ECLI:NL:GHDHA:2018:725
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot intrekking schriftelijke aanwijzing en uitbreiding omgangsregeling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder tot intrekking van een schriftelijke aanwijzing en uitbreiding van de omgangsregeling met haar minderjarige kinderen. De moeder was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin zij niet-ontvankelijk was verklaard in haar verzoek om het fictieve weigeringsbesluit van de gecertificeerde instelling te vernietigen. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, had de omgangsregeling vastgesteld op één keer per twee weken, maar de moeder verzocht om een uitbreiding naar wekelijkse bezoeken. Het hof oordeelde dat de gecertificeerde instelling niet tijdig had beslist op het verzoek van de moeder, wat resulteerde in een fictief weigeringsbesluit. Desondanks oordeelde het hof dat de huidige omgangsregeling in het belang van de minderjarigen was, gezien de zorgwekkende signalen van de kinderen. Het hof heeft het verzoek van de moeder tot uitbreiding van de omgangsregeling afgewezen en de bestreden beschikking vernietigd, maar de moeder alsnog niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot vernietiging van het fictieve weigeringsbesluit.