[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1998,
thans gedetineerd in [rijksinrichting voor Jongens].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 24 augustus 2017, 14 december 2017 en 8 februari 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 7 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast is aan de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna ook: PIJ-maatregel) opgelegd. Omtrent de vordering van de benadeelde partij is beslist als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 mei 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het meermalen, althans éénmaal (telkens)
brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis en/of de penis van zijn mededader in de mond en/of vagina en/of anus van die [slachtoffer 1];
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- op slot draaien van de deur en/of
- ( daarbij) (dreigend) toevoegen aan die [slachtoffer 1] van de woorden: "Ik heb tijd voor je vrijgemaakt" en/of "Hou je mond" en/of "Anders ga je zonder tas en telefoon weg en met een blauw oog" en/of "We hebben geld, als je hier blijft dan geven we geld" en/of "Je moet met ons naar bed. Daarna doen we de deur open", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - schreeuwen tegen die [slachtoffer 1] en/of duwen tegen de schouder van die [slachtoffer 1] en/of
- uittrekken en/of naar beneden trekken van de broek en/of onderbroek, in elk geval een of meer kledingstukken van die [slachtoffer 1] en/of
- vastpakken van het hoofd en/of duwen van het hoofd van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis en/of
- tegenhouden van die [slachtoffer 1] en/of
- ( daardoor) een situatie creëren als gevolg waarvan die [slachtoffer 1] zich niet (langer) tegen (verdergaande) sexuele handelingen kon verzetten;
2.
hij op of omstreeks 22 januari 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis en/of de penis van zijn mededader in de mond en/of vagina van die [slachtoffer 2]; het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- op slot draaien van de deur en/of voor die [slachtoffer 2] gaan staan en/of
- ( daarbij) (dreigend) toevoegen aan die [slachtoffer 2] van de woorden: "Je weet niet wie ik ben. Iedereen kent mij. Je moet respect voor mij hebben. Ik heb in de gevangenis gezeten. Ik heb ergere dingen gedaan dan dit." en/of "Je gaat eerst wat doen voor je weg mag" en/of "Je gaat pijpen en seks hebben" en/of "Anders ben je hier morgenochtend nog en worden je ouders ongerust", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- duwen van die [slachtoffer 2] en/of
- uittrekken van het shirt en/of de bh van die [slachtoffer 2], in elk geval een of meer kledingstukken van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 2] woordelijk toevoegen dat zij haar broek uit moet trekken en/of
- ( daardoor) een situatie creëren als gevolg waarvan die [slachtoffer 2] zich niet (langer) tegen (verdergaande) sexuele handelingen kon verzetten;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 januari 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, te weten met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortejaar] 2000), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het meermalen, althans éénmaal (telkens) brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis en/of de penis van zijn mededader in de mond en/of vagina en/of anus van die [slachtoffer 2].
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
of omstreeks13 mei 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,door geweld en
/of (een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)en
/ofdoor bedreiging met geweld en
/ofbedreiging met
(een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)iemand, te weten [slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit
of mede bestonden uit hetseksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
meermalen,
althans éénmaal (telkens)
brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis en/of de penis van zijn mededader in de mond en/of vagina en
/ofanus van die [slachtoffer 1];
het geweld en
/of (een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)en
/ofde bedreiging met geweld en
/ofde bedreiging met
(een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
) heeft/hebben bestaan uit het
- op slot draaien van de deur en
/of
- ( daarbij) (dreigend) toevoegen aan die [slachtoffer 1] van de woorden: "Ik heb tijd voor je vrijgemaakt" en
/of"Hou je mond" en
/of"Anders ga je zonder tas en telefoon weg en met een blauw oog" en
/of"We hebben geld, als je hier blijft dan geven we geld" en
/of"Je moet met ons naar bed. Daarna doen we de deur open", althans
(telkens)woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
/of- schreeuwen tegen die [slachtoffer 1] en
/ofduwen tegen de schouder van die [slachtoffer 1] en
/of
- uittrekken en/of naar beneden trekken van de broek en
/ofonderbroek
, in elk geval een of meer kledingstukkenvan die [slachtoffer 1] en
/of
- vastpakken van het hoofd en
/ofduwen van het hoofd van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis en
/of
- tegenhouden van die [slachtoffer 1] en
/of
- ( daardoor) een situatie creëren als gevolg waarvan die [slachtoffer 1] zich niet (langer) tegen (verdergaande)
seksuelehandelingen kon verzetten;
2.
