Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
in een gebouw, gelegen op/aan de [adres] (waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd).
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van 500 euro, subsidiair 10 dagen hechtenis, voor het wederrechtelijk binnendringen in een gebouw. De zaak werd terugverwezen door de Hoge Raad der Nederlanden na een eerdere uitspraak. Tijdens de ontruiming van een gekraakt pand werd de verdachte slapend aangetroffen in een caravan op het buitenterrein van het pand. Het hof oordeelde dat de caravan niet als onderdeel van het pand kan worden aangemerkt, waardoor niet bewezen kon worden dat de verdachte wederrechtelijk in het gebouw was binnengedrongen of daar had verbleven. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de politierechter zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis van de politierechter vernietigd, waarbij het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen.