Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
op ofomstreeks 14 oktober 2015 te Delft opzettelijk
emishandelend een persoon (te weten [aangever 1])
(meermalen
) (met kracht)in
/tegenhet gezicht heeft geslagen/gestompt
(waardoor die [aangever 1] ten val is gekomen en/of buiten bewustzijn is geraakt),waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
of omstreeks15 september 2015 te Delft
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen[aangever 2] heeft mishandeld door meermalen
althans éénmaalte slaan en/of te stompen in/tegen het gezicht, althans het hoofd van die [aangever 2].
mishandeling.
mishandeling.
positiefheeft afgerond. De verdachte is intensief begeleid en behandeld, wat tot een verandering ten gunste van de verdachte heeft geleid. Er bestaan op dit moment geen zorgen meer omtrent zijn persoon. Deskundige Martis heeft het hof derhalve geadviseerd om aan de verdachte – in geval van bewezenverklaring – een straf op te leggen zonder daaraan behandelverplichtingen te verbinden.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 6 (zes) weken.
4 (vier) weken,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
maatregel betreffende het gedrag van de jeugdigevoor de duur van
6 (zes) maanden.
jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
3 (drie) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]
€ 1.010,00 (duizend tien euro) bestaande uit € 760,00 (zevenhonderdzestig euro) materiële schade en € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.010,00 (duizend tien euro) bestaande uit € 760,00 (zevenhonderdzestig euro) materiële schade en€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.