ECLI:NL:GHDHA:2018:3357
Gerechtshof Den Haag
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake zorgregeling voor minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 december 2018 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende de zorgregeling voor een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Den Haag van 24 november 2017 aangevochten. Het hof heeft vastgesteld dat het zich onvoldoende voorgelicht acht om een definitieve beslissing te nemen over de zorgregeling. Het hof verzoekt de raad voor de kinderbescherming om met spoed onderzoek te doen naar de zorgregeling, waarbij ook een beschermingsonderzoek kan worden overwogen. Totdat het onderzoek is afgerond, blijft de voorlopige zorgregeling zoals vastgesteld in de beschikking van 7 februari 2018 van kracht. Deze regeling houdt in dat de minderjarige eenmaal in de veertien dagen op zaterdag en zondag bij de vader verblijft. De moeder heeft zorgen geuit over de veiligheid van de minderjarige bij de vader, terwijl de vader zich zorgen maakt over het welzijn van de minderjarige bij de moeder. De communicatie tussen de ouders is slecht, wat de situatie bemoeilijkt. Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak drie maanden aan te houden om de raad de gelegenheid te geven het onderzoek uit te voeren. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.