Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[X AG.] ,
1.Het geding
2.De feiten
Method for Treating Joint Damage’. Het octrooi heeft – kort gezegd – betrekking op een behandelingsregime voor gewrichtsbeschadiging bij de ziekte reumatoïde artritis (RA) voor een specifieke patiëntenpopulatie, namelijk patiënten die onvoldoende reageerden op één of meer TNFα-remmers en die ten minste één eerdere rituximab-kuur hebben ondergaan. EP 304 doet een beroep op prioriteit van US 737,291 P (hierna: P1) met aanvraagdatum 15 november 2005 en van US 864,463 P (hierna: P2) met aanvraagdatum 6 november 2006. P1 is aangevraagd door onder meer [naam 1] en [naam 2] als twee van de uitvinders. [naam 1] was destijds werkzaam voor Biogen Idec Inc.
Employee Proprietary Information and Inventions and Dispute Resolution Agreement’. In deze overeenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
European League Against Rheumatism– in de vorm van een CD-rom beschikbaar is gemaakt (hierna: Keystone).
einstweilige Verfügungverzocht tegen Celltrions distributeur Mundipharma GmbH. Het Landgericht heeft het verzoek afgewezen omdat er naar zijn oordeel voorshands van moet worden uitgegaan dat EP 304 zal worden herroepen in oppositie. Naar het oordeel van het Landgericht kan voor het octrooi geen geldig beroep worden gedaan op prioriteit waardoor Keystone stand van de techniek wordt en daarmee nieuwheidsschadelijk is voor EP 304.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het hoger beroep
lex loci protectioniswordt verleend. De voorwaarden voor verlening en vernietiging van octrooien voor een bepaald land worden immers overeenkomstig artikel 2, eerste lid, Verdrag van Parijs (hierna: VvP) [1] bepaald door het recht van dat land, de
lex loci protectionis. Het recht van voorrang, dat betrekking heeft op de peildatum bij de beoordeling van nieuwheid en inventiviteit, maakt onderdeel uit van de regels van het recht van dat land betreffende verlening en vernietiging van octrooien.
lex loci protectionishet supranationale recht van het Samenwerkingsverdrag [2] en het Europees Octrooiverdrag (hierna: EOV) [3] , waarbij de materiële vereisten voor octrooieerbaarheid uitsluitend worden bepaald door het EOV (artikel 27, vijfde lid, Samenwerkingsverdrag). Het EOV stelt aan verlening van een Europees octrooi onder meer de eis dat het onderwerp van het octrooi nieuw en inventief is ten opzichte van de stand van de techniek (artikelen 52-56 EOV) en bepaalt dat een in strijd met die voorwaarde verleend Europees octrooi nietig wordt verklaard (artikel 138, eerste lid, sub a EOV). Het in de artikelen 87 tot en met 89 EOV geregelde recht van voorrang maakt onderdeel uit van die regels. Artikel 89 EOV bepaalt dat het recht van voorrang tot gevolg heeft dat de datum van indiening van de prioriteitsaanvraag wordt gehanteerd als – kort gezegd – peildatum bij de beoordeling van nieuwheid en inventiviteit.
lex loci protectionisvan toepassing. Het gaat dan immers om een vraag betreffende de bescherming (verlening en geldigheid) van een octrooirecht. In het onderhavige geval is de
lex loci protectionis, zoals hiervoor overwogen, het EOV.
lex rei sitae. [5] Dit valt samen met, en komt dus neer op toepasselijkheid van het recht van het land waarvoor de bescherming wordt gevraagd (de
lex loci protectionis). Anders dan partijen veronderstellen, worden in het onderhavige geval dan dus ook goederenrechtelijke kwesties met betrekking tot het recht van voorrang niet beheerst door federaal Amerikaans recht, maar door het EOV.
lex loci protectionis. In het onderhavige geval is dat het EOV.
per analogiamvan toepassing. Zo kan het EOB niet worden vergeleken met de schuldenaar tegen wie een aanspraak geldend kan worden gemaakt. Ook na verlening van het octrooi kan, bijvoorbeeld in een nietigheidsprocedure, een beroep op het recht van voorrang worden gedaan; dan wordt dat beroep niet jegens het EOB gedaan. In die zin is het recht van voorrang – voor zover het moet worden aangemerkt als een vermogensrecht – eerder te vergelijken met een recht
erga omnes.
vanoverdracht is waarbij het recht van voorrang bij voorbaat wordt overgedragen of een overeenkomst
totoverdracht, waarbij een nadere overeenkomst nodig is voor de overdracht.
