Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 18 december 2018
Ayers Rock Island B.V.,
[geïntimeerde],
Het geding
9 januari 2018 heeft plaatsgevonden. Van deze comparitie van partijen is een proces-verbaal – een officieel verslag - opgemaakt. Bij memorie van grieven (met producties) heeft Ayers Rock vier grieven aangevoerd die door [geïntimeerde] bij memorie van antwoord (met producties) zijn bestreden. [geïntimeerde] heeft arrest – dat wil zeggen: uitspraak – gevraagd.
Verdere beoordeling van het hoger beroep
“aanspraak op pensioen”) bepaald:
“aanspraak op pensioen”) bepaald:
2 januari 2015 tot en met 16 maart 2015.
grief 1betoogt Ayers Rock dat de eventuele pensioenaanspraken van [geïntimeerde] vallen onder het bereik van de kwijtingssclausule. [geïntimeerde] wist of kon weten dat haar deelname aan het pensioenfonds was geëindigd. Door zonder voorbehoud in te stemmen met de finale kwijting heeft zij (wel)bewust afstand gedaan van ieder recht om nog iets van Ayers Rock te eisen. Met
grief 2bestrijdt Ayers Rock het oordeel dat zij als goed werkgever tekort is geschoten tegenover [geïntimeerde], door de laatste niet te informeren over haar plan de deelneming aan de pensioenregeling te beëindigen. Met
grief 3betoogt Ayers Rock dat de normschending – anders gezegd: wat zij fout heeft gedaan – uit niet meer bestaat dan het ten onrechte inhouden van werknemerspremie op het loon van [geïntimeerde]. Ayers Rock heeft [geïntimeerde] aangeboden deze premies terug te betalen maar [geïntimeerde] heeft dat niet aanvaard. Daarmee heeft [geïntimeerde] niet voldaan aan de plicht om haar schade te beperken.
Beslissing
- verwijst de zaak naar de rol van zes weken na heden voor het nemen van een akte aan de zijde van Ayers Rock met het doel zoals vermeld in r.o. 6. tot en met 6.5 van dit arrest;
- houdt iedere verdere beslissing aan.