ECLI:NL:GHDHA:2018:3765
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A.N. Labohm
- A.H.N. Stollenwerck
- A.E. Sutorius-van Hees
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van proceskosten in hoger beroep na kennelijke schrijffout
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 december 2018 een arrest gewezen in hoger beroep inzake een verzoek tot rectificatie op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De zaak betreft appellanten, [dochter een] en [de zoon], die in beroep zijn gegaan tegen [dochter twee], de geïntimeerde. De appellanten werden vertegenwoordigd door advocaat mr. T.R. Dicke, terwijl de geïntimeerde werd bijgestaan door mr. S.G. Blasweiler.
Het hof had eerder op 2 oktober 2018 een arrest gewezen, waarin een bedrag van € 1.675,- aan proceskosten was vastgesteld. Geïntimeerde verzocht op 14 november 2018 om rectificatie van dit arrest, stellende dat er sprake was van een kennelijke schrijffout en dat het bedrag in werkelijkheid € 2.675,- diende te zijn. Appellanten hebben niet gereageerd op dit verzoek.
Het hof heeft de aanvraag beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke schrijffout. Op basis van artikel 31 Rv heeft het hof besloten het bedrag van € 1.675,- te verbeteren naar € 2.675,-. De beslissing houdt in dat de appellanten in de kosten van het hoger beroep worden veroordeeld tot het verbeterde bedrag. De verbetering zal worden aangebracht op de minuut van het arrest. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.