Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks25 juni 2015 te Rotterdam, in
of uiteen
(juweliers
)winkel gelegen aan de [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeningheeft weggenomen negen
(gouden
)kettingen,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan juwelierszaak [juewelierszaak],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en/of bedreiging met geweldtegen [aangeefster], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaadaan zichzelf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzijhet bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld
en/of welke bedreiging met geweldbestond
(en)uit het (met kracht)
rukken en/oftrekken van die kettingen
(van het bord)uit de handen van die [aangeefster].
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€750,00 (zevenhonderdvijftig euro).
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
2 (twee) maanden.