Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/488647
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
de algehele schulden gelijkelijk te verdelen” (het hof begrijpt: te bepalen dat de man en de vrouw onderling ieder voor de helft van deze schulden draagplichtig zijn) en de man te veroordelen tot betaling aan de broer van € 14.169,00;
de resterende schuld aan de ING toe te bedelen”aan de man (het hof begrijpt: te bepalen dat de man deze schuld als eigen schuld voldoet);
4.De beoordeling
aan de broer, terwijl de stelling is dat
zowel de vrouw als de broeraflossingen hebben verricht. Ook is niet (op kenbare wijze) gespecificeerd wie welke aflossingen voor zijn of haar rekening heeft genomen. Evenmin is gesteld op welke grondslag de man jegens de broer gehouden zou zijn tot betaling.
€ 543,00(1 punt x € 543,00)