Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.De feiten
Communication System”, verleend op 7 maart 2007 op een aanvraag van 20 april 2004, met een beroep op prioriteitsdatum 3 mei 2003 van GB 03 10289. Het octrooi kent 44 conclusies, waarvan de onafhankelijke conclusie 1 en de daarvan afhankelijke conclusies 2 tot en met 22 zien op een radiostation, onafhankelijke conclusie 23 op een radiocommunicatiesysteem en onafhankelijke conclusie 24 en de daarvan afhankelijke conclusies 25 tot en met 44 betrekking hebben op een werkwijze. Conclusies 1, 9, 10, 12, 23, 24, 32, 33 en 35 van EP 511 luiden in de oorspronkelijke Engelse taal:
wherein, between the times of the first and second criteria being met, the transmission of the data block continues at a lower power level”.
and wherein the power level at which the data block is transmitted between the times of the first and second criteria being met, varies during the predetermined time period.”
Data arrives to the coding unit in form of a maximum of one transport block once every transmission time interval (TTI)” worden de data die door het mobiele station via een of meer van de E-DPDCH kanalen naar het basisstation worden verzonden, onderverdeeld in datablokken (‘transport blocks’). Tevens wordt in TS 125 212 voorgeschreven dat aan een datablok onder meer een CRC (Cyclic Redundancy Check) wordt toegevoegd bestaande uit 24 bits. CRC-bits zijn pariteitschecksymbolen (zie 2.11 hiervoor).
An unmodulated, direct-sequence spread spectrum signal transmitted continuously by a CDMA mobile station. A reverse pilot channel provides a phase reference for coherent demodulation and may provide a means for signal strength measurement”. Via dit kanaal zendt het mobiele station continu ‘pilot signals’ aan het basisstation. Over het Reverse Dedicated Control Channel worden besturingsberichten gestuurd en over het Reverse Fundamental Channel spraakberichten. Het Reverse Supplemental Channel is in de 3GPP2-standaard gedefinieerd als: “
A portion of a Radio Configuration 3 through 6 Reverse Traffic Channel which operates in conjunction with the Reverse Fundamental Channel or the Reverse Dedicated Control Channel in that Reverse Traffic Channel to provide higher data rate services, and on which higher-level data is transmitted.” Over dit kanaal worden gebruikersgegevens (tekstberichten, foto’s, etc.) gestuurd.
For fixed quality-of-service constraints and varying channel interference, how should a mobile node in a wireless network adjust its transmitter power so that energy consumption is minimized? Several transmission schemes are considered, and optimal solutions are obtained for channels with stationary, extraneous interference. A simple dynamic power management algorithm based on these solutions is developed. The algorithm is tested by a series of simulations, including the extraneous-interference case and the more general case where multiple, mutually interfering transmitters operate in a therefore highly responsive interference environment. Power management is compared with conventional power control for models based on FDMA/TDMA and CDMA cellular networks. Results show improved network capacity and stability in addition to substantially improved battery life at the mobile terminals.”
However, in the conventional reception/transmission apparatus descried above, the transmission power is controlled to be increased in the case where the reception quality decreases by the decrease of the reception level due to the fading, or the like, and to be decreased in the case of the good communication quality. In the case where the reception level decreases due to the fading, it is necessary to increase the transmission level to tens of dB to transmit, which requires a transmission amplifier to have a large dynamic range. However, especially in the mobile station, the requirements for a battery life and specification on amplifiers have become severe, which makes it difficult to use an amplifier with the large dynamic range. In addition, the increase of the level makes the instant interference (to signals of other users) high in the CDMA communication.” (kolom 2, r. 19-34)
Thus, according to the first embodiment, since the transmission power control inversely corresponding to reception quality is performed along with interleaving, error correction and so on, the averaged transmission power can be reduced. Therefore, the battery saving of the mobile station is achieved more than the conventional apparatuses and the peak transmission power is suppressed. That allows moderating of the specification of amplifiers, further reducing of the cost and power consumption of the transmission/reception apparatus. In addition, it is possible to improve the system capacity more than the conventional constitution because the decrease of the averaged transmission power results in the decrease of interference (volume) in the CDMA system.” (kolom 6, r. 6-19)
Methods and apparatuses for a closed-loop power control in a code-division multiple-access communication system wherein both received signal quality and communication channel quality are used to determine appropriate transmitter power, and transmission may be suspended when a channel quality metric, such as by short-term fading, degrades below a preset minimum threshold, or when a commanded transmitter power exceeds a preset maximum threshold, and wherein the transmitter power is controlled to mitigate fading effects so that received signal quality metric, such as by the average received signal power or by the average received SIR over a control cycle, approaches a preset desired level, and by momentarily suspending a remote terminal, overall system capacity and throughput may be enhanced.”