Proprietary Informationbij voorbaat worden overgedragen, dat wil zeggen dat die rechten bij het ontstaan ervan direct overgaan zonder dat een nadere overeenkomst nodig is. Ook Celltrion gaat daarvan uit.
Proprietary Informationdie krachtens artikel 5 van de Overeenkomst zijn overgedragen. Het begrip
Proprietary Informationis in artikel 4 namelijk breed gedefinieerd als ‘
information that has been created, discovered, developed, or otherwise become known to the Company (including without limitation information created, discovered, developed, or made known by me) and/or in which property rights have been assigned or otherwise conveyed to the Company, which information has commercial value in the business in which the Company is engaged or will engage and is not generally known to the public’. Onder deze definitie vallen onmiskenbaar (vermeende) uitvindingen die [naam 1] (mede) heeft gedaan, zoals de materie die is geclaimd in EP 304. Dat wordt bevestigd door de rest van de tekst van artikel 4, waarin bij wijze van illustratie staat dat
Proprietary Informationonder meer omvat ‘
inventions’. Het betoog van Celltrion dat
octrooieerbareuitvindingen niet onder die term ‘
inventions’ vallen, kan geen stand houden. Het genus ‘uitvinding’ omvat immers het species ‘octrooieerbare uitvinding’. Bovendien spreekt artikel 5 uitdrukkelijk over ‘
patents’ met betrekking tot
Proprietary Information, dus ook de tekst van de Overeenkomst maakt duidelijk dat het begrip ‘
Proprietary Information’ octrooieerbare uitvindingen omvat. Daar komt bij dat artikel 4 ook ‘
nonpublic patent applications’ noemt als voorbeeld van
Proprietary Information. De prioriteitsaanvrage is, zoals Biogen onbestreden heeft opgemerkt, een
nonpublic patent application.
Proprietary Information, zoals uitvindingen en niet-gepubliceerde octrooiaanvragen. Het gebruik van de termen ‘
any rights’ duidt er immers op dat
allerechten met betrekking tot
Proprietary Informationonder de overdracht vallen. Het feit dat het begrip ‘recht van voorrang’ als zodanig niet voorkomt in de Overeenkomst is, anders dan de rechtbank heeft aangenomen, gelet op de hiervoor genoemde breedte van de gebruikte termen, geen grond voor uitsluiting van rechten van voorrang van de overdracht. Het hof ziet, anders dan de rechtbank, ook geen aanwijzing voor een restrictieve uitleg in het feit dat artikel 5 bepaalt dat
‘[a]ll Proprietary Information shall be the sole and exclusive property of the Company […], and the Company […] shall be the sole and exclusive owner of all patents or other rights in connection therewith.’ Integendeel, deze clausule bevestigt dat partijen hebben beoogd dat zowel de eigendom van
Proprietary Information, als octrooien en andere rechten met betrekking tot
Proprietary Information, komen te rusten bij de werkgever van [naam 1] .
will assign to the Company […] any rights in […] Inventions’. Niet ter discussie staat dat die clausule, anders dan artikel 5, geen overdracht bij voorbaat betreft, maar een verbintenis tot overdracht bij een nadere rechtshandeling. Zoals Biogen heeft opgemerkt, moet deze clausule worden begrepen in het licht van de rest van artikel 10, dat [naam 1] ertoe verplicht – samengevat – zijn werkgever bij te staan bij het verkrijgen van octrooien op uitvindingen die [naam 1] in het kader van zijn dienstbetrekking heeft gedaan. Het sluiten van een overeenkomst tot overdracht van een recht dat ook al krachtens artikel 5 is overgegaan, kan daarvan onderdeel uitmaken. Zo kan het met het oog op het bewijs van de overdracht in een verleningsprocedure wenselijk zijn dat partijen de overdracht van een specifiek recht met betrekking tot een specifieke uitvinding bevestigen in een afzonderlijke overeenkomst, zodat ook voor derden zoals het octrooibureau buiten kijf staat dat een bepaald recht is overgedragen. Die latere overeenkomst sluit dan niet uit dat eerder hetzelfde recht is overgedragen, maar dient ter bevestiging van die overdracht.
United States Patent and Trademark Office. De door Biogen overgelegde verklaring van [naam 1] bevestigt dat ook hij de latere overeenkomst op die manier had begrepen. Dat de tekst van de latere overeenkomst geen melding maakt van de Overeenkomst, staat daar niet aan in de weg.