Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreekt de verdachte daarvan vrij.
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,- voor mishandeling van de heer [aangever] op 16 oktober 2016 te Gouda, waarbij de aangever ten val kwam en zijn heup brak. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte de aangever daadwerkelijk heeft geslagen. De verklaring van de aangever werd niet ondersteund door overtuigend bewijs, en de getuige die de situatie had waargenomen, had zijn eerdere verklaring genuanceerd. Het hof concludeert dat de verdachte zijn knie op de borst van de aangever heeft geplaatst, maar kan niet vaststellen dat dit heeft geleid tot pijn of letsel.
Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. Tevens is de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 300,- had geëist, niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte is vrijgesproken van de beschuldiging. Het hof heeft de beslissing van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.