ECLI:NL:GHDHA:2018:2719

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2018
Publicatiedatum
16 oktober 2018
Zaaknummer
22-000189-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte met betrekking tot meerdere strafbare feiten en de invloed van een geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1984, was aangeklaagd voor meerdere strafbare feiten, waaronder vernieling, wederspannigheid en diefstal. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten lijdende was aan een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens, waardoor zij niet strafbaar kon worden gesteld. De verdachte was eerder in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van een van de ten laste gelegde feiten. Het hof heeft de bewezenverklaring van de overige feiten bevestigd, maar heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging op grond van haar geestelijke toestand. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn afgewezen, omdat de verdachte niet strafbaar werd verklaard.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000189-17
Parketnummers: 09-145463-16, 09-079851-16, 09-146413-16,
09-166339-16, 09-181616-16, 09-204365-16
en 09-220891-16
Datum uitspraak: 10 oktober 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 3 januari 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1984,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzittingen in hoger beroep van dit hof op 1 november 2017 en 26 september 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het bij dagvaarding met parketnummer 09-204365-16 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het bij dagvaardingen met de parketnummers 09-145463-16, 09-079851-16, 09-146413-16, 09-166339-16, 09-181616-16 en 09-220891-16 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met aftrek van voorarrest, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voorts is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en zijn schadevergoedings-maatregelen opgelegd als nader in het vonnis is vermeld.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van hetgeen aan haar bij dagvaarding onder parketnummer
09-204365-16 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en mitsdien mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – voor zover thans in hoger beroep nog aan de orde - ten laste hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen, waarvan de tekst hieronder is weergegeven. Het hof heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien. Het zal die nummering in dit arrest aanhouden.
1:
zij op of omstreeks 13 juli 2016 te Katwijk opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2:
zij op of omstreeks 13 juli 2016 te Katwijk, toen de aldaar dienstdoende ambtena(a)r(en), te weten [aangever 2] (brigadier van politie Eenheid Den Haag) en/of [aangever 3] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun(ner) bediening, te weten de noodhulp surveillance en/of het vastgrijpen en/of aanhouden van verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, zich door geweld en/of bedreiging met geweld heeft verzet tegen voornoemde ambtena(a)r(en), immers heeft zij, verdachte, nadat zij vastgepakt werd door die [aangever 2] om te voorkomen dat zij sigaretten uit haar tas zou pakken en/of zich niet bezig zou houden met haar tas maar met de aanhouding, (met kracht) tegen het (boven)been, althans het lichaam van die [aangever 2] getrapt en/of meerdere malen, althans eenmaal, haar nagels in de arm(en) van die [aangever 3] gezet en/of [aangever 3] meerdere malen, althans eenmaal gekrabd en/of geprobeerd die [aangever 3] te bijten, tengevolge waarvan die [aangever 3] enig lichamelijk letsel(meerder, althans een kras(sen) en een (bloedend) wond(je)) heeft bekomen;
3:
zij op of omstreeks 14 juli 2016 te Leiden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een paar sokken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (winkelbedrijf) Action Nederland B.V. (locatie: Langegracht 3-5), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4:
zij op of omstreeks 10 augustus 2016 te Broek, gemeente De Fryske Marren met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto en/of een of meerdere sleutels, in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] en/of [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5:
zij op of omstreeks 3 september 2016 te Leiden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één pak eierkoeken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] (gevestigd aan de [x]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
6:
zij op of omstreeks 29 oktober 2016 te Leiden in een besloten lokaal gelegen aan de [x] en in gebruik bij de Action, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte wederrechtelijk is binnengedrongen immers was haar, verdachte, met ingang van 15 juli 2016 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 12 maanden;
7:
zij in of omstreeks 12 april 2016 tot en met 14 april 2016 te Noordwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een reclamedoek/reclamezeil, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden van een meldplicht bij de reclassering en het volgen van een ambulante behandeling bij GGZ Rivierduinen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
zij op
of omstreeks13 juli 2016 te Katwijk opzettelijk en wederrechtelijk een ruit,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangever],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2:
zij op
of omstreeks13 juli 2016 te Katwijk, toen de aldaar dienstdoende ambtena
(a)r
(en
), te weten [aangever 2] (brigadier van politie Eenheid Den Haag) en
/of[aangever 3] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van
zijn/hun
(ner)bediening, te weten
denoodhulp surveillance en
/ofhet
vastgrijpen en/ofaanhouden van verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht,
in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit,zich door geweld
en/of bedreiging met geweldheeft verzet tegen voornoemde ambtena
(a)r
(en
), immers heeft zij, verdachte, nadat zij vastgepakt werd door die [aangever 2]
om te voorkomen dat zij sigaretten uit haar tas zou pakken en/of zich niet bezig zou houden met haar tas maar met de aanhouding,
(met kracht
)tegen het
(boven
)been
, althans het lichaamvan die [aangever 2] getrapt en
/ofmeerdere malen
, althans eenmaal,haar nagels in de arm
(en)van die [aangever 3] gezet en
/of[aangever 3] meerdere malen
, althans eenmaalgekrab
den
/ofgeprobeerd die [aangever 3] te bijten, ten gevolge waarvan die [aangever 3] enig lichamelijk letsel (meerdere
, althans eenkras
(sen
)en een
(bloedend
)wond
(je
)) heeft bekomen;
3:
zij op
of omstreeks14 juli 2016 te Leiden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een paar sokken,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
(winkelbedrijf
)Action Nederland B.V. (locatie: Langegracht 3-5)
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4:
zij op
of omstreeks10 augustus 2016 te Broek, gemeente De Fryske Marren, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto en
/ofeen
of meerderesleutel
s,
in elk geval enige goederen, geheel of ten deletoebehorende aan
[aangever 5] respectievelijk[aangever 4]
en/of [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5:
zij op
of omstreeks3 september 2016 te Leiden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één pak eierkoeken,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 6] (gevestigd aan de [x])
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
6:
zij op
of omstreeks29 oktober 2016 te Leiden in een besloten lokaal gelegen aan de [x] en in gebruik bij de Action
, althans bij een ander of anderen dan bij verdachtewederrechtelijk is binnengedrongen, immers was haar, verdachte, met ingang van 15 juli 2016 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 12 maanden;
7:
zij in
of omstreeksde periode van12 april 2016 tot en met 14 april 2016 te Noordwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
reclamedoek/reclamezeil,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 6]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 tot en met 7 bewezen verklaarde levert op:
1: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
2: wederspannigheid, terwijl het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben;