3.Het geschil in eerste aanleg en in hoger beroep
4.De beoordeling
within the predetermined time period’
The second criterion, for determining when to increase the transmit power and if appropriateresume the full trackingof the variations in channel quality by the transmit power level, (…)” (onderlijning toegevoegd). De woorden ‘if appropriate’ zal de vakman, in context gelezen, begrijpen als: in alle gevallen, behalve als (opnieuw) de drempelwaarde overschreden dreigt te worden (en een volgend ‘eerste criterium’ zich aandient).
Volgens het octrooi behoeft het basisstation niet te worden aangepast, maar kan het basisstation TPC commando's of power control bits blijven versturen volgens de stand van de techniek. In de alternatieve implementatie moet echter wel het mobiele station worden aangepast door de TPC commando's of de power control bits te duiden als indicaties van de signaalkwaliteit en de eerste en tweede criteria toe te passen.” Dat conclusies 1 tot en met 9 niet het gebruik van TPC commando’s voorschrijven, maar ook zien op het gebruik van andere kwaliteitsindicatoren – bijvoorbeeld een ‘signal quality measurement’ door het mobiele station van de kwaliteit van een door het basisstation verzonden (downlink) signaal – doet daaraan niet af. Dit is een uit de stand van de techniek bekende (ook in de 3GPP2-standaard toegepaste) variant van kanaalkwaliteitsmeting, aangeduid als ‘open loop power control’ die in een conventioneel besturingsschema kan worden toegepast, zoals ook in paragraaf 23-25 van de beschrijving uiteengezet.
between the times of the first and second criteria being met’ zal de gemiddelde vakman begrijpen dat wordt gedoeld op de situatie ná het intreden van het eerste criterium en derhalve nadat het zendvermogen op basis daarvan is verlaagd en voor het intreden van het tweede criterium op grond waarvan het datazendvermogen weer zal worden verhoogd. Hij vindt voor die lezing bevestiging in paragraaf 30 van de beschrijving: “
During operation of the first radio station after decreasing the data transmit power following the first criterion being met and before the second criterion is met, the transmission power may be either (a) switched off, (b) continued at a reduced and constant level, or (c) continued at a reduced and variable level, to some extent tracking variations in channel quality.”
lower power level’ wordt verwezen naar het zendvermogen ná toepassing van het eerste criterium voor het verlagen van het zendvermogen en vóór toepassing van het tweede criterium voor het verhogen van het zendvermogen. Het woord ‘lower’ zal daarbij worden begrepen als lager dan het niveau van het zendvermogen voorafgaand aan de toepassing van het eerste criterium op basis waarvan het is verlaagd.
onmiddellijk– derhalve op slotbasis – kan én moet worden verlaagd, zodra het mobiele station bij opvolging van een power control bit in de situatie zou komen dat deze “
is unable to transmit at the requested output power level” (hierna ook kortweg aangeduid als ‘unable’ is) zoals vermeld op pag. 2-47 van de 3GPP2-standaard (zie 4.21 hierna). In het bijzonder zou dit volgens Wiko volgen uit de voorwaarde van de laatste zin van de bewuste passage, dat het zendvermogen van het Reverse Pilot Channel in overeenstemming blijft met de per slot ontvangen power control commands. Voorts zou het datazendvermogen op het Reverse Supplemental Channel ook weer worden verhoogd zodra daarvoor de mogelijkheid ontstaat doordat de kanaalkwaliteit verbetert en het zendvermogen van het Reverse Pilot Channel in overeenstemming met ontvangen power control commands weer wordt verlaagd. Volgens Wiko volgt dat uit pag. 2-53 dat voorschrijft dat de vastgestelde offset (ratio) moet worden gehandhaafd (zie 4.30 hierna). Die offset zou de gemiddelde vakman zien als een ‘default’ offset, waarvan kan worden afgeweken in de situatie dat het mobiele station ‘unable’ is als bedoeld op pag. 2-47 en waarnaar moet worden teruggekeerd zodra die situatie zich niet langer voordoet.
