Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 24 april 2018
Triple P B.V.,
[naam] , h.o.d.n. [het café] ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
[Project Z] !
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Triple P B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin de vordering van Triple P werd afgewezen. De zaak betreft een plaatsingsopdracht die in 2011 door [geïntimeerde] aan Triple P is verstrekt. Triple P vordert betaling van € 6.523,26, inclusief wettelijke rente, voor werkzaamheden die zij heeft verricht op basis van deze opdracht. De rechtbank had de vordering afgewezen omdat deze onvoldoende onderbouwd zou zijn.
Het hof heeft vastgesteld dat de plaatsingsopdracht duidelijk was en dat [geïntimeerde] redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de werkzaamheden vier keer zouden worden verricht, met een prijs van € 2.245,50 per keer. Het hof oordeelt dat de grief van Triple P slaagt, omdat zij voldoende bewijs heeft geleverd dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en dat de facturen niet zijn voldaan.
Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van Triple P toe, met inachtneming van de wettelijke rente. Ook worden de kosten van de eerste aanleg gecompenseerd, terwijl [geïntimeerde] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in contracten en de gevolgen van het niet nakomen daarvan.