Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 4 december 2018
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswaren,
Food Connect Maaltijdservice B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“Artikel 1De werkingssfeer1.1 Welke ondernemingen?Iedere natuurlijke persoon, rechtspersoon of niet rechtspersoonlijkheid bezittendevennootschap in Nederland die in hoofdzaak, dat wil zeggen gebruikelijk minimaal50% van de verloonde arbeid, besteden aan het fabrieksmatig produceren vangemaksvoeding, koks- en snackwaren en die deze etenswaren niet ter onmiddellijkeconsumptie levert.Gemaksvoeding, koks- en snackwaren is onder meer:• kroketten, bitterballen, nierbroodjes, bamiballen, nasiballen, loempia's en de met
“Artikel 1 De werkingssfeer1.1 Welke ondernemingen?Deze CAO is van toepassing op ondernemingen in Nederland in de gemaksvoedingindustrie, inclusief de kokswaren- en snackindustrie. Dit zijn (onderdelen van) ondernemingen die etenswaren klaarmaken zoals omschreven in artikel 1.2.De (onderdelen van) ondernemingen doen dit• fabrieksmatig• in groot- of kleinbedrijf en• geheel of grotendeels. Dit betekent dat het (onderdeel van) de onderneming 50% of meer van de verloonde arbeid aan de productie of groothandel van deze etenswaren besteedt, of dat de omzet van deze etenswaren 50% of meer van de totale omzet bedraagt.Ook op ondernemingen die etenswaren maken of samenstellen die als gemaksvoeding kunnen worden aangemerkt, is deze CAO van toepassing.”
"1. Verplichte aansluiting geldt voor de werknemer van 21 jaar tot 65 jaar die (…) werkzaam is bij een werkgever die een onderneming exploiteert die
“3. Werkingssfeer sectoren1. Onder bedrijfscatering wordt verstaan die activiteit waarbij restauratieve diensten worden verleend in bedrijven, overheidsinstellingen en overige instellingen niet bedoeld in de institutionele of onderwijssectoren.2. Onder institutionele catering wordt verstaan die activiteit waarbij direct dan wel indirect restauratieve diensten in gevangenissen, ziekenhuizen en verzorgingshuizen of verpleeghuizen worden verleend alsmede direct dan wel indirect maaltijden worden verzorgd aan onder meer thuiswonende bejaarden of gehandicapten en asielzoekerscentra.3. Onder inflightcatering wordt verstaan die activiteit waarbij restauratieve diensten in de ruimste zin des woords – ondersteunende diensten voor zover in hoofdzaak ten behoeve van bevoorrading van vliegtuigen uitgevoerd daaronder mede begrepen – worden verleend ten behoeve van passagiers van de opdrachtgever. (…)4. Onder onderwijscatering wordt verstaan die activiteit waarbij restauratieve diensten op onderwijsinstellingen worden verleend. (…)”
“WerkingssfeerHet bepalen van de werkingssfeer en de reikwijdte van de cao is primair een zaak van cao-partijen. De beoordeling of de werkzaamheden van een onderneming vallen onder de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen is – mede gelet op de technische aard van deze vraag – eveneens in eerste aanleg een zaak van cao-partijen. Een geschil kan eventueel aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd. Ten aanzien van de (gestelde) werkingssfeeruitbreiding hebben cao-partijen in reactie op de bedenkingen verklaard dat met het aanpassen van de werkingssfeer een verduidelijking van de bestendige praktijk van toetsing op basis van verloonde arbeid is beoogd. Van een uitbreiding van de werkingssfeer is derhalve geen sprake.(…)WerkingssfeeroverlapIn paragraaf 6.2.1 van het Toetsingskader AVV is bepaald dat bepalingen inzake de werkingssfeer die overlapping met een of meer andere cao’s teweeg brengen waarvan de bepalingen (doorgaans) algemeen verbindend zijn verklaard niet algemeen verbindend verklaard worden. Avv van deze bepalingen is niet mogelijk, omdat op een arbeidsverhouding niet gelijktijdig twee avv-besluiten van dezelfde aard van toepassing kunnen zijn. Deze beleidsregel doelt op die situaties waarbij sprake is van een objectief bepaalbare en onweerlegbare overlapping van werkingssferen tussen twee of meer bedrijfstak-cao’s die voor avv worden voorgedragen. In reactie op de bedenkingen hebben partijen bij de cao voor de Gemaksvoedingsindustrie verklaard dat er tussen genoemde cao-partijen geen discussie bestaat over de uitleg van de werkingssfeer. Partijen bij de cao voor de cao voor de Contractcatering en de cao voor de Groothandel in Horecaproducten hebben bovendien geen bedenkingen ingediend. Van een objectief bepaalbare en onweerlegbare overlapping van werkingssferen is derhalve niet gebleken.”
“die deze etenswaren niet ter onmiddellijke consumptie levert”.Deze zinsnede is ook vermeld in de definitie van “Gemaksvoedingsindustrie” in de statuten van VLEP. De Verplichtstelling VLEP is echter niet dienovereenkomstig gewijzigd. Voor de uitleg van deze zinsnede is in de CAO voor de Gemaksvoedingindustrie geen nader aanknopingspunt aanwezig. Wel blijkt uit het onder 1.8 genoemde besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 maart 2014 tot algemeen verbindendverklaring dat door de CAO-partijen niet beoogd is de werkingssfeer van de CAO voor de Gemaksvoedingindustrie te verruimen, doch slechts om deze te verduidelijken. Het ligt gezien de directe samenhang tussen cao en verplichte pensioenregeling in de rede deze verduidelijking te betrekken bij de uitleg van de Verplichtstelling VLEP. Het hof overweegt in dit verband dat de woorden “ter onmiddellijke consumptie” in het dagelijks taalgebruik in het algemeen zo worden begrepen, dat het gaat om etenswaren die bedoeld zijn om onmiddellijk na levering te worden gegeten, en niet om te worden bewaard tot een later tijdstip. Hiervan is bij (het grootste deel van) de door Food Connect dagelijks afgeleverde maaltijden (te weten: in een “tafeltje-dek-je" vorm) naar het oordeel van het hof sprake. Dat de klant de maaltijd nog zelf even moet opwarmen, en dat de klant de maaltijd desgewenst ook nog een dag in de koelkast kan zetten, doet er naar het oordeel van het hof niet aan af dat het in zijn algemeenheid gaat om maaltijden “ter onmiddellijke consumptie”. Ook om die reden valt Food Connect naar het oordeel van het hof niet onder de werkingssfeer van de Verplichtstelling VLEP.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen zowel in conventie als in reconventie gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Den Haag, van 11 september 2017;
- veroordeelt VLEP in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Food Connect tot op heden begroot op € 5.200,- aan verschotten en € 3.222,- (3 punten tarief II) aan salaris advocaat.