ECLI:NL:GHDHA:2018:2578
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende beheersbaarheid van psychosociale problematiek
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk was dat [appellante] de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou kunnen nakomen, mede gezien haar psychische problemen. De rechtbank concludeerde dat [appellante] al langere tijd kampt met psychische problematiek, die niet voldoende beheersbaar zou zijn.
In hoger beroep heeft [appellante] betoogd dat haar psychische problemen, met de hulp van haar behandelend psychiater en psycholoog, wel degelijk beheersbaar zijn en dat zij beschikt over een sociaal vangnet. Het hof heeft de argumenten van [appellante] beoordeeld aan de hand van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting. Het hof heeft daarbij verwezen naar de parlementaire geschiedenis van de Faillissementswet en de landelijke beoordelingscriteria voor toelating tot de schuldsaneringsregeling.
Het hof concludeert dat, ondanks de verklaringen van de behandelend psycholoog en psychiater, niet voldoende aannemelijk is geworden dat [appellante] op dit moment klaar is voor het doorlopen van het schuldsaneringstraject. Er is te veel onduidelijkheid over de beschikbaarheid van een sociaal vangnet en de effectiviteit van de geboden hulp. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank, waarbij het verzoek van [appellante] tot toelating tot de schuldsaneringsregeling is afgewezen.