht naar de omkoping van medewerkers van PDVSA door, onder meer, bedrijven van [X] . [speciaal agent] heeft onder meer verklaard dat bedrijven van [X] verschillende grote betalingen hebben gedaan aan medewerkers van Bariven, waaronder [D] , [G] en [H] . Verder heeft [speciaal agent] verklaard dat van de omgekochte medewerkers werd gevraagd dat zij de
vendor bidding panelszo samenstelden dat die alleen bestonden uit bedrijven van [X] of [Y] , zodat een van hun bedrijven de opdracht zeker zou krijgen. [D] heeft volgens [speciaal agent] toegegeven dat dit de toegepaste werkwijze was. Volgens [speciaal agent] heeft [D] in totaal circa USD 3.800.000,- aan steekpenningen ontvangen van [X] en [Y] . Verder heeft [speciaal agent] verklaard dat ook [F] steekpenningen heeft aangenomen van [X] en [Y] in ruil voor opdrachten van Bariven. Ook heeft [speciaal agent] verklaard dat verschillende producten geleverd door bedrijven van [X] aan Bariven “
grossly overpriced” waren.
In or about 2011, [F] entered into a conspiracy with a group of then-current and former high-level officials of PDVSA and PDVSA subsidiaries which was referred to as the “management team”. The management team solicited several PDVSA vendors, including vendors who were residents of the United States, and who owned and controlled businesses incorporated and based in the United States, for bribes and kickbacks in exchange for providing assistance to those vendors in connection with their PDVSA business. Among those vendors were [X] and [Y] (who have previously been charged by the United States government and have pleaded guilty to crimes related to their roles in the conspiracy) who paid bribes to the management team for assistance related to their companies in the United States, including assisting those companies in obtaining contracts with PDVSA and assisting [X] and [Y] in receiving payment priority over other vendors for outstanding PDVSA invoices”.
change ordersvoor de Koopovereenkomst goedgekeurd en [I] is betrokken geweest bij de totstandkoming van één van de veertien opdrachten aan Wells. Beiden hebben bekend steekpenningen te hebben aangenomen van [X] en [Y] voor het opnemen van bedrijven van [X] en [Y] in
vendor bidding panelsen het verstrekken van
inside informationover het biedingsproces. De strafzaak tegen de andere verdachten is nog aanhangig.
relatie
binnen
Wells
relatie
vendor bidding panel(2.13)
Level 1 approver(2.13)
change ordersuit voor
3.De arbitrageprocedure
overpricingvan meerdere leveringen van Wells aan Bariven (ook in het kader van andere opdrachten van Bariven), te vermeerderen met rente en kosten.
In accordance with the broadly accepted principle in international arbitration that each party bears the burden of proving the facts relied on in support of its claim or defence, it is up to Bariven to prove the alleged facts on which its defence is based. Although the Arbitral Tribunal is conscious of the fact that it is difficult to prove corruption, the seriousness of the accusation of corruption demands clear and convincing evidence. In other words, corruption cannot be shown to exist by arguments based on speculation or by merely alleging indications of the existence of corruption. The Arbitral Tribunal holds that Bariven has to prove in the sense mentioned above that corruption existed in obtaining the Purchase Order.”
Wells has provided Bariven with incorrect information at the time of its registration as a registered vendor.
The circumstances in which the procurement procedure took place indicate
Other circumstances which have mainly occurred after the date of the Purchase Order, also demonstrate the corrupt character of Wells’ conduct.