For closed loop correction on the Reverse Traffic Channel (with respect to the open loop estimate), the mobile station shall adjust its mean output power level in response to each valid power control bit (see 3.1.3.1.10) received on the Forward Fundamental Channel or the Forward Dedicated Control Channel”
Forward Power Control Subchannel” van de 3GPP2-standaard is bepaald dat het basisstation iedere 1.25 ms de signaalsterkte van het mobiele station meet en aan de hand daarvan de waarde van de ‘power control bit’ bepaalt. Zo’n bit (power control command) wordt iedere 1.25 ms (dus per slot) door het basisstation aan het mobiele station verzonden. Per 20ms frame ontvangt het mobiele station 16 power control commands. Met een ‘0’-bit wordt een commando aan het mobiele station gegeven dat het de ‘mean output power level’ dient te verhogen, een ‘1’-bit geeft aan dat het ‘mean output power level’ dient te worden verlaagd. In reactie op iedere ontvangen power control bit past het mobiele station zijn ‘mean output power level’ aan.
2.1.2 Power Output Characteristics” de volgende paragraaf opgenomen:
2.1.2.1 Maximum Output Power
magniet.
kanniet.
Closed Loop Output Power” (zie 4.18 hiervoor) is op pag. 2-47 de volgende passage opgenomen:
For the Reverse Traffic Channel with Radio Configuration 3 through 6, if the mobile station is unable to transmit at the requested output power level, it shall reduce the data rate on the Reverse Fundamental Channel, or reduce the transmission power or terminate transmission on at least one of the following code channels that are active: the Reverse Fundamental Channel, the Reverse Supplemental Channels, or the Reverse Dedicated Control Channel. The mobile station shall perform this action not later than the 20 ms frame boundary occurring no later than 40 ms after determining that the mobile station is unable to transmit at the requested output power level. The mobile station should attempt to reduce the transmission power, the data rate, or terminate transmission first on the code channel with the lowest priority. The mobile station shall transmit at the commanded output power level on the Reverse Pilot Channel.”
The mobile station shall perform this action not later than the 20 ms frame boundary occurring no later than 40 ms after determining that the mobile station is unable to transmit at the requested output power level.”
The mobile station shall transmit at the commanded output power level on the Reverse Pilot Channel.” Hierop wordt hierna (in 4.32 e.v.) teruggekomen.
Code Channel Output Power for Reverse Traffic Channel with Radio Configuration 3, 4, 5, or 6” op pag. 2-49 is bepaald dat het zendvermogen van het Reverse Fundamental Channel, het Reverse Supplemental Channel en het Reverse Dedicated Control Channel zal worden vastgesteld gerelateerd aan (‘relative to’) het zendvermogen van het Reverse Pilot Channel. Het mobiele station moet ieder van de Reverse Fundamental Channel, Reverse Supplemental Channel en Reverse Dedicated Control Channel uitzenden op een vermogen berekend volgens navolgende formule:
The mobile station shall set the output power of the Reverse Fundamental Channel, the Reverse Supplemental Channel, and the Reverse Dedicated Control Channel relative to the output power of the Reverse Pilot Channel. The mobile station shall transmit each of the Reverse Fundamental Channel, Reverse Supplemental Channel, and Reverse Dedicated Control Channel at an output power given by
None of those terms can change during a frame period” (par. 21 2e verklaring).
The mobile station shall maintain a Reverse Link Nominal Attribute Gain Table containing the nominal Reverse Fundamental Channel, Reverse Supplemental Channel, or Reverse Dedicated Control Channel power relative to the Reverse Pilot Channel power for each transmission rate, frame duration, and coding rate supported by the mobile station”.
The mobile station shall maintain the ratio
The offset is constant during the transmission of a data packet”). Een datablok wordt verzonden binnen een frame (zie 2.11 hiervoor) De offset moet dus gedurende een frame worden gehandhaafd.
The mobile station shall transmit at the commanded output power level on the Reverse Pilot Channel” altijd onmiddellijk dient te worden voldaan. Aangezien een power control bit ieder slot wordt verzonden en daaraan dus ieder slot moet worden voldaan, zal – indien opvolging van dat commando leidt tot de situatie dat het mobiele station ‘unable’ is – het zendvermogen van (bijvoorbeeld) het Reverse Supplemental Channel onmiddellijk, dus in datzelfde slot, verlaagd moeten worden, om de voorgeschreven stijging van het zendvermogen van het Reverse Pilot Channel mogelijk te maken, aldus Wiko.
