ECLI:NL:GHDHA:2019:1819
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A.H.N. Stollenwerck
- A.N. Labohm
- O.I.M. Ydema
- Rechtspraak.nl
Beroep op functioneel verschoningsrecht door verpleegkundigen in testamentzaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, ging het om een hoger beroep van de jongste zoon van erflaatster tegen de dochter en de oudste zoon. De zaak draaide om de vraag of erflaatster, ten tijde van het opstellen van haar testament op 6 januari 2012, in staat was haar wil te bepalen, gezien haar Alzheimerdementie. Het hof had eerder in een tussenarrest van 28 november 2017 de jongste zoon toegelaten tot het leveren van bewijs. Dit bewijs moest worden geleverd door middel van getuigen, waaronder twee verpleegkundigen die zorg verleenden aan erflaatster. Tijdens het getuigenverhoor op 10 juli 2018 en 26 november 2018 beroepen de verpleegkundigen zich op hun functioneel verschoningsrecht, wat hen zou toestaan om geen informatie te verstrekken over de medische en geestelijke toestand van erflaatster zonder haar toestemming.
Het hof oordeelde dat de verpleegkundigen, gezien hun rol en de vertrouwelijkheid van de informatie die zij hadden, recht hadden op dit verschoningsrecht. Het hof benadrukte dat het verschoningsrecht niet alleen de bescherming van de betrokkene beoogt, maar ook de beroepsgeheimhouder. De verpleegkundigen mochten erop vertrouwen dat zij geen informatie over erflaatster aan derden zouden verstrekken, noch tijdens haar leven, noch na haar overlijden. Het hof wees het beroep op het verschoningsrecht van beide verpleegkundigen toe, en verwees de zaak naar de rol van 30 juli 2019 voor verdere behandeling.