The top drives are largely overpriced.“
Procedural Order No. 4) de volgende documenten over te leggen met betrekking tot de gestelde
overpricingvan de aandrijfmotoren (categorie 5 van de argumenten van Bariven): aan de zijde van Wells, de inkoopfactu(u)r(en) met betrekking tot de aandrijfmotoren, en aan de zijde van Bariven, de vijf biedingen die zijn uitgebracht met betrekking tot de aandrijfmotoren. Wells heeft vervolgens de inkoopfactuur hiervoor genoemd in 2.16 overgelegd, en Bariven de vijf biedingen hiervoor genoemd in 2.13. Ten aanzien van deze stukken heeft Bariven aangevoerd dat zij bevestigen dat de biedprocedure door corruptie is beïnvloed. In dit kader heeft Bariven er met name op gewezen (i) dat de vijf biedingen afkomstig zijn van vijf aan [X] gelieerde ondernemingen en dat zij opvallende overeenkomsten en een opvallend cijfermatig patroon vertonen (zie hierna bij 3.13) waaruit blijkt dat de biedingen onderling waren afgestemd, en (ii) dat de door Wells overgelegde
“redacted”inkoopfactuur niet afkomstig is van de fabrikant van de aandrijfmotoren (Aker Solutions), maar van een andere, aan [X] gelieerde entiteit, en dat het bedrag op die inkoopfactuur precies 5% lager is dan de prijs die Wells aan Bariven in rekening heeft gebracht. Wells heeft zich tegen deze stellingname verzet en aangevoerd dat Bariven zich alleen op deze stukken kon beroepen in het kader van de gestelde
overpricing(categorie 5 van de argumenten van Bariven)
.Naar aanleiding daarvan overweegt het scheidsgerecht onder meer het volgende in 13.8 van het arbitrale vonnis:
The Arbitral Tribunal notes that, as is clear from the hearing and the contents of Procedural Order No. 4, the order to produce documents only pertains to the issue of the market value and (alleged) overpricing of the top drives and has been issued in a very late stage of the proceedings when the discussion about other issues – including the other circumstances Bariven has relied on in order to support its position that the Purchase Order is obtained through corruption – was materially finalised. In addition, it is the Arbitral Tribunal’s view with regard to the arguments formulated in connection with the submission of these documents on Bariven side, that it was up to Bariven to have raised these arguments in an earlier stage of this arbitration. (…) For all these reasons, it would in the Arbitral Tribunal’s opinion be contrary to the principles of due process to take into consideration (new) arguments put forward by Bariven on the basis of these documents as far as they do not directly relate to the issue of the overpricing and the market value of the top drives.”
(...) In none of the documents pertaining to the criminal proceedings, Wells is mentioned - explicitly nor implicitly - as one of the corrupt companies. Bariven has not specifically referred to any part of the charging documents from which it could be deduced that Wells is part of the conspiracy and obtained the Purchase Order in question - or other Purchase Orders - through the payment of bribes or through corrupt acts by Bariven's personnel.
The circumstances (i) that the Houston defendants, including three employees, have all plead guilty of receiving bribes and other things of value; and (ii) that those ex-employees – one of which (Mr. [D] ) was personally involved as the creator and level 1 approver in the bidding process at issue in this arbitration – have admitted that they committed their acts by circumventing Bariven’s internal controls; and (iii), in Mr. [D] ’ case, that he among other things assisted in placing the companies on the bidding panels and assisted in selecting the companies as the winning vendors, do in the Arbitral Tribunal’s view not justify the conclusion that Wells is one of the companies described in the Houston charging documents. These pleas do not imply that in each bidding panel, involving a company which was (to a certain extent) related to Mr. [X] , Mr. [D] has acted in an illegal and corrupt manner (…).
However, these circumstances – considered in isolation and in conjunction with each other - do in the Arbitral Tribunal’s view not prove Bariven’s assertion that the Purchase Order is obtained in a corrupt way, that is by paying bribes or other things of value and/or by corrupt practices on the side of Bariven’s personnel. The information in question relates to Wells’ admission as a vendor and does not provide sufficient insight into the way the Purchase Order has been obtained. (…)
(…)”
(…) If Bariven intends to rely in this context on the allegations it deduced from the purchase invoice and the offers of the other vendors in the bidding panel at issue, which were filed by the Parties following the hearing, the Arbitral Tribunal does not take these allegations into consideration for the reasons set out above (…).”
Although these allegations, who are as such not contested by Wells, raise questions with regard to the manner in which the Purchase Order was obtained by Wells – especially since in most of the bidding processes one of the companies mentioned in the charging documents was admitted as a vendor – the Arbitral Tribunal is also in this respect of the opinion that these facts, absent more detailed information about the (course of the) bidding processes, do not sufficiently convincingly demonstrate that the bidding process at issue was conducted in a corrupt way, that is by paying bribes and by illegal practices on the side of Bariven’s personnel”.
