Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De kinderrechter acht het in het belang van [minderjarige] dat onmiddellijk mondeling uitspraak wordt gedaan, ondanks het feit dat niet alle belanghebbenden ter zitting zijn verschenen’. Nog daargelaten of artikel 30p Rv in temporele zin van toepassing is op de onderhavige zaak, waarbij het inleidende verzoek vóór 1 september 2017 bij de rechtbank is ingediend, hecht het hof er waarde aan vast te stellen dat de bestreden beschikking in verschillende opzichten niet voldoet aan de (mede op artikel 6 EVRM en fundamentele beginselen van burgerlijk procesrecht gebaseerde) voorschriften van artikel 30p Rv.
tevens de moeder vertegenwoordigt’, is dan ook onjuist.
De kinderrechter sluit de behandeling en deelt terstond de beslissing mede, welke beslissing afzonderlijk is geminuteerd’. In deze zaak ontbreekt het in artikel 30p lid 3 Rv bedoelde proces-verbaal waarin de mondelinge uitspraak is vervat, althans geen van de bij de mondelinge behandeling op 29 september 2017 verschenen belanghebbenden heeft dit proces-verbaal ontvangen. In dit verband merkt het hof voorts nog op dat het proces-verbaal geen uitsluitsel biedt over de vraag of de mondelinge uitspraak in het openbaar is gedaan nadat de zaak is uitgeroepen voor uitspraak, zoals artikel 28 lid 1 Rv voorschrijft.