Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1967 en thans gedetineerd in Huis van Bewaring Zwolle, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren voor doodslag op zijn 74-jarige schoonvader. De verdachte had op 16 juni 2017 in Bodegraven zijn schoonvader met een hondenriem gewurgd, wat leidde tot de dood van het slachtoffer. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een gevangenisstraf van zeven jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de terechtzittingen in eerste aanleg en het hoger beroep. Het hof oordeelde dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, maar dat hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar was. Dit werd onderbouwd door rapportages die aantoonden dat de verdachte leed aan een bipolaire stoornis en dat zijn mentale draagkracht onder druk stond ten tijde van het delict. Het hof heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en het lage recidiverisico. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 17 juli 2019.