The mobile station shall perform this action not later than the 20 ms frame boundary occurring no later than 40 ms after determining that the mobile station is unable to transmit at the requested output power level.”. Volgens Wiko betekent dit dat een actie
uiterlijkop de grens van het volgende frame moet zijn uitgevoerd en laat dit de mogelijkheid van een onmiddellijke actie open. Volgens Philips begrijpt de gemiddelde vakman dat een actie ofwel op het eind van het huidige frame ofwel op de grens van het volgende frame moet worden uitgevoerd.
opeen frame boundary en zou de gemiddelde vakman dat ook zo begrijpen. Voorgeschreven is immers dat de te ondernemen actie moet worden uitgevoerd
not later thanthe20ms frame boundaryoccurringno later than 40ms after determining that the mobile station is unable to transmit at the requested output power level. Gelet op deze formulering zal de gemiddelde vakman begrijpen dat een actie moet worden uitgevoerd op een van de framegrenzen die zich voordoen (‘occurring’) binnen de gestelde tijdslimiet. Omdat een frame 20 ms duurt en de situatie dat een mobiel station ‘unable is’ binnen een frame ontstaat (naar aanleiding van de ontvangst van een power control bit dat per slot wordt verstuurd), komen er binnen 40 ms na het ontstaan van die situatie twee frame boundaries voor, namelijk die van het huidige frame en die van het opvolgende frame. Indien de lezing van Wiko, dat op ieder moment binnen de gegeven tijdslimiet een van de acties uitgevoerd zou kunnen (en moeten) worden, juist zou zijn, dan had met een veel eenvoudiger formulering volstaan kunnen worden, bijvoorbeeld: no later than at the frame boundary of the next frame.
lopendeframe moet worden uitgevoerd. Van de actie onder (iii) stelt Wiko dat deze op ieder moment, dus per slot, kan worden uitgevoerd. Zij stelt echter ook dat het een verspilling van bronnen zou zijn om halverwege het frame met verzending te stoppen (par. 119 PA). In overeenstemming daarmee bepaalt de 3GPP2-standaard net vóór de in 4.21 geciteerde passage ten aanzien van Radio Configurations 1 en 2 – waar de enige mogelijke actie bij de situatie dat het mobiele station ‘unable’ is, het beëindigen van de transmissie van een Reverse Supplemental Code Channel is – dat die beëindiging plaatsvindt niet later dan de verzending van het volgende frame (“not later than the transmission of the next frame”), derhalve ook uiterlijk op de grens van het frame waarin het mobiele station ‘unable’ wordt.
(…) layer 3 signaling is fast enough to implement a reduction in data rate and power within the time limit specified on page 2-47, i.e. at the frame boundary
The offset is constant during the transmission of a data packet”. Het kan niet worden aangenomen dat de gemiddelde vakman iets in de 3GPP2-standaard zou inlezen dat daarmee in strijd zou komen. Dat geldt temeer omdat de gemiddelde vakman daarvoor de noodzaak niet zou inzien, nu de beschikbare tijd voldoende is voor het uitvoeren van de verlaging van het zendvermogen op de framegrens in overeenstemming met pag. 2-49 van de standaard, zoals hiervoor in 4.38 is overwogen. Bij het volgen van de daar genoemde procedure wordt de offset aangepast op de framegrens (of indien nodig: de daarop volgende framegrens). Tot die tijd blijft de geldende offset gehandhaafd. De nieuwe offset wordt dan vanaf het volgende (of indien nodig: het daarop volgende) frame weer gehandhaafd, alles in overeenstemming met de voorwaarde van pag. 2-53.
aanpassing– niet
afwijking– van de offset impliceert. Dat moet blijkens de in de 3GPP2-standaard op pag. 2-49 e.v. geopenbaarde methode op een framegrens worden geëffectueerd en de passage op pag. 2-47 biedt ook de daarvoor benodigde tijd.
The mobile station shall maitain the ratio”) van pag. 2-53 (tijdelijk) opzij zou mogen zetten, is geen aanwijzing te vinden in de 3GPP2-standaard. De verklaring van Camp dat standaarden zo gelezen worden is niet onderbouwd. Naar het oordeel van het hof zou de gemiddelde vakman – tegen de achtergrond van de betekenis die volgens de 3GPP2-standaard moet worden gehecht aan gebruik van ‘shall’: “
“Shall” and “shall not” identify requirements to be followed strictly to conform to the standard and from which no deviation is permitted.” (pag. x1) – hebben verwacht dat de mogelijkheid van het tijdelijk buiten werking stellen van een dwingend voorschrift in de standaard expliciet was genoemd. Bij gebreke daarvan zou hij er daarom niet zomaar van uitgaan dat die mogelijkheid er was.
