Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
niet bewezendat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 200,- of 4 dagen vervangende hechtenis voor het ten laste gelegde feit van diefstal van een krant van Albert Heijn. De verdachte had op 22 april 2017 een krant onder zijn arm gestoken, maar vergat deze af te rekenen toen hij de winkel verliet. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij zich niet realiseerde dat hij de krant nog onder zijn arm had. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis had gevorderd, maar het hof oordeelde dat er geen sprake was van een oogmerk van toe-eigening. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet de intentie had om de krant wederrechtelijk toe te eigenen, en heeft hem daarom vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Het eerdere vonnis is vernietigd en het hof heeft opnieuw recht gedaan door de verdachte vrij te spreken.