ECLI:NL:GHDHA:2019:2176
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening door de man
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de man niet-ontvankelijk is verklaard in zijn hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 25 april 2018. De man had op 21 januari 2019 hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelde dat hij dit te laat had gedaan. De vrouw en de bijzondere curator stelden dat de man op het juiste adres was aangeschreven en dat de beschikking rechtsgeldig aan hem was betekend. Het hof overwoog dat de man niet had aangetoond dat hij op het moment van betekening in Turkije verbleef en dat hij op het adres stond ingeschreven. Hierdoor werd vastgesteld dat de man binnen drie maanden na betekening van de beschikking, dus uiterlijk op 1 augustus 2018, hoger beroep had moeten instellen. Aangezien de man dit pas op 21 januari 2019 deed, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De beslissing heeft ook gevolgen voor de eerder gegeven beschikking tot schorsing van de bestreden beschikking, die zijn werking verliest.