ECLI:NL:GHDHA:2019:1930
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en afwikkeling huwelijkse voorwaarden met betrekking tot kosten van de huishouding en ASR polis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw in hoger beroep is gekomen van eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam. De vrouw vordert onder andere vernietiging van de vonnissen van 8 maart 2017 en 26 juli 2017, waarin onder andere de verdeling van notariskosten en alimentatie is vastgesteld. Het hof heeft op 23 april 2019 arrest gewezen, waarbij het hof de bestreden vonnissen gedeeltelijk heeft vernietigd en de man heeft veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.956,16 aan de vrouw. Het hof heeft geoordeeld dat de man ook een bedrag van € 115,70 ter zake ONVZ premies en € 104,15 ter zake SAA premies aan de vrouw moet betalen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam voor het overige bekrachtigd. De zaak betreft ook de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden, waarbij de vrouw en de man met uitsluiting van gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De vrouw heeft diverse vorderingen ingediend, waaronder een vordering tot betaling van kosten van de huishouding en een vordering met betrekking tot de ASR polis. Het hof heeft de grieven van de vrouw afgewezen, met uitzondering van de vordering tot betaling van de genoemde bedragen.