the mobile station shall adjust its mean output power level in response to each valid power control bit” waaruit een aanpassing per slot voortvloeit, juist níet herhaald in de laatste zin van de bewuste passage op pag. 2-47 en de gemiddelde vakman ziet daarin daarom ook niet een terugverwijzing naar dat voorschrift op pag. 2-46. Daarom bestaat er voor de gemiddelde vakman ook geen aanleiding om de laatste zin van die passage te beschouwen als vallend buiten de gestelde tijdslimiet en daarin, niettegenstaande de in dezelfde passage opgenomen afwijkende tijdslimiet, de noodzaak van slotsgewijze aanpassing in te lezen. Dat de tijdslimiet verwijst naar ‘this action’ en aanpassing van het zendvermogen op het Reverse Pilot Channel daartoe niet behoort, betekent nog niet dat daarvoor een andere tijdslimiet zou moeten gelden, zoals Wiko heeft betoogd.
The mobile station shall not exceed the maximum specified power levels under any circumstances” leidt er ook niet toe dat de gemiddelde vakman – niettegenstaande de in de passage op pag. 2-47 opgenomen ruimere tijdslimiet – toch zou veronderstellen dat onmiddellijk actie moet worden genomen indien en zodra het mobiele station ‘unable’ is. Zoals hiervoor reeds overwogen ziet deze op pag. 2-34 genoemde grens volgens Wiko op een ‘regulatory limit’, een wettelijk maximum. Wiko heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat en waarom de gemiddelde vakman zou aannemen dat die verband zou houden met en/of gelijk zou zijn aan het fysieke maximale zendvermogen. Integendeel, Wiko beschouwt de op pag. 2-34 genoemde limiet als
eenmogelijke reden waarom het mobiele station ‘unable’ kan zijn, naast en los van de fysieke beperking van het mobiele station (zie par. 146-148 MvA). Ook door het verschillende woordgebruik van beide passages (‘maximum specified power levels’ en ‘unable to transmit’) zou de gemiddelde vakman niet veronderstellen dat deze grenzen noodzakelijkerwijs dezelfde zijn.
The mobile station shall transmit at the commanded output power level on the Reverse Pilot Channel”, dezelfde tijdslimiet geldt als voor het uitvoeren van een van de voorgeschreven acties. Met andere woorden: indien en zodra een of meer van de mogelijke acties is ondernomen, moet het zendvermogen op het Reverse Pilot Channel in overeenstemming zijn met de ontvangen power control commando’s. Anders dan Wiko heeft betoogd en de rechtbank heeft geoordeeld, impliceert deze laatste zin naar het oordeel van het hof derhalve niet dat onmiddellijke actie is vereist.
i) met een transmissievermogen (
p) wordt verzonden dat optimaal is, gelet op een zo laag mogelijk energieverbruik en de correcte ontvangst van de verzonden gegevens conform een vooraf vastgestelde streefwaarde (de target transmission rate
r). Het mobiele station berekent de waarde van het optimale transmissievermogen op basis van de interferentiewaarden die het van de basisstation ontvangt, aan de hand van twee vergelijkingen, waarvan de eerste
i.
r, de streefwaarde voor de correcte ontvangst van de gegevens
.Bij
r=0,25 dienen 25% van de verzonden gegevens correct te worden ontvangen, bij
r=0,99 is dat 99%. Met deze vergelijking wordt vastgesteld of met de waarde
p(i)uit de eerste vergelijking de beoogde target transmission rate
rkan worden behaald.
p(i)de doelstelling van Rulnick bereikt: een minimaal transmissievermogen waarmee de streefwaarde voor de correcte ontvangst wordt bereikt. Het besturingsschema dat (alleen) wordt vastgesteld aan de hand van deze twee vergelijkingen wordt in Rulnick aangeduid als het optimale unrestricted vermogensbesturingsschema. Rulnick beschrijft nog verdere vermogensbesturingsschema’s, waarbij aan additionele vergelijkingen moet worden voldaan.
r= 0,25, dus waarbij de nagestreefde correcte ontvangst van de gegevens 25% bedraagt. Het hof merkt volledigheidshalve op dat de op het ‘constant-SIR w/threshold’ vermogensbesturingsschema gebaseerde aanval van Wiko niet ziet op het tweede hulpverzoek, zodat die verder onbesproken kan blijven.
