ECLI:NL:GHDHA:2018:2529

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2018
Publicatiedatum
28 september 2018
Zaaknummer
22-003608-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens belediging van een politieambtenaar tijdens de uitoefening van zijn functie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1978, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,- voor belediging van een politieambtenaar en vernieling van eigendommen van de politie. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis zou worden bevestigd, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte van de vernieling vrijgesproken moet worden. Het hof heeft vastgesteld dat niet bewezen kon worden dat de verdachte het doorgeefluik van de celdeur had beschadigd. Wel is bewezen dat de verdachte de politieambtenaar beledigd heeft door hem kwetsende woorden toe te voegen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 200,- of 4 dagen hechtenis, en de vordering van de benadeelde partij, Politie Eenheid Den Haag, tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van de belediging en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003608-17
Parketnummer: 09-091870-17
Datum uitspraak: 24 augustus 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 7 augustus 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1978,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 10 augustus 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,-, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 21 mei 2017 te 's-Gravenhage opzettelijk een ambtenaar, [aangever], hoofdagent van Politie Eenheid Den Haag, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Met je kanker moeder! Met je pedofiele kanker vader!", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2:
hij op of omstreeks 21 mei 2017 te 's-Gravenhage opzettelijk en wederrechtelijk (het doorgeefluik van) een celdeur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan Politie Den Haag toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door tegen die celdeur te slaan en/of schoppen).
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd onder toevoeging van de aanvullende processen-verbaal aan de bewijsmiddelen voor feit 1.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig zijn overgelegde pleitaantekeningen - op het standpunt gesteld dat de verdachte van de ten laste gelegde vernieling dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg erkend tegen de deur van zijn cel te hebben getrapt, met blote voet. Echter, niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte ook tegen het luikje heeft geschopt en - als dat al het geval zou zijn geweest - dat hij door te schoppen een – stalen - doorgeefluikje zou hebben beschadigd, dan wel dat daar zijn (voorwaardelijk) opzet op was gericht.
Naar het oordeel van het hof kan op basis van het verhandelde ter terechtzitting en de inhoud van het dossier niet worden vastgesteld dat het doorgeefluikje door de verdachte is beschadigd, vernield of onbruikbaar gemaakt. Derhalve is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op
of omstreeks21 mei 2017 te 's-Gravenhage opzettelijk een ambtenaar, [aangever], hoofdagent van Politie Eenheid Den Haag, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Met je kanker moeder! Met je pedofiele kanker vader!"
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft een politieambtenaar die zijn werk uitoefende, beledigd. Zodoende heeft hij deze ambtenaar in zijn eer en goede naam aangerand en ervan blijk gegeven geen respect te hebben voor het openbaar gezag.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 19 juli 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van andersoortige strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte een passende en geboden reactie vormt. Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Vordering tot schadevergoeding Politie Eenheid Den Haag
In het onderhavige strafproces heeft Politie Eenheid Den Haag zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 304,55.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag € 304,55.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder 2 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24c, 63, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij Politie Eenheid Den Haag

Verklaart de benadeelde partij Politie Eenheid Den Haag niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein, mr. C.H.M. Royakkers en mr. A.M. Zwaneveld, in bijzijn van de griffier mr. M.S. Ferenczy.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 augustus 2018.
Mr. A.M. Zwaneveld is buiten staat dit arrest te ondertekenen.