ECLI:NL:GHDHA:2018:50

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2018
Publicatiedatum
19 januari 2018
Zaaknummer
22-000578-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep betreffende het voorhanden hebben van een stroomstootwapen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Indonesië in 1983, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 700,00, subsidiair 14 dagen hechtenis, voor het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat er geen straf of maatregel aan de verdachte zou worden opgelegd.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 januari 2018 heeft het hof de getuigenverklaring van een beveiligingsmedewerker gehoord, die verklaarde dat de verdachte in overleg met de politie het stroomstootwapen onder zich had gehouden ter afhandeling van een inbeslagname. Het hof oordeelde dat het 'voorhanden' hebben van het wapen, zoals tenlastegelegd, onvoldoende overtuigend was aangetoond. Hierdoor kon de verdachte niet worden veroordeeld voor het ten laste gelegde feit.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 januari 2018.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000578-17
Parketnummer: 10-086047-16
Datum uitspraak: 18 januari 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 3 februari 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Indonesië) op [geboortejaar] 1983,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 4 januari 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat aan de verdachte ter zake van het ten laste gelegde geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd en is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete van € 700,00, subsidiair 14 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 april 2016 te Rotterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht te weten een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Gelet op de door de getuige [getuige] ter terechtzitting in hoger beroep onder ede afgelegde verklaring is onder meer naar voren gekomen dat de verdachte, als beveiligingsmedewerker, in overleg met de politie en ter afhandeling van de inbeslagname een stroomstootwapen onder zich heeft gehouden ter aflevering bij een politiebureau die dag. Het ‘voorhanden’ hebben in de zin van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie zoals tenlastegelegd, is naar het oordeel van het hof uit het onderzoek ter terechtzitting - mede in verband met die getuige verklaring - onvoldoende overtuigend naar voren gekomen, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 24 april 2016.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. N. Schaar, mr. R.F. de Knoop en mr. O.E.M. Leinarts, in bijzijn van de griffier mr. A.F. Verbunt.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 januari 2018.