ECLI:NL:GHDHA:2018:4035

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 mei 2018
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
2200275015
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling en belediging van een moslim in een NS-trein

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een werkstraf van honderdvijftig uren, subsidiair vijfenzeventig dagen hechtenis, voor het openlijk in vereniging plegen van geweld en belediging van een moslim op 7 maart 2015 in een NS-trein. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en vrijspraak van de verdachte. Tijdens de zitting op 9 mei 2018 heeft het hof de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.

Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had gepleegd. De tenlastelegging omvatte geweld tegen de aangever en beledigende uitspraken, waaronder beschuldigingen van terrorisme. Het hof heeft geconcludeerd dat het vonnis waarvan beroep niet in stand kon blijven, omdat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal. Het arrest is uitgesproken in het openbaar en de rechters hebben het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002750-15
Parketnummer: 10-045858-15
Datum uitspraak: 23 mei 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 10 juni 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

[geboorteplaats] op [geboortedag],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 9 mei 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van honderdvijftig uren, subsidiair vijfenzeventig dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, waarvan vijftig uren, subsidiair vijfentwintig dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op 7 maart 2015 op het treintraject van Amsterdam (Centraal) naar Dordrecht, althans in Nederland, met een ander, op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in de NS-trein van Amsterdam naar Dordrecht, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [aangever], welk geweld bestond uit
- het meermalen, althans eenmaal, trappen en/of schoppen op/tegen (een van) de arm(en) en/of be(e)n(en) en/of op/tegen het lichaam van die [aangever] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, stompen en/of slaan in/op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen (een van) de arm(en) en/of op/tegen het lichaam van die [aangever] (ten gevolge waarvan die [aangever] ten val is gekomen);
2:
hij op of omstreeks 7 maart 2015 op het treintraject van Amsterdam (Centraal) naar Dordrecht, althans in Nederland opzettelijk [aangever] in het openbaar mondeling, heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "IS terrorist" en/of "mafkees" en/of "hij hoort bij de IS, hij heeft een bomgordel om" en/of "hij hoort bij de IS, hij gaat de boel opblazen" en/of "kanker IS" , althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan –overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal-behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. I.P.A. van Engelen,
mr. N. Schaar en mr. J. ten Voorde, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 23 mei 2018.
Mr. I.P.A. van Engelen en mr. J. ten Voorde zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.