hij op
of omstreeks22 januari 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, door geweld en
/of (een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)en
/ofdoor bedreiging met geweld en
/ofbedreiging met
(een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)iemand, te weten [slachtoffer 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
meermalen
, althans éénmaal (telkens)
brengen en
/ofhouden van zijn, verdachtes, penis en
/ofde penis van zijn mededader in de mond en
/ofvagina van die [slachtoffer 2];
het geweld en
/of (een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)en
/ofde bedreiging met geweld en
/ofde bedreiging met
(een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
) heeft/hebben bestaan uit het
- op slot draaien van de deur en
/ofvoor die [slachtoffer 2] gaan staan en
/of
- ( daarbij) (dreigend) toevoegen aan die [slachtoffer 2] van de woorden: "Je weet niet wie ik ben. Iedereen kent mij. Je moet respect voor mij hebben. Ik heb in de gevangenis gezeten. Ik heb ergere dingen gedaan dan dit." en
/of"Je gaat eerst wat doen voor je weg mag" en
/of"Je gaat pijpen en seks hebben" en
/of"Anders ben je hier morgenochtend nog en worden je ouders ongerust",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekkingen
/of
- duwen van die [slachtoffer 2] en
/of
- uittrekken van het shirt en
/ofde bh van die [slachtoffer 2],
in elk geval een of meer kledingstukken van die [slachtoffer 2]en
/ofdie [slachtoffer 2] woordelijk toevoegen dat zij haar broek uit moet trekken en
/of
- ( daardoor) een situatie creëren als gevolg waarvan die [slachtoffer 2] zich niet (langer) tegen (verdergaande)
seksuelehandelingen kon verzetten.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Door de raadsvrouw van de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig haar overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnota – primair betoogd dat de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsvrouw – kort gezegd - aangevoerd dat de seksuele handelingen vrijwillig hebben plaatsgevonden, dat de verklaringen van de aangeefster onvoldoende betrouwbaar zijn en voorts dat het dossier onvoldoende steunbewijs bevat voor de verklaringen van de aangeefsters dat de seksuele handelingen onder dwang hebben plaatsgevonden. Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde geweld.
Het hof overweegt als volgt.
De aangeefsters [slachtoffer 1][slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] kennen elkaar niet en hebben afzonderlijk van elkaar uitgebreid en gedetailleerd verklaard over seksuele handelingen die onder dwang van dezelfde verdachten jegens hen hebben plaatsgevonden, op verschillende data in de eerste helft van het jaar 2016. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, acht het hof de door hen afgelegde verklaringen betrouwbaar. Naar het oordeel van het hof ondersteunen de voor het bewijs gebezigde verklaringen van de aangeefsters elkaar over en weer voor wat betreft de aard van de seksuele handelingen die door de verdachte en de medeverdachte zijn gepleegd, alsmede voor wat betreft de wijze waarop en de omstandigheden waaronder die handelingen hebben plaatsgevonden. Het hof acht daarbij in het bijzonder van belang dat het in beide zaken ging om seks die plaatsvond tussen twee jongens en één meisje, terwijl het meisje de jongens niet of nauwelijks kende en van de aanwezigheid van een tweede jongen tevoren niet op de hoogte was. De seksuele handelingen hebben in beide gevallen in de woning van de (mede)verdachte plaatsgevonden, met de deur op slot, waarbij de verdachte en zijn medeverdachte in beide zaken middels woorden en gedrag een soortgelijke bedreigende situatie hebben doen ontstaan.
