ECLI:NL:GHDHA:2019:2101

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
9 augustus 2019
Zaaknummer
22-000606-19
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet-naleving van bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 juli 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de veroordeelde, geboren in Turkije in 1984. De veroordeelde was in hoger beroep gegaan tegen een beslissing van de politierechter in de rechtbank Den Haag, die op 20 november 2018 een last tot (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging had gegeven van een eerder vonnis van 15 mei 2018. De advocaat-generaal heeft ter zitting op 26 juni 2019 gevorderd dat de niet ter terechtzitting verschenen veroordeelde niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep.

Het hof heeft vastgesteld dat de beslissing waarvan beroep is genomen op basis van de niet-naleving van een bijzondere voorwaarde, namelijk de meldplicht aan de reclassering, die bij het vonnis van 15 mei 2018 was opgelegd. Volgens artikel 14j, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht staat er geen rechtsmiddel open tegen een rechterlijke beslissing omtrent een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf, die geen deel uitmaakt van een uitspraak ter zake van andere strafbare feiten. De vernietiging van het vonnis van 15 mei 2018 door het hof op 21 januari 2019 heeft hierop geen invloed, aangezien de last tot tenuitvoerlegging niet vervalt door deze vernietiging.

Daarom heeft het hof besloten de veroordeelde niet-ontvankelijk te verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep. Dit arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het hof, waarbij mr. A.L. Frenkel en mr. J.J.H.M. van Gennip niet in staat waren het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000606-19
Parketnummer: 09-817288-18
Datum uitspraak: 10 juli 2019
VERSTEK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep van de veroordeelde:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortejaar] 1984,
[adres].
tegen de beslissing van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 20 november 2018, inhoudende de last tot (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging van de bij vonnis van die politierechter van 15 mei 2018 in de zaak voorwaardelijk opgelegde straf (beide beslissingen zijn gewezen onder hetzelfde parketnummer: parketnummer 09-817288-18).
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 26 juni 2019 gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen veroordeelde niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof stelt vast dat de beslissing waarvan beroep is gegeven op grond van niet-naleving van de bijzondere voorwaarde (meldplicht reclassering) die bij genoemd vonnis van de politierechter van 15 mei 2018 dadelijk uitvoerbaar was verklaard.
Ingevolge artikel 14j, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht staat tegen een rechterlijke beslissing omtrent een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf, die geen deel uitmaakt van een uitspraak ter zake van andere strafbare feiten, geen rechtsmiddel open.
Dat het vonnis van 15 mei 2018 waarbij de (deels) voorwaardelijk opgelegde straf is opgelegd bij onherroepelijk arrest van dit hof d.d. 21 januari 2019 is vernietigd, maakt dat niet anders. Een dergelijke vernietiging doet immers niet ook de last tot tenuitvoerlegging vervallen.
Het voorgaande brengt mee dat de veroordeelde niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen.
Het hof zal de veroordeelde daarom niet-ontvankelijk verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. T.B. Trotman,
mr. A.L. Frenkel en mr. J.J.H.M. van Gennip, in bijzijn van de griffier mr. R.S. Hogendoorn-Matthijssen.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 juli 2019.
Mr. A.L. Frenkel en mr. J.J.H.M. van Gennip zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.