Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 23 mei 2017 te Rotterdam
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 23 mei 2017 te Rotterdam meermalen, althans éénmaal,
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van
1 januari 201519 augustus 2016tot en met 23 mei 2017 te Rotterdam
althans éénmaal,
aan zijn zorg toevertrouwendeminderjarige beneden de leeftijd van twaalf jaren,
althans zestien jaren,te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortejaar] 2007), handelingen heeft gepleegd die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, en
/ofbuiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk
(telkens)
/tegende anus en
/ofin de mond van die [slachtoffer] en
/of- vasthouden en
/ofaaien van de penis van die [slachtoffer] en
/of
/ofaftrekken van die [slachtoffer] en
/of
en/of bilspleet en
/of
;.
- Een Uitgebreid Advies van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 16 augustus 2018. Hierin is vermeld dat sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de seksualiteit en een achterstand van de sociaal-emotionele rijping. De verdachte ontvangt wekelijks individuele behandeling bij Fivoor. De Raad is van oordeel dat deze behandeling dient te worden voortgezet en dat de progressie hiervan door de jeugdreclassering moet worden gemonitord. Bij bewezenverklaring van het ten laste gelegde adviseert de Raad oplegging van een deels voorwaardelijke jeugddetentie, met de bijzondere voorwaarden van een behandelverplichting bij Fivoor, en een contactverbod met het slachtoffer en met jeugdreclasseringstoezicht.
- Een Gezinsplan d.d. 15 juni 2018, van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR), waarin is vermeld – zakelijk weergegeven - dat de verdachte met het oog op zijn seksuele en morele ontwikkeling gebaat is bij behandeling. Op het gebied van seksualiteit dient het één en ander voor hem nog duidelijk te worden (wensen, behoeften, triggers, grenzen). Hij moet op dit gebied leren zichzelf te beheersen c.q. anders te handelen dan tot nu toe. JBRR schat in dat de kans op recidive laag is en adviseert bij bewezenverklaring aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen onder de voorwaarden van – kort gezegd – een behandelverplichting bij Fivoor, meewerken aan (jeugd)reclasseringstoezicht, een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod voor zijn woonadres of de plekken waar hij zijn vrije tijd doorbrengt.
BESLISSING
niet bewezendat de verdachte het
onder 1ten laste gelegde heeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij.
163 (honderddrieënzestig) dagen.
90 (negentig) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 6.254,64 (zesduizend tweehonderdvierenvijftig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 1.254,64 (duizend tweehonderdvierenvijftig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 6.254,64 (zesduizend tweehonderdvierenvijftig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 1.254,64 (duizend tweehonderdvierenvijftig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.