Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
- De verdachte heeft op 28 februari 2001 in Paramaribo een visum voor Nederland aangevraagd, welk visum ook is verstrekt voor een beperkte periode: van 8 maart 2001 tot 22 juni 2001.
- De verdachte is op 19 maart 2001 uit Suriname vertrokken en is op
- De verdachte heeft zich bij de politie Gelderland-Zuid gemeld op 17 juni 2001, dus pas 3 maanden na zijn aankomst in Parijs (en Nederland, ervan uitgaande dat hij meteen van Parijs is doorgereisd naar Nederland).
- De verdachte is teruggekeerd naar Suriname op 4 februari 2002. In het paspoort is de oorspronkelijk in het inreisstempel in Suriname vermelde datum van 4/2/2002 veranderd in 4/4/2002. Uitgegaan dient te worden van de oorspronkelijk vermelde datum. Dat van een vergissing of verschrijving sprake is, zoals de verdediging heeft gesteld, is niet gebleken. Integendeel, uit het genoemde proces-verbaal blijkt dat de wijziging van de datum gemaakt is met een afwijkende inktsoort. De wijziging is ook niet geautoriseerd. De wijziging moet dus op een later moment hebben plaatsgevonden en dat levert een vervalsing op.
- De verdachte heeft op 3 en 4 maart 2002 gebruik gemaakt van een transitvisum in Guyana.
- De verdachte was op
tweepaspoorten had, waarvan hij er één was kwijtgeraakt. Hij heeft vervolgens met spoed een nieuw paspoort aangevraagd en gekregen, aldus de verdachte (proces-verbaal regiezitting d.d. 23 augustus 2016, pagina 3). Daarmee geconfronteerd heeft de verdachte weliswaar ter terechtzitting in hoger beroep van 17 oktober 2018 verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode geen andere paspoorten had dan de beide overgelegde paspoorten en dat het paspoort dat hij was verloren later bij zijn moeder in Suriname is teruggevonden, maar dat is naar het oordeel van het hof tegenstrijdig met zijn hiervoor genoemde verklaring dat de verdachte in plaats van zijn zoekgeraakte paspoort een nieuw paspoort heeft gekregen (naar het hof moet aannemen: van de bevoegde autoriteiten).
of omstreeksde periode van
01 januari20 maart2001 tot en met
3111december 2003 te Rotterdam, meermalen,
althans eenmaal,
(telkens
) (meermalen):
/ofhouden van zijn, verdachtes, penis in de anus en/of mond van die [aangever].
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [aangever]
€ 8.000,00 (achtduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 8.000,00 (achtduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.