3.4, 5 en 7: diefstal, meermalen gepleegd;

6: in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
Strafbaarheid van de verdachte
De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten volledig ontoerekeningsvatbaar was en om die reden dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Omtrent de persoon van de verdachte heeft C.J.F. Kemperman, psychiater, op 16 februari 2018 in de onderhavige zaak gerapporteerd. De deskundige concludeert – kort en zakelijk weergegeven – dat ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten bij de verdachte sprake was van een manisch-psychotische episode met een verhoogde prikkelbaarheid, gestoorde realiteitstoetsing en impulsief antisociaal gedrag, waarbij de verdachte beperkt controle over haar gedrag lijkt te hebben gehad.
Gelet op de inhoud van het dossier, de uitgebreide verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep over haar ziekteverloop, het - afgezien van deze strafzaak - blanco strafblad van de verdachte en het genoemde psychiatrisch rapport van 16 februari 2018, acht het hof sterke aanwijzingen aanwezig dat de verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten lijdende was aan een zodanige ziekelijke stoornis van haar geestvermogens dat zij deze feiten onder invloed van deze stoornis heeft gepleegd en is het hof van oordeel dat deze feiten haar wegens die stoornis niet kunnen worden toegerekend.
De verdachte is derhalve ter zake van die bewezen verklaarde feiten niet strafbaar en moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Vorderingen tot schadevergoeding
1. In het onderhavige strafproces heeft [aangever 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 155,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 155,-.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging, zal het hof bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
2. In het onderhavige strafproces heeft [aangever 3] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 273,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 273,-.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging, zal het hof bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-204365-16 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en
ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]

Verklaart de benadeelde partij [aangever 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 3]

Verklaart de benadeelde partij [aangever 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Dit arrest is gewezen door mr. L.F. Gerretsen-Visser,
mr. M.C.R. Derkx en mr. H.P.Ch. van Dijk, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 oktober 2018.
Mr. M.C.R. Derkx is buiten staat dit arrest te ondertekenen.