It follows from the above that the circumstances on which Bariven relied in support of its argument (…) undoubtedly raise questions as to the (legitimate) nature of Well’s conduct. Wells has not submitted clear arguments to explain the purpose of the transactions with the other companies. Those transactions (…) in conjunction with the appointment of Mr. [registered agent] as an Agent for several other companies which are at least to a certain extent related to Mr. [X] , indicates that there is some connection between Wells and several of the companies mentioned in the Houston charging documents. Wells has also failed to give a convincing explanation for the 5% margin and the fees specified in the financials. The same applies for Wells’ letter of 8 April 2016. Nevertheless, these circumstances – either in isolation or in conjunction with each other and with the other arguments, put forward by Bariven and discussed above – are in the Arbitral Tribunal’s view not sufficiently concrete to constitute clear and convincing evidence that Wells has acted in a similar manner as the companies mentioned in the criminal proceedings, and, more specifically, do not prove that Wells has obtained the Purchase Order at issue in this arbitration by paying bribes to Bariven’s personnel or with the (otherwise) illegal cooperation of this personnel. Although these circumstances do provide indications that Wells may have acted in a corrupt manner to win the contract, such indications are – bearing in mind the standard of proof as described above – not sufficient to support Bariven’s defence.”
overpricingvan de aandrijfmotoren, zie hiervoor, 2.13 en 2.16). In dat verband overweegt het scheidsgerecht onder meer in 13.33 van het arbitrale vonnis:
Although the circumstances discussed above do not provide sufficient substantiation for the alleged corruption, a substantial overpricing of the purchase price – the burden of proof of which lies with Bariven – could, in combination with these circumstances, possibly prove that the Purchase Order has been obtained by corruption.”
request for quotationvan Bariven, inclusief tikfouten en Spaanstalige woorden, en dat de biedingen een opvallend cijfermatig patroon vertoonden: (i) de biedingen van de andere vier inschrijvers waren, respectievelijk, precies 20%, 34%, 40% en 45% hoger dan de bieding van Wells, en (ii) de biedingen van de verkopers die als derde en vierde hadden ingeschreven waren, respectievelijk, precies 10% en 20% hoger dan de bieding van de verkoper die als tweede had ingeschreven. Naar aanleiding daarvan overweegt het scheidsgerecht in 13.37 van het arbitrale vonnis:
With regard to the alleged overpricing of the top drives, the Arbitral Tribunal agrees with Bariven that it must be assumed that the quotes of the vendors have been coordinated with one another. The mere fact that Wells has submitted the lowest bid with the shortest delivery time, does not – in the absence of other bids – allow for the conclusion that the Purchase Order is not overpriced”.
overpricing.
overpricingwordt geschat op USD 4.231.153,- , op basis van een offerte van een andere fabrikant van 11 juni 2015 voor identieke aandrijfmotoren. Aan dit deskundigenrapport gaat het scheidsgerecht voorbij, vanwege het tijdsverschil tussen deze offerte en de datum van de Koopovereenkomst (2,5 jaar) en een verschil in voorwaarden (betaaltermijnen en plaats van levering) tussen deze offerte en de Koopovereenkomst. Het scheidsgerecht concludeert als volgt in 13.50 van het arbitrale vonnis:
In view of the foregoing, the Arbitral Tribunal arrives at the conclusion that Bariven has not sufficiently proven its allegation that the top drives were (largely) overpriced.”
From the above it cannot be concluded that the Purchase Order has been obtained by Wells through the payment of bribes or other things of value to Bariven’s employees and/or through their illegal activities. Therefore, the Arbitral Tribunal rejects Bariven’s claims in so far as they are based on Article 3:40 (1) DCC.”
obiter dictumoverweegt het scheidsgerecht nog het volgende in 13.53 van het arbitrale vonnis:
Only for the sake of completeness and as an obiter dictum the Arbitral Tribunal will discuss in a concise consideration the relevance it would have attributed to the transnational public policy had the Arbitral Tribunal deemed the Purchase Order to have been obtained through corruption. In that event – assuming that there is an inextricable link between the agreement to pay bribes and to act in a corrupt way on the one hand and the contract for the sale of goods on the other hand – pursuant to Article 3:40 (1) DCC the Purchase Order would have been null and void ab initio. The fact that the Purchase Order has been concluded for the sale of goods, does not alter this conclusion. In other words, the applicable Dutch law and the transnational public policy would lead to the same result. However, regarding the consequences of the nullity of the contract, the Arbitral Tribunal follows Wells in its opinion that these consequences must be determined in accordance with Dutch law. These consequences are set out in the sections 13.68 through 13.74 below (…).”
4.De vordering van Bariven en het verweer van Wells
overpricingvan de aandrijfmotoren. Deze beslissing van het scheidsgerecht berust op de enkele procedurele grond dat het debat over de andere door Bariven aangevoerde argumenten ter onderbouwing van corruptie al was afgesloten en Bariven deze stellingen al eerder in de procedure naar voren had kunnen brengen. Door aldus te beslissen, heeft het scheidsgerecht miskend dat de naleving van een dwingendrechtelijke bepaling van een zo fundamenteel karakter als het verbod op corruptie niet door beperkingen van procesrechtelijke aard mag worden verhinderd en heeft het scheidsgerecht het beginsel van hoor en wederhoor geschonden.
overpricing, en niet daarbuiten. Bariven heeft niet verzocht om overlegging van de inkoopfactuur in de exhibitiefase van de arbitrageprocedure, en heeft in diezelfde exhibitiefase geweigerd de biedingen over te leggen, ondanks het verzoek van Wells daartoe. Dat Bariven deze stukken niet eerder heeft kunnen betrekken bij haar stellingen ten aanzien van de corruptie bij de totstandkoming van de Koopovereenkomst is dus een gevolg van haar eigen processtrategie. In het licht van deze omstandigheden was het scheidsgerecht bevoegd om te beslissen dat het toelaten van nieuwe stellingen van Bariven op basis van deze stukken in strijd zou zijn met de goede procesorde. Op grond van artikel 1036, eerste lid Rv en de toepasselijke
ICC Arbitration Rulesis het scheidsgerecht bevoegd de procesorde te bepalen.
5.Beoordeling
Procedural Order No. 4van het scheidsgerecht hebben overgelegd (de inkoopfactuur van Wells en de vijf biedingen uitgebracht in de biedprocedure met betrekking tot de aandrijfmotoren). Het scheidsgerecht heeft deze stukken en de door Bariven op basis daarvan aangevoerde stellingen uitsluitend in aanmerking genomen binnen het kader van de vraag of sprake is geweest van
overpricing(categorie 5 van de argumenten die Bariven in de arbitrageprocedure heeft aangevoerd ter onderbouwing van corruptie, zoals onderscheiden door het scheidsgerecht). Verder heeft het scheidsgerecht deze stukken en stellingen buiten beschouwing gelaten, op grond van de overweging dat het debat alleen nog over
overpricingging en dat Bariven andere argumenten ontleend aan deze stukken in een eerder stadium van de procedure had moeten aanvoeren. Het hof acht zich niet gebonden aan deze door het scheidsgerecht aangebrachte beperking. Weliswaar behoort de vaststelling van de goede procesorde tot de bevoegdheid van het scheidsgerecht (artikel 1036, eerste lid Rv), maar naar het oordeel van het hof gaat het ook hier om een beperking van procesrechtelijke aard die de naleving van het verbod van corruptie niet mag verhinderen. Voor zover deze stukken een aanwijzing opleveren van corruptie, zou het buiten beschouwing laten van deze stukken de uitvoering van een overeenkomst die onder invloed van corruptie tot stand is gekomen, kunnen faciliteren.
related party transactions” aangegaan met verschillende entiteiten van [X] waarvan vast staat dat zij betrokken zijn in de Amerikaanse strafzaak (waaronder Premier Procurement, LLC, Tradequip Services and Marine, Inc en Beltway Industries, LLC). Ten slotte heeft Wells dezelfde
registered agentals 25 andere entiteiten van [X] . [X] heeft geprobeerd zijn banden met Wells te verbergen.
vendor bidding panelsis opgenomen (waaronder het
vendor bidding panelvoor de levering van de twee aandrijfmotoren). Wells bestond minder dan een maand toen zij bij Bariven haar aanvraag indiende om als verkoper te worden. Niettemin is zij op de dag van de aanvraag als verkoper goedgekeurd en zonder verdere vragen in
vendor bidding panelsopgenomen, en heeft zij vervolgens veertien opdrachten van Bariven ontvangen, waaronder de opdracht voor de levering van de aandrijfmotoren.
professional fees” en “
factoring fees” die steekpenningen zouden kunnen inhouden) en winstmarges die ieder jaar op hetzelfde percentage van 5% uitkwamen. Zij heeft onjuiste informatie verstrekt in de aanvraag om als verkoper van Bariven te worden toegelaten en valse bankreferenties opgegeven.
vendor bidding panelvoor de opdracht voor de levering van de twee aandrijfmotoren is samengesteld door een van de medewerkers van Bariven die steekpenningen van [X] heeft ontvangen ( [D] ). Zes van de elf verkopers die [D] in dit
vendor bidding panelheeft opgenomen waren gelieerd aan [X] .
bidding panelopnamen, dat de biedingen van deze bedrijven op elkaar werden afgestemd zodat van tevoren vaststond welk van deze bedrijven de laagste bieding uitbracht en dat die bieding en latere wijzigingen door de medewerkers van Bariven werden goedgekeurd.
redacted” inkoopfactuur zonder vermelding van een leverancier. De prijs van de aandrijfmotoren vermeld in deze factuur is precies 5% lager dan de verkoopprijs genoemd in de Koopovereenkomst. Dat prijsverschil is opvallend, omdat het suggereert dat de inkoopprijs is vastgesteld door 5% af te trekken van de verkoopprijs, terwijl men normaal gesproken zou verwachten dat een tussenhandelaar een percentage op de inkoopprijs zet, en het percentage van 5% precies overeenkomt met de jaarlijkse winstmarge genoemd in de jaarcijfers van Wells.
indictment, hiervoor geciteerd in 2.19 en 2.20, en de verklaring van [speciaal agent] , genoemd in 2.22) wordt in algemene zin gesproken over bedrijven van [X] , zonder dat deze met naam en toenaam worden vermeld. In dat licht bezien zegt het feit dat Wells in deze stukken niet specifiek is genoemd, niets over haar betrokkenheid bij de corruptie. Wat wel vaststaat is dat [X] een van de hoofdverdachten is in de Amerikaanse strafzaak, dat (bedrijven van) [X] steekpenningen heeft (hebben) betaald aan medewerkers van Bariven ter verkrijging van opdrachten voor zijn ondernemingen, en dat [X] banden heeft met Wells. Die feiten, in combinatie met de andere hiervoor genoemde feiten, maken het onaannemelijk dat Wells de Koopovereenkomst níet door corruptie heeft verkregen. De Koopovereenkomst zou dan een uitzondering moeten zijn in een complex van betalingen van steekpenningen ter verkrijging van opdrachten van Bariven, en dat terwijl: (i) Wells geen bonafide onderneming was, (ii) Wells onder dubieuze omstandigheden is toegelaten als verkoper aan Bariven, (iii) diverse medewerkers van Bariven die steekpenningen van [X] hebben ontvangen, betrokken zijn geweest bij de totstandkoming en latere wijziging van de Koopovereenkomst, (iv) de ondernemingen die biedingen hebben ingediend voor de aandrijfmotoren, alle aan [X] waren gelieerd, en (v) de biedingen van deze ondernemingen zo op elkaar waren afgestemd, dat Wells de laagste bieding deed. Dat de Koopovereenkomst in die context niet onder invloed van corruptie tot stand is gekomen, is onwaarschijnlijk; zo onwaarschijnlijk dat van Wells mag worden verlangd dat zij een bevredigende verklaring geeft voor de onregelmatigheden die de sterke aanwijzingen van corruptie wegneemt. Juist aan die verklaring heeft het ontbroken, zoals het scheidsgerecht zelf op meerdere plaatsen in het arbitrale vonnis heeft vastgesteld (zie onder andere 13.13 van het arbitrale vonnis (“
Wells has not contested the allegations mentioned under a through d”), 13.21 (“
Although these allegations, who are as such not contested by Wells, raise questions with regard to the manner in which the Purchase Order was obtained by Wells”), 13.31 (“
It follows from the above that the circumstances on which Bariven relied in support of its argument (…) undoubtedly raise questions as to the (legitimate) nature of Well’s conduct. Wells has not submitted clear arguments to explain the purpose of the transactions with the other companies.“)). Verder valt het Wells aan te rekenen dat zij, na een opdracht van het scheidsgerecht om de inkoopfactuur over te leggen, geen inkoopfactuur heeft overgelegd van de producent van de aandrijfmotoren, maar een “
redacted” factuur waarop geen naam van een leverancier te zien is. Ook in de procedure bij het hof heeft Wells geen verklaring gegeven die de sterke aanwijzingen van corruptie kan wegnemen, en een verweer gevoerd dat hoofdzakelijk op procedurele gronden is gebaseerd.
clear and convincing evidence” dat de Koopovereenkomst onder invloed van corruptie tot stand is gekomen (zie 13.31 van het arbitrale vonnis). Het hof is zich ervan bewust dat op grond van artikel 1039, eerste lid Rv de bewijslastverdeling ter vrije bepaling van het scheidsgerecht staat. Nu het gaat om een zo fundamentele rechtsregel als het verbod van corruptie dient het hof als gezegd zelfstandig te beoordelen of de Koopovereenkomst onder invloed van corruptie tot stand is gekomen. Hierbij acht het hof zich niet gebonden aan de bewijslastverdeling van het scheidsgerecht.
clear and convincing evidence” heeft bedoeld dat corruptie slechts zou kunnen worden aangenomen op grond van direct bewijs dat Wells de opdracht voor de levering van de twee aandrijfmotoren heeft verkregen dankzij de betaling van steekpenningen aan medewerkers van Bariven, heeft het scheidsgerecht naar het oordeel van het hof een te strenge maatstaf aangelegd. Personen of ondernemingen die zich schuldig maken aan corruptie zullen in het algemeen alles doen om die corruptie zo goed mogelijk te verhullen. Direct bewijs dat een opdracht is verkregen door betaling van steekpenningen zal daarom in het algemeen zeer moeilijk te leveren zijn. Tegen die achtergrond kan naar het oordeel van het hof totstandkoming van een overeenkomst onder invloed van corruptie worden aangenomen op grond van bewijzen van corruptie in de betrekkingen tussen (medewerkers van) de partijen bij die overeenkomst in een bredere context, zeker als de partij die ervan wordt beschuldigd de desbetreffende opdracht door corruptie te hebben verkregen, mogelijkheden om concrete aanwijzingen voor deze beschuldiging gemotiveerd te weerleggen, ongebruikt laat. Het hof volgt Wells niet in haar betoog dat de door het scheidsgerecht gehanteerde, strenge bewijsmaatstaf gerechtvaardigd is omdat de wetenschap van de corruptie van het (voormalige) management van Bariven aan Bariven moet worden toegerekend. De corruptie was erop gericht dat bedrijven van [X] lucratieve opdrachten van Bariven zouden verkrijgen. Dat was niet in het belang van Bariven, en de bij de corruptie betrokken managers van Bariven hadden er belang bij de corruptie voor Bariven verborgen te houden. Wetenschap van deze managers kan dus niet worden gelijkgesteld met wetenschap van Bariven zelf.
vendor bidding panelvoor de aandrijfmotoren zijn opgenomen, en zouden niet vijf andere, aan [X] gelieerde bedrijven in het
vendor bidding panelzijn opgenomen. En zonder corruptie zouden de biedingen van de bedrijven niet op elkaar zijn afgestemd zodat Wells de laagste bieding deed. Voor de beantwoording van de vraag of de Koopovereenkomst zonder de corruptie niet, of niet onder dezelfde voorwaarden, tot stand zou zijn gekomen, is het niet nodig dat daadwerkelijk
overpricingwordt vastgesteld. Dat er in dit geval sprake is geweest van
overpricingis overigens wel aannemelijk. Daarop was de corruptie immers gericht. Bovendien had Wells kennelijk aanleiding om de werkelijke inkoopprijs van de aandrijfmotoren verborgen te houden, gezien het feit dat zij een “
redacted” inkoopfactuur heeft overgelegd die niet afkomstig was van de leverancier van de aandrijfmotoren. Maar ook als er geen sprake is geweest van
overpricingzijn er voldoende aanwijzingen dat Wells de opdracht voor de levering van de aandrijfmotoren zonder de corruptie niet zou hebben gekregen. In dit verband is niet relevant dat de aandrijfmotoren zijn geleverd en door PDVSA in gebruik zijn genomen. Dat kan van belang zijn voor de omvang van eventuele ongedaanmakingsverbintenissen waarover het scheidsgerecht zich in een
obiter dictumheeft uitgelaten (zie 13.53 van het arbitrale vonnis, onder verwijzing naar 13.68 tot en met 13.74). De gevolgen van nietigheid van de Koopovereenkomst staan echter niet ter beoordeling van het hof.