ECLI:NL:GHDHA:2019:1341
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M.J. de Haan-Boerdijk
- I.P.A. van Engelen
- M.C.R. Derkx
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in diefstalzaak met niet-ontvankelijke vordering schadevergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van een Volkswagen Transporter met lading, maar het hof heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte is vrijgesproken van zowel de diefstal als de medeplichtigheid aan de diefstal. Het hof heeft vastgesteld dat de auto op 29 december 2016 in Schiedam is weggenomen en dat de verdachte pas uren later de auto heeft opgehaald, waardoor hij niet meer als medeplichtige kan worden aangemerkt.
Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 15.675,44 had ingediend. Het hof heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De advocaat-generaal had gevorderd dat de vordering tot schadevergoeding zou worden toegewezen, maar aangezien de verdachte niet schuldig is bevonden, is er geen basis voor schadevergoeding. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte is vrijgesproken en de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard in de vordering tot schadevergoeding.