In deze zaak gaat het om een erfrechtelijk geschil tussen deelgenoten over de verdeling van de nalatenschap van een overleden erflaatster. De kernvraag is of er een overeenkomst tot verdeling tot stand is gekomen met betrekking tot de aandelen in Beheermaatschappij [NAAM] BV. De deelgenoten zijn het niet eens over de waardering van de aandelen en de wijze van verdeling. Het hof verwijst naar een eerder arrest van 12 december 2017 en constateert dat er geen overeenstemming is bereikt over de verdeling van de aandelen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de aandelen in [A] BV tot de nalatenschap behoren, maar het hof vernietigt dit oordeel en stelt vast dat de aandelen niet tot de nalatenschap behoren, omdat Beheermaatschappij [NAAM] eigenaar is van deze aandelen. Het hof compenseert de proceskosten tussen partijen, gezien de familieverhouding.