ECLI:NL:GHDHA:2019:1491

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2019
Publicatiedatum
14 juni 2019
Zaaknummer
22-005418-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel door het vervoeren van twee Pakistaanse personen zonder legale verblijfstitel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Groot-Brittannië in 1965 en thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden voor mensensmokkel. De tenlastelegging betrof het vervoeren van twee Pakistaanse personen zonder legale verblijfstitel in Nederland, waarbij de verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat hun toegang of doorreis wederrechtelijk was. Tijdens de zitting in hoger beroep op 28 maart 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg. De verdediging stelde dat de verdachte niet wist dat de toegang tot Nederland wederrechtelijk was, maar het hof verwierp dit verweer. Het hof oordeelde dat de verdachte op basis van zijn verklaring aan de politie wist dat de mannen asiel wilden aanvragen, wat leidde tot de conclusie dat hij op de hoogte was van de wederrechtelijkheid van hun situatie.

Het hof heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van het onderdeel van de tenlastelegging dat betrekking had op handelen uit winstbejag, maar heeft wel vastgesteld dat hij schuldig was aan mensensmokkel. De strafmotivering hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij het hof opmerkte dat zijn handelen bijdroeg aan een illegaal circuit dat maatschappelijk ongewenste effecten heeft. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte strafbaar verklaarde voor het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005418-17
Parketnummer: 10-750262-17
Datum uitspraak: 11 april 2019
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 december 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Groot-Brittannië) op [geboortejaar] 1965,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 28 maart 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 21 juli 2017 tot en met 24 juli 2017 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althans in Nederland en/of Calais, althans in Frankrijk en/of in België en/of in Duitsland 2 (twee), althans één of meer perso(o)n(en) met de Pakistaanse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door, en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, immers heeft hij, verdachte
- bovengenoemde pers(o)n(en) in een personenvoertuig en/of een caravan vervoerd van Calais, Frankrijk en/of door België en/of door Duitsland en/of in/naar Nederland en/of door Nederland, en/of
- een ticket aangeschaft voor de ferry ([x]) naar Groot-Brittannië ,
en/of
(aldus) de toegang tot en/of het transport en de doorreis door en/of het verblijf in Nederland en/of Frankrijk en/of België en/of Duitsland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie van die bovengenoemde pers(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Gevoerd verweer
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig zijn overgelegde pleitnotities - op het standpunt gesteld dat de verdachte van het hem ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe – onder meer - aangevoerd dat niet is gebleken dat de verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat de toegang tot of de doorreis door Nederland van de twee personen die hij een lift naar Nederland heeft gegeven, wederrechtelijk was.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
De verdachte heeft op 24 juli 2017 tegenover de politie verklaard dat één van de mannen tegen hem had gezegd dat zij asiel wilden aanvragen in Nederland of Frankrijk.
Gelet op deze verklaring is het hof van oordeel dat de verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat de toegang tot of de doorreis door Nederland van de twee betreffende personen wederrechtelijk was.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Partiële vrijspraak
Anders dan de rechtbank in eerste aanleg heeft geoordeeld en waartoe de advocaat-generaal heeft geconcludeerd, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte uit winstbejag heeft gehandeld, zodat de verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in
of omstreeksde periode van 21 juli 2017 tot en met 24 juli 2017
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althansin Nederland
en/of Calais, althans in Frankrijk en/of in België en/of in Duitsland2 (twee)
, althans één of meerperso
(o)n
(en
)met de Pakistaanse nationaliteit
, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
, en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland
en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft
terwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s) (telkens
)wist
(en)of ernstige redenen had
(den)te vermoeden dat die toegang of die doorreis
en/of dat verblijfwederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte
- bovengenoemde pers
(o
)n
(en
)in een personenvoertuig en/of een caravan vervoerd
van Calais, Frankrijk en/of door België en/of door Duitsland en/ofin/naar Nederland en
/ofdoor Nederland, en
/of
- een ticket aangeschaft voor de ferry ([x]) naar Groot-Brittannië,
en/of
(aldus
)de toegang tot
en/of het transporten de doorreis door
en/of het verblijf inNederland
en/of Frankrijk en/of België en/of Duitsland en/of een andere lidstaat van de Europese Unievan die bovengenoemde pers
(o
)n
(en
) georganiseerd en/of gecoördineerd en/ofgefaciliteerd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:

mensensmokkel, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel door twee personen in zijn auto en/of caravan in en door Nederland te vervoeren terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die toegang of die doorreis van die personen wederrechtelijk was.
Verdachtes handelen doorkruist het overheidsbeleid aangaande bestrijding van wederrechtelijke toegang tot en doorreis door Nederland en draagt bij aan het in stand houden van een illegaal circuit dat maatschappelijk ongewenste effecten met zich brengt.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 12 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit. Wel heeft het hof rekening gehouden met de omstandigheid dat de verdachte blijkens een omvangrijk uittreksel uit het European Criminal Records Information System (ECRIS) van 4 augustus 2017 in Groot-Brittannië voor ernstige strafbare feiten is veroordeeld.
Gelet hierop en op de ernst van het feit is het hof van oordeel dat niet anders gereageerd kan worden dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 11 april 2019.