ECLI:NL:GHDHA:2018:319
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitbreiding van zorgregeling met vakantiedagen voor minderjarige in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin een zorgregeling voor de minderjarige is vastgesteld. De vader verzoekt het hof om de zorgregeling uit te breiden met een vakantieregeling, terwijl de moeder zich daartegen verzet. De vader stelt dat de communicatie tussen hem en de moeder is verbeterd en dat het in het belang van de minderjarige is om meer contact te hebben. De moeder daarentegen wijst op de aanhoudende slechte communicatie en de negatieve impact op de minderjarige. Het hof constateert dat de minderjarige al vijf jaar in een loyaliteitsconflict zit en dat de ouders niet in staat zijn geweest om hun communicatie te verbeteren. Het hof oordeelt dat de huidige zorgregeling, met een uitbreiding van één week in de zomervakantie, het maximaal haalbare is. De vader heeft niet aangetoond dat hij zich flexibeler zal opstellen met meer contact. De beslissing van het hof is dat de minderjarige de derde week van elke zomervakantie bij de vader zal zijn, en de proceskosten worden gecompenseerd.