p(i)voor elk bit afzonderlijk bepaald. Ook de target transmission rate (r) wordt berekend aan de hand van het aantal correct ontvangen afzonderlijke bits. Rulnick openbaart derhalve geen framestructuur en dus geen ‘data block comprising information symbols and parity check symbols’ die in een ‘predetermined time period’ over een kanaal worden verzonden, zoals vereist door conclusie 1. Uit het ontbreken van een framestructuur vloeit tevens voort dat geen sprake is van de toepassing van een eerste en een tweede criterium ‘within the predetermined time period’.
rvan 0,99, dus voor een beoogde correcte ontvangst van 99% van de gegevens. Deze curve wijkt wezenlijk af van die van figuur 5, waar een target transmission rate van 0,25 is gehanteerd. Bij een toenemende interferentie neemt het vermogen ook toe.
altijden op dezelfde wijze berekend aan de hand van de vergelijkingen (1) en (2) die hiervoor zijn weergegeven. Drempelwaarden maken geen onderdeel uit van die vergelijkingen.
rtussen 0,1 en 0,5 respectievelijk van 0,25, hetgeen naar de gemiddelde vakman weet voor in de praktijk toegepaste systemen zoals de 3GPP2-standaard en de UMTS-standaard onaanvaardbaar lage waarden zijn. Dat het octrooi ook een uitvoeringsvoorbeeld beschrijft met een beperkt aantal parity check symbols (figuur 5C en paragraaf 39 van de beschrijving) en dat dit de target transmission rate negatief zou beïnvloeden doet daaraan niet af. Het gaat er immers om hoe de gemiddelde vakman Rulnick zou lezen en daarvoor is het octrooi dat niet tot de stand van de techniek behoorde niet relevant. De gemiddelde vakman zou geen acht slaan op figuren 3 en 5 en figuur 6 tot uitgangspunt nemen. Het unrestricted vermogensbesturingsschema laat daarin alleen een stijgend transmissievermogen zien bij een stijgend interferentieniveau. Voorts zijn de in de figuren getoonde curves gebaseerd op een sequentie van afzonderlijke bits en niet op de verzending van datablokken in frames. Voor zover de gemiddelde vakman al acht zou slaan op de in figuren 3 en 5 getoonde curves, blijkt nergens uit Rulnick dat de momenten waarop een stijging van het datazendvermogen wordt omgezet in een daling en vice versa, zijn ingegeven door voldoening aan bepaalde criteria. Zoals hiervoor opgemerkt wordt het datazendvermogen altijd en op dezelfde wijze berekend aan de hand van de vergelijkingen (1) en (2) waarvan drempelwaarden geen onderdeel uitmaken. Uit de figuur opgenomen in par. 72 AMnC en de PA kunnen geen conclusies worden verbonden. Deze figuur is niet in Rulnick opgenomen, maar door Wiko opgesteld ‘als voorbeeld’ zonder dat inzichtelijk is gemaakt op welke gegevens en welke berekeningen deze is gebaseerd. Van een directe en ondubbelzinnige openbaring van de materie van conclusie 1 in Rulnick is daarom geen sprake.
Conclusion and future directions”) wordt de conventionele vermogensbesturingsschema door Rulnick expliciet niet gehanteerd en wordt daarentegen (“
by contrast”) juist gekozen voor (variaties in) interferentiewaarde voor het vaststellen van het datazendvermogen.
We have attempted to illustrate the potential benefits of low-power, rate- or delay-constrained operation. By contrast, conventional power control, because of its use of received SIRs and power levels (and ultimately network capacity) as performance measures, did not consider this way of exploiting fluctuations in interference to save energy. (…) The kind of power management introduced here explicitly capitalizes on variations in interference power, behaving (like carrier-sense multiple access (CSMA)) as an enhanced "listen-first" kind of protocol.”
did not consider this way of exploiting fluctuations in interference”) – vermogensbesturing aan de hand van interferentiewaarden zeker niet beschouwen als gelijk aan de vaststelling van het datazendvermogen aan de hand van de gemeten kanaalkwaliteit in het conventionele vermogensbesturingsschema, zoals Wiko heeft betoogd.
endatakanalen het maximum zendvermogen dreigen te overschrijden, de verhoging van het totale zendvermogen (dus het vermogen op de code- en datakanalen) zal worden gemaximeerd (en niet verlaagd) tot die limiet. Hierin wordt derhalve de toepassing van het in de stand van de techniek bekende clipping mechanisme geopenbaard. Er is geen sprake van verlaging of verhoging van het zendvermogen van het datakanaal bij toepassing van een eerste respectievelijk tweede criterium, evenmin van voortzetting van vermogensbestuurde verzending op lager vermogensniveau in de tussengelegen tijd.
Wireless Communications in the 21th Century’ uit 2002 (hierna: Wireless Communications) tot de algemene vakkennis van de gemiddelde vakman behoorde. Daarin is onder meer het navolgende opgenomen:
we trade off a decrease of the average received power value for an increase of error probability”) hem duidelijk zou maken dat het zendvermogen wordt verlaagd ten koste van een grotere foutkans en daarom hem ertoe
zouleiden verlaging van het zendvermogen te realiseren door het loslaten van de offset (in plaats van verlaging van de datasnelheid) kan niet worden aangenomen. In die publicatie is immers juist gekozen voor andere oplossingen. De eerste betreft het clipping mechanisme (het maximeren van het datazendvermogen op een bepaald niveau, waarbij de offset wordt gehandhaafd, en waarbij dus niet eerst verlaging en vervolgens weer verhoging van het datazendvermogen plaatsvindt binnen de vooraf vastgestelde tijdsperiode) zoals ook bekend uit de ten tijde van de prioriteitsdatum toepasselijke UMTS-standaard. De tweede in Wireless Communications voorgestelde oplossing betreft een volledige omkering van het conventionele vermogensbesturingsschema (zoals ook geopenbaard in US 214). Een verlaging van het datazendvermogen bij verbetering van de kanaalkwaliteit en vice versa wordt daarin niet geopenbaard en evenmin toepassing van eerste en tweede criteria aan de hand waarvan tijdelijk wordt afgeweken van het gebruikelijke besturingsschema. In Wireless Communications, die dateert van na de 3GPP2-standaard, is niet gekozen voor verlaging van het datazendvermogen op slotbasis onder (noodzakelijkerwijs) loslating van de in de 3GPP2-standaard dwingend voorgeschreven handhaving van de offset. Daaruit volgt dat de oplossing volgens het octrooi voor de gemiddelde vakman niet voor de hand lag.
zoukiezen de offset los te laten. De offset waarborgt immers de correcte ontvangst van verzonden data bij een bepaalde snelheid en bepaald zendvermogen die aan elkaar zijn gerelateerd; om dezelfde ontvangstkwaliteit te kunnen realiseren zal een verlaging van het zendvermogen gepaard moeten gaan met verlaging van de datasnelheid. Dat geldt temeer omdat op de prioriteitsdatum juist groot belang werd gehecht aan handhaving van die offset. In de 3GPP2-standaard is bepaald dat de offset ‘shall be maintained’ en in de toen toepasselijke UMTS-standaard werd voorgeschreven dat in het geval van dreigende overschrijding van de drempelwaarde voor het datazendvermogen gebruik moet worden gemaakt van clipping, onder nadrukkelijke vermelding dat de offset gehandhaafd diende te worden: “
In the case that the total UE transmit power (…) would exceed the maximum allowed value, the UE shall apply additional scaling to the total transmit power so that it is equal to the maximum allowed power. This additional scaling [hof: clipping] shall be such that the power ratio between DPCCH and DPDCH remains as required by sub-clause 5.1.2.5.”. Wiko heeft niet voldoende onderbouwd op grond waarvan de gemiddelde vakman desalniettemin ervoor zou kiezen de offset los te laten, niettegenstaande de beschikbaarheid van andere oplossingen waarbij de offset – en daarmee de kwaliteit van de dataontvangst – wel gehandhaafd kon blijven, zoals bijvoorbeeld clipping en
aanpassingvan de offset (leidend tot een lager zendvermogen en lagere datasnelheid).
errorrates van 0,01 en 0,05, overeenkomend met een correcte ontvangst van 95%-99% van de verzonden data, derhalve een target
transmissionrate van 0,95 - 0.99. De bij een target transmission rate van 0.99 horende curve van het unrestricted vermogensbesturingsschema volgens Rulnick is getoond in figuur 6 en laat een uitsluitend stijgende lijn zien. Voor zover de gemiddelde vakman derhalve al zou uitgaan van Rulnick voor de ontwikkeling van een verbeterd vermogensbesturingsschema, dan zou hij geen acht slaan op de in figuren 3 en 5 getoonde curves, maar op de curve van figuur 6.
in sommige gevallenjuist het omgekeerde). US 214 bevat daarvoor ook geen pointer. US 821 openbaart geen nawerkbare oplossing voor het probleem, al helemaal niet de oplossing volgens het tweede hulpverzoek waar data op lager vermogen verzonden blijven worden. Zoals volgt uit hetgeen hiervoor reeds is overwogen (4.87 e.v.) leidde de algemene vakkennis op de prioriteitsdatum de gemiddelde vakman ook niet naar de oplossing volgens het octrooi. De door Wiko gestelde ‘logica’ ontbeert derhalve voldoende onderbouwing.
totaletransmissievermogen het maximaal toelaatbare vermogen overschrijdt, verlaagt het mobiele station de gain factors van de E-DPDCH
datakanalen met een bepaalde scaling factor tot βed,k,reduced, zodat het
totaletransmissievermogen komt te liggen op het maximaal toelaatbare niveau. Dit volgt uit TS 125 214, paragraaf 5.1.2.6:
When E-DCH is configured[hof: volgens het HSUPA-protocol),
if the total UE transmit power (after applying DPCCH power adjustments and gain factors) would exceed the maximum allowed value, the UE shall firstly reduce all the E-DPDCH gain factors βed,k by an equal scaling factor to respective values βed,k,reduced so that the total transmit power would be equal to the maximum allowed power. After calculating the reduced E-DPDCH gain factors, quantization according to table 1B.2 in [3] subclause 4.2.1.3 may be applied, where each βed,k,reduced is quantized such that βed,k/βc is the largest quantised value for which the condition βed,k ≤ βed,k,reduced holds.”
Any scaling, and any reduction in the E-DPDCH gain factor as described above, shall only be applied or changed at a DPCCH slot boundary.”
[0054] In the example illustrated in Figure 4, the first criterion is met when the channel quality falls below a predetermined level, and the second criterion is met when the channel quality increases above the same predetermined level. However, these two levels need not be identical.”
the total transmit power would be equal to the maximum allowed power”, waardoor het totale zendvermogen van het mobiele station op het maximaal haalbare niveau blijft.
totalezendvermogen moet worden verlaagd maar dat
datazendvermogen wordt verlaagd (resp. verhoogd). Dat is ook geïncorporeerd in de UMTS-standaard. Zoals volgt uit bedoelde passage uit de TS 125 214 specificatie en de niet bestreden toelichting daarop van Philips (zie 4.124 hiervoor) worden de gain factors van de E-DPDCH
datakanalen verlaagd, leidend tot een verlaging van het
datazendvermogen. Deze verlaging is zodanig dat het
totaletransmissievermogen – dus
inclusiefhet vermogen waarmee over het PDCCH
besturingskanaal verzonden blijft worden, waarbij de TPC-commando’s wel gewoon opgevolgd blijven worden en dat dus in reactie op het ontvangen TPC-up commando wordt verhoogd (vgl. conclusie 12) – wordt gemaximeerd. Een en ander is in overeenstemming met hetgeen is beschreven in en wordt beoogd met het octrooi: overschrijding van de drempelwaarde van het
totalezendvermogen – en daarmee excessief stroomverbruik en interferentie – wordt voorkomen, door een daling van het datazendvermogen.
datazendvermogen wordt verlaagd in reactie op een TPC-up commando, welk commando een indicatie is van verslechtering van de kanaalkwaliteit. Deze maatregel wordt toegepast indien het
totaletransmissievermogen bij opvolging van het TPC-up commando het maximaal toelaatbare vermogen zou overschrijden. Deze omstandigheid is aan te merken als een ‘eerste criterium’ zoals bedoeld in het octrooi. Uit het schalingmechanisme volgt dat zodra de drempelwaarde wordt onderschreden bij opvolging van een TPC-down commando (het tweede criterium) het zendvermogen op de E-DPDCH weer wordt verhoogd, zoals Wiko heeft onderkend (zie 4.127 hiervoor).
The gain factors may vary on radio frame basis depending on the current TFC used. Further, the setting of gain factors is independent of the inner loop power control.
verlaagdin plaats van verhoogd (verwijzingscijfer 1). Dit is toepassing van het eerste criterium, volgens de door conclusies 9 en 10 onder bescherming gestelde uitvoeringsvorm.
op slotbasiswordt gereageerd op zowel een eerste als een tweede criterium, waarmee duidelijk is dat de geteste mobiele telefoon regelmiddelen bevat die het in staat stelt de maatregelen volgens EP 511 binnen de predetermined time period toe te passen. Dat de Wiko-telefoon ook binnen de predetermined time period zowel het eerste als tweede criterium toepast wordt – door Wiko onvoldoende gemotiveerd bestreden – ook bevestigd door het als productie 48 door Philips overgelegde tweede meetrapport..