ECLI:NL:GHDHA:2018:2531

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2018
Publicatiedatum
28 september 2018
Zaaknummer
22-000627-18
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van criminele herkomst van een fiets

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Turkije in 1974, was ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep gedetineerd. Het hof heeft het onderzoek gebaseerd op de stukken van de eerste aanleg en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep op 7 september 2018. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zou worden bevestigd, maar het hof kwam tot een andere conclusie.

De verdachte was eerder veroordeeld voor schuldheling van een fiets, die hij op of omstreeks 25 januari 2018 in 's-Gravenhage had verworven. De tenlastelegging stelde dat hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was voor deze aanname. Er ontbrak ander bewijs, zoals een aangifte van diefstal of een weggevijld framenummer, dat de criminele herkomst van de fiets kon aantonen.

Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij het ten laste gelegde had begaan. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken. Tevens is de teruggave van de in beslag genomen fiets aan de verdachte gelast. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000627-18
Parketnummer: 09-817167-18
Datum uitspraak: 21 september 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 6 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortejaar] 1974,
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde gedetineerd in de [PI].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 7 september 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde (schuldheling) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf dagen met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 januari 2018 te 's-Gravenhage, een goed, te weten een (zwarte) fiets (merk Static) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Anders dan de advocaat-generaal is het hof op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd.
Uit de potentiële bewijsmiddelen valt af te leiden dat de verdachte in de nacht van 25 januari 2018 een fiets bij zich had en op straat voor een zeer gering bedrag te koop aanbod, waarbij er geen sleutel in het open ringslot zat. De verdachte heeft daarover bij de politie verklaard dat hij de fiets enkele dagen eerder zo had gekregen van een bekende uit het daklozencircuit.
Daarmee wordt zijdelings steun geboden aan de aanname dat de fiets een criminele herkomst heeft. Ander bewijs daarvoor, bijvoorbeeld een aangifte waaruit blijkt dat de fiets is gestolen of een weggevijld framenummer, ontbreekt echter.
Het hof is daarom van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor het bestanddeel ‘dat het een door misdrijf verkregen goed betrof’.
Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van het hem ten laste gelegde.
Beslag
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet terug gegeven fiets van het merk Static, kleur zwart, zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een fiets van het merk Static, kleur zwart.
Dit arrest is gewezen door mr. T.B. Trotman,
mr. O.E.M. Leinarts en mr. J.J.H.M. van Gennip,
in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 september 2018.
Mr. J.J.H.M. van Gennip is buiten staat dit arrest te ondertekenen.