ECLI:NL:GHDHA:2019:2437
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- A.N. Labohm
- A.H.N. Stollenwerck
- F. Ibili
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over kindgebonden budget en kinderbijslag tussen gescheiden ouders
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door de man tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. De man en de vrouw zijn gescheiden ouders van een minderjarige zoon en hebben een geschil over de toewijzing van een bedrag van € 3.926,70 aan kinderbijslag en kindgebonden budget. De man heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld om de vrouw te verbieden het vonnis van de kantonrechter te executeren, waarin hij was veroordeeld tot betaling van het genoemde bedrag aan de vrouw. De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen, wat de man heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
Het hof heeft vastgesteld dat de man geen belang meer heeft bij het hoger beroep, aangezien het vonnis van de kantonrechter in een eerder hoger beroep door het hof is vernietigd. Hierdoor kan de vrouw geen uitvoering geven aan het vonnis dat de man in hoger beroep wilde aanvechten. Het hof heeft daarom het hoger beroep van de man afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 30 juli 2019 door het Gerechtshof Den Haag, waarbij de betrokken rechters de zaak hebben beoordeeld en tot deze conclusie zijn gekomen.