Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.[appellant 1],
3. Tellus Holding B.V.,
Move4U Solutions B.V.,
Move4U Solutions B.V.,
1.Boston Management B.V.,
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding
- i) Op 26 juli 2013 hebben Tellus Holding en haar moedermaatschappij Fenna enerzijds en Move4U en haar moedermaatschappij