Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
één enkele aanpakking’ van een opgevouwen deken toch op beide zijden DNA wordt achtergelaten, namelijk doordat zij de kleden heeft vastgepakt/vastgehouden.
dachtdat het slachtoffer de kleden in opgevouwen toestand aangepakt heeft: “U vraagt mij hoe het kan dat er een mengprofiel van celmateriaal van mij en [slachtoffer] op de kleden is aangetroffen. Dat weet ik niet. Ik denk dat ze de kleden heeft aangeraakt met het opruimen van de kelderbox. Wanneer ik de box opruim, pak ik de kleden, leg ik ze buiten neer en daarna ga ik aanvegen en dan de dozen weer opstapelen. De kleden heeft ze me aangegeven. Deze waren volgens mij toen opgevouwen.” Vervolgens heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep stellig verklaard dat het slachtoffer de deken in opgevouwen toestand voor de duur van vijf minuten heeft vastgehouden. Deze verklaringen zijn door de verdachte verder niet onderbouwd en tevens is onduidelijk op welke wijze zij dit zou hebben gedaan.
, waarna hijvervolgens met ontbloot onderlichaam op haar is gaan liggen en met zijn penis heen en weer heeft bewogen over de vagina van [slachtoffer] en
, waarna hijvervolgens met ontbloot onderlichaam op haar is gaan liggen en met zijn penis heen en weer heeft bewogen over de billen van [slachtoffer].
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 3.506,50 (drieduizend vijfhonderdzes euro en vijftig cent) bestaande uit € 6,50 (zes euro en vijftig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 3.506,50 (drieduizend vijfhonderdzes euro en vijftig cent) bestaande uit € 6,50 (zes euro en vijftig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.