Ten aanzien van het verweer van de raadsvrouw dat de deur niet op slot zat, maar met een haakje dichtzat en met slechts een vinger kon worden opengemaakt, overweegt het hof nog het volgende. Ook als van deze stelling van de verdediging wordt uitgegaan, is het hof van oordeel dat de voordeur zodanig was afgesloten dat de aangeefsters daardoor niet vrij naar buiten konden gaan zonder daar door verdachte of de medeverdachte van af te worden gehouden. Het hof wordt in dat oordeel gesterkt door de omstandigheid dat aangeefster [slachtoffer 1] is bedreigd met de woorden: "Je moet met ons naar bed. Daarna doen we de deur open" en met “doe maar gewoon want dan doen we de deur voor je open” en dat “ze moest stoppen met tegenstribbelen, anders zouden ze de deur niet openen”.
Het hof ziet zich voorts voor de vraag gesteld of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - is voldaan. Deze vraag laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval (vgl. HR 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1216). In dat verband acht het hof met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde tevens van belang dat getuige [getuige 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] hem had verteld dat zij – kort gezegd – was gedwongen om seks te hebben met twee jongens. De getuige heeft verklaard dat [slachtoffer 1] hem heeft gebeld toen ze de deur (het hof begrijpt: van de woning van de verdachte) uitliep. [slachtoffer 1] was aan het huilen en rennen en vertelde dat ze was verkracht.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde is van belang dat de getuige [getuige 2], de moeder van aangeefster [slachtoffer 2], heeft verklaard dat [slachtoffer 2] thuiskwam, op de bank is gaan zitten en gelijk begon te huilen. [slachtoffer 2] vertelde dat er iets ergs was gebeurd. [slachtoffer 2] was zichzelf niet. Ze was in een soort shock. Daarnaast heeft de getuige [getuige 3], een vriendin van aangeefster, verklaard dat [slachtoffer 2] haar belde toen ze de woning van de verdachte uit was en dat [slachtoffer 2] huilde toen ze vertelde wat er was gebeurd. [slachtoffer 2] was heel erg geshockeerd. De getuige merkte dat [slachtoffer 2] anders was dan normaal.
Naar het oordeel van het hof bieden voornoemde getuigenverklaringen in voldoende mate steun voor de respectievelijke verklaringen van de aangeefsters, nu de inhoud van deze bewijsmiddelen niet slechts te herleiden is tot de eigen verklaringen van de aangeefsters. Immers houden deze verklaringen daarnaast de door de getuigen waargenomen (hevige) emoties van de aangeefsters naar aanleiding van het tenlastegelegde in.
Het hof verwerpt het primaire verweer.
Ten aanzien van het subsidiaire standpunt van de verdediging overweegt het hof dat het bewezen verklaarde duwen van de aangeefsters en het uittrekken of trekken aan kledingstukken moet worden gekwalificeerd als ‘geweld’, zodat ook het subsidiaire verweer wordt verworpen.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de ten laste
gelegde feiten heeft begaan, waarbij het hof ten slotte nog overweegt dat aan de overtuiging dat de seksuele handelingen niet in vrijwilligheid hebben plaatsgevonden meewerkt dat [slachtoffer 2] tijdens haar verhoor bij de rechter-commissaris heeft beschreven hoe zij de seksuele handelingen heeft beleefd. Namelijk dat zij – kort gezegd – in een trance raakte en dat het lijkt alsof zij het gebeurde door de ogen van iemand anders heeft zien gebeuren. Ook getuige [getuige 3] heeft verklaard dat aangeefster haar vertelde dat ze in trance raakte. Het hof acht een dergelijke beschrijving kenmerkend voor een traumatische gebeurtenis.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op: