2.2.Het gaat in deze zaak om het volgende.
- i) [A] is enig aandeelhouder en bestuurder van appellante sub 1 (hierna: [X Beheer B.V.] ).
- ii) [X Beheer B.V.] had drie dochtermaatschappijen: [X Onroerend Goed B.V.] (appellante sub 2, hierna: [X Onroerend Goed B.V.] ), A. [Y Onroerend Goed B.V.] (hierna: [Y Onroerend Goed B.V.] ) en B. [Z Onroerend Goed B.V.] (hierna: [Z Onroerend Goed B.V.] ). De feitelijke werkzaamheden (onder meer horeca-activiteiten) vonden plaats in [X Onroerend Goed B.V.] . In de andere twee werkmaatschappijen was het onroerend goed ondergebracht.
- iii) [de maatschap] is een accountants- en advieskantoor. Vanaf eind 2009 heeft zij diverse opdrachten voor [X c.s.] uitgevoerd. Op deze opdrachten zijn de SRA-voorwaarden van toepassing.
- iv) Bij brief van 5 maart 2010 heeft [de maatschap] aan [X Beheer B.V.] bevestigd dat [X Beheer B.V.] opdracht aan [de maatschap] heeft gegeven om haar te adviseren en te begeleiden bij de overdracht van de aandelen in [X Onroerend Goed B.V.] , [Y Onroerend Goed B.V.] en [Z Onroerend Goed B.V.] aan een nog op te richten vennootschap van zijn dochter [B] . De achtergrond van deze opdracht was de wens van [A] om zijn dochter te laten ingroeien in de ondernemingen van haar vader zodat zij de ondernemingen in de toekomst zou kunnen overnemen.
- v) In een notitie van 16 juli 2010 schrijft [de maatschap] :
“Inleiding
Het voornemen bestaat om in het kader van bedrijfsopvolging aandelen in de dochtervennootschappen over te dragen aan een door [B] op te richten houdstervennootschap. Hierbij is het van belang dat de toekomstige waardevermeerdering van de onderneming bij haar terecht komt.
(…)
Aan [de maatschap] (…) is verzocht om in dit kader advies te geven over de fiscaal meest optimale overdracht.
Herstructurering
Uitgangspunt is dat de waarde die tot en met nu is opgebouwd bij de huidige directeur grootaandeelhouder blijft. Dit wordt bereikt doordat de huidige aandelen in de dochtervennootschappen worden omgezet in cumulatief preferente aandelen. Op deze aandelen wordt jaarlijks een dividend uitgekeerd. Dit dividend is bijvoorbeeld 5%. Dit betekent dat als de cumulatief preferente aandelen een waarde hebben van € 1.000.000, jaarlijks in totaal € 50.000 dividend uitgekeerd dient te worden aan [X Beheer B.V.] (…). Indien in een jaar de winst van het concern niet toereikend is, dient dit in een later jaar te worden ingehaald. Bedraagt de totale winst na vennootschapsbelasting van de dochtervennootschappen, bijvoorbeeld in jaar 1, € 40.000 en in jaar 2, € 65.000 dan wordt in jaar 1, € 40.000 dividend aan [X Beheer B.V.] (…) uitgekeerd. In jaar 2 wordt eerst € 50.000 dividend aan [X Beheer B.V.] (…) uitgekeerd. Vervolgens wordt nog eens € 10.000 dividend uitbetaald aan [X Beheer B.V.] (…) betrekking hebbend op jaar 1 (waarop nog recht bestond). De resterende winst ad € 5.000 wordt toegerekend aan de aandelen in de dochtervennootschappen die door de houdstervennootschap van [B] worden gehouden. Bovenstaande betekent wel dat er in de loop der jaren een winst behaald dient te worden die toereikend is om het dividend uit te keren.”
( vi) In het kader van de uitvoering van de opdracht heeft [de maatschap] overleg gevoerd met de Belastingdienst over de verschuldigdheid van vennootschapsbelasting tijdens en na de herstructurering en over andere fiscale aspecten van het herstructureringsplan.
( vii) Uiteindelijk is in 2011 – na overleg met de Belastingdienst en op advies van [de maatschap] – besloten de bestaande aandelen van [X Beheer B.V.] in de werkmaatschappijen om te zetten in cumulatief preferente aandelen en om nieuwe cumulatief preferente aandelen uit te geven, in beide gevallen tegen een dividend van 6% per jaar. De totale waarde van de aandelen in de werkmaatschappijen is met goedvinden van de Belastingdienst gesteld op € 1.000.000,-. Verder werd op 1 juli 2011 [B Beheer B.V.] (hierna: [B Beheer B.V.] ) opgericht, waarvan [B] enig aandeelhoudster en bestuurster is. Bij notariële akte van 14 september 2011 zijn er per vennootschap 18.000 nieuwe “gewone” aandelen uitgegeven voor een nominaal bedrag van € 18.000,-. Deze aandelen zijn verkregen door [B Beheer B.V.] . Het was destijds de bedoeling dat de werkmaatschappijen te zijner tijd de cumulatief preferente aandelen van [X Beheer B.V.] zouden inkopen. Na die inkoop zou [B Beheer B.V.] de enig aandeelhoudster van de drie dochtervennootschappen zijn. Dit is echter nooit gebeurd.
( viii) In februari 2014 hebben partijen afgesproken dat de werkzaamheden inzake de jaarstukken door een nieuwe accountant zouden worden overgenomen. [de maatschap] is de overige werkzaamheden blijven uitvoeren.
( ix) Er is in 2014 tussen partijen een geschil ontstaan over de betaling van diverse facturen van [de maatschap] , waaronder de facturen die betrekking hebben op de herstructurering. [de maatschap] heeft begin 2015 een tweetal vorderingen jegens [X Beheer B.V.] , [B Beheer B.V.] , [X Onroerend Goed B.V.] en [Y Onroerend Goed B.V.] aanhangig gemaakt tot betaling van haar facturen. In de conclusie van antwoord van 22 april 2015 hebben [X c.s.] onder meer naar voren gebracht dat [de maatschap] niet op de juiste wijze heeft geadviseerd en dat zij als gevolg daarvan schade hebben geleden. Zij hebben terzake een beroep gedaan op verrekening. De rechtbank heeft dit verweer gepasseerd met toepassing van art. 6:136 BW. Bij vonnis van 9 december 2015 zijn [X Beheer B.V.] , [B Beheer B.V.] , [X Onroerend Goed B.V.] en [Y Onroerend Goed B.V.] veroordeeld tot betaling van in totaal in hoofdsom (ongeveer) € 86.000,-. Het gerechtshof Den Haag heeft dit vonnis bij arrest van 27 februari 2018 bekrachtigd.
( x) Bij brief van 10 december 2015 hebben [X c.s.] [de maatschap] aansprakelijk gesteld voor de schade die zij hebben geleden in verband met het volgens hen (gebrekkige) advies over de herstructurering.
( xi) Bij notariële akten van 28 december 2015 heeft [B Beheer B.V.] haar aandelen in de drie werkmaatschappijen aan dezen geleverd. De drie werkmaatschappijen hebben de ingekochte aandelen ingetrokken. Bij akte van fusie van 15 juni 2016 zijn [Z Onroerend Goed B.V.] en [Y Onroerend Goed B.V.] gefuseerd met [X Onroerend Goed B.V.] , waarbij [X Onroerend Goed B.V.] het gehele vermogen van deze vennootschappen heeft verkregen.