Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks07 juli 2017 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas (inhoudende
o.a.een portemonnee en
/ofeen telefoon),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
of omstreeks 2724december 2016 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
7december 2016” staat vermeld, terwijl zich in het dossier enkel stukken bevinden die zien op diefstal van de portemonnee van [benadeelde partij 2] gepleegd op 2
4december 2016. De vraag is of dit kan worden beschouwd als een kennelijke verschrijving en de tenlastelegging verbeterd kan worden gelezen.
diefstal, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 171,60 (honderdeenenzeventig euro en zestig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 171,60 (honderdeenenzeventig euro en zestig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering tenuitvoerlegging
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.