Uitspraak
[appellant 1],
[appellant 2],
3.DE ANTILLEN ROUTE
4.VERPLAATSING VAN DE VENNOOTSCHAP NAAR MALTA
5.VERGELIJKING VAN ALTERNATIEVEN
(…)
In januari 2000 overleg over een proefdividend en het vervolg."
van mening (…) dat de werkzaamheden
afstemming destijds geen optie was en dit destijds ook zo is besproken en dus
de procedure in eerste aanleg niet te licht is opgevat, doch de verwachting was dat de aanpak destijds voldoende zou zijn om de rechtbank te overtuigen. Gebleken is dat dit niet het geval is om welke reden nu - in onderling overleg met en op verzoek van u - alle registers worden opengetrokken, hetgeen tot aanzienlijke kosten heeft geleid en leidt; en
het geen reparatiewerk betreft. De advisering van destijds was scherp doch naar onze mening binnen de kaders van wet en jurisprudentie. Er is destijds echter nimmer enige garantie gegeven dat dit niet voor discussie vatbaar zou zijn en/of niet bestreden zou kunnen worden door de Belastingdienst/ Ministerie van Financiën.
)
worden afgezien van iedere schadeclaim jegens Mazars (…), ongeacht of de schadeclaim betrekking heeft op de procedures dan wel de advisering ten aanzien van één of meerdere van de voornoemde vennootschappen. (…)
Alle nota's van ons worden betaald, hetzelfde geldt voor de komende nota's en bij verlies behoud je de normaal geldende rechten van aansprakelijkstelling, (waarbij het jou uiteraard vrijstaat om te trachten via een procedure de betaalde nota's terug te claimen)OF
Je hoeft nu niet te betalen en bij verlies van de Malta-vennootschappen evenmin, maar dan verlangen wij daar tegenover dat er nu wordt afgezien van schadeclaims."
"we een sterke zaak hebben"en daarom de uitslag van de procedures
"met vertrouwen tegemoet"zien. Omdat [belastingadviseur] op dat moment niet meer in dienst was van Mazars, kan deze uitlating echter niet aan Mazars worden toegerekend.
"vertrouwen"en het
"volste vertrouwen in de goede afloop"uit de mail van 5 april 2013 zijn wat dat betreft overtuigender. Deze uitlatingen, in combinatie bezien, zijn naar het oordeel van het hof echter te weinig om de conclusie te rechtvaardigen dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Mazars zich op verjaring beroept. Dit betekent dat ook de vijfde grief faalt.