Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
zij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2011 tot en met 18 oktober 2011 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, (een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 sub a en/of b van Verordening (EG) Nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, immers, was/waren zij en/of één of meer van haar mededader(s) doende, (niet bruikbare) stookolie (bunkerolie), zijnde een afvalstof die wordt genoemd in Bijlage VIII van het Verdrag van Bazel onder code A3020, over te brengen van Nederland naar België, zonder voorafgaande schriftelijke kennisgeving en/of toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstige voornoemde Verordening.
1. Bespreking van de getuigenverzoeken
2. Feiten
Op de reis waren problemen ontstaan met de filters, “zeven” en separatoren aan boord. Deze raakten verstopt ten gevolge van het gebruik van de gebunkerde stookolie. We kregen steeds meer problemen met het verpompen van de bunkers uit de bunkertanks 1 stuur- en bakboord naar de stettling- en servicetanks. Zo moesten de aanzuigkorven van de bunkerpompen tot wel 10 maal per dag worden schoongemaakt. Ook moesten de duplexfilters voor de hoofdmotor tot 3 maal per dag worden gereinigd en de filters voor de aanzuigpomp voor de oliezuivering moesten meerdere malen per dag worden schoongemaakt omdat deze waren dichtgeslibd. Men heeft opdracht gekregen van de reder ([medeverdachte 1]) van het schip om de bunkers in Nederland af te geven. Ongeveer 115 ton bunkers zijn gebruikt. Normaal gebeurt dit reinigen van de filters en “zeven” één keer per week of twee weken. Wij hebben dit gemeld aan [medeverdachte 1]. Wij waren bang dat als wij deze bunkers nog langer zouden gebruiken, de scheepsmotor zouden beschadigen of dat er door het dichtslibben van de filters, “zeven “ en settlingtanks er geen continue toevoer van brandstof mogelijk zou zijn waardoor de scheepsmotor ook stil kon vallen met alle gevolgen voor de veiligheid van de scheepvaart en bemanning. We hebben nog geprobeerd om enige kubieke meters gasolie toe te voegen aan deze bunkers om het op deze manier beter te kunnen verpompen, hetgeen niet het gewenste effect had. Door de scheepsoperator [medeverdachte 1] is er op 14 oktober 2011 via een e-mail opdracht gegeven om na het lossen in Moerdijk de niet bruikbare stookolie te debunkeren en of wij alle medewerking willen geven oa aan de inzamelaar [medeverdachte 2]”. [7]
“het schip wordt momenteel gecharterd door [verdachte]. Ik vaar momenteel in opdracht van [verdachte]. Ik heb opdracht gekregen om een partij bunkers vanuit het zeeschip [schip], liggende in de haven van Rotterdam te laden en deze partij stookolie vervolgens naar Antwerpen te vervoeren. Ik heb voor zover ik weet nog nooit afval vervoerd en als u mij vraagt om een zogenaamd NIWO-certificaat, begeleidingsbrief of enig ander document die nodig zou zijn voor het vervoer van afvalstoffen dan weet ik daar niets van”. [13]
3. Gevoerde verweren
4. Kader
opof omstreeks18 oktober 2011 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, al dan nietopzettelijk, gevaarlijke afvalstoffen, te weten
(niet bruikbare
)stookolie (bunkerolie), heeft ingezameld zonder vermelding op een lijst van inzamelaars, en
/of, gevaarlijke afvalstoffen, te weten
(niet bruikbare
)stookolie (bunkerolie), zijnde
(een
)afvalstof
(fen)die tot de krachtens artikel 10.48 Wet milieubeheer aangewezen categorieën behoort
/behoren, te weten scheepsafvalstoffen, heeft ingezameld zonder vergunning van de Minister van Infrastructuur en Milieu;
zij in
of omstreeksde periode van 11 oktober 2011 tot en met 18 oktober 2011 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, al dan nietopzettelijk,
(een
)handeling
(en)heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 sub a en
/ofb van Verordening (EG) Nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, immers, was
/warenzij
en/of één of meer van haar mededader(s)doende, (niet bruikbare) stookolie (bunkerolie), zijnde een afvalstof die wordt genoemd in Bijlage VIII van het Verdrag van Bazel onder code A3020, over te brengen van Nederland naar België, zonder voorafgaande schriftelijke kennisgeving en
/oftoestemming van
alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstige voornoemde Verordening.