Uitspraak
- verzoekers, bijgestaan door hun advocaat;
- de curator.
Ontvankelijkheid van de betrokkene
Kosten van de gezamenlijke huishouding
€ 232,50 over voor eten en drinken. Inzet van de verlaging van de maandelijkse bijdrage was dat niet alleen is gekeken naar het gezamenlijk inkomen van de betrokkene en zijn zus, maar ook naar het vermogen van de zus van de betrokkene (waarvan de herkomst diffuus is). De curator is van mening dat de kantonrechter terecht heeft overwogen dat de zus van de betrokkene – zo dat niet al uit het inkomen van de betrokkene en zijn zus gefinancierd kan worden – vanuit haar vermogen een bijdrage kan en mag leveren aan de door de zus van de betrokkene in het beroepschrift genoemde extra uitgaven. De zus van de betrokkene ontvangt immers ook een AOW-uitkering van € 9.492,27 netto per jaar (zijnde € 791,02 per maand) en zij houdt na aftrek van vaste lasten € 373,52 netto besteedbaar over, aldus de curator.