ECLI:NL:GHDHA:2019:1492
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- A.H.N. Stollenwerck
- A.N. Labohm
- B. Breederveld
- Rechtspraak.nl
Aanhouding van echtscheidingsprocedure in afwachting van Tunesische rechterlijke uitspraak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een echtscheidingsprocedure. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in Tunesië een echtscheidingsprocedure gestart voordat de vrouw haar verzoek in Nederland indiende. De man betwist de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en heeft de exceptie van litispendentie ingeroepen. De vrouw stelt echter dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat de Tunesische rechter in een eerdere procedure de beschikking heeft vernietigd, waardoor er geen echtscheidingsverzoek meer aanhangig is in Tunesië.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw op 9 februari 2015 een echtscheidingsverzoek bij de rechtbank Den Haag heeft ingediend, terwijl de man op 1 december 2014 een verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank te Bizerte, Tunesië, heeft ingediend. Aangezien er geen verdragen zijn tussen Nederland en Tunesië die betrekking hebben op litispendentie, is artikel 12 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing. Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak aan te houden in afwachting van de uitspraak van de Tunesische rechter, omdat de bevoegdheid van deze rechter nog niet vaststaat.
De beslissing van het hof houdt in dat de behandeling van de zaak is aangehouden tot 31 augustus 2019, met het verzoek aan partijen om het hof te informeren over de voortgang van de cassatieprocedure in Tunesië. Het hof heeft verder geen beslissing genomen over de inhoudelijke verzoeken van de man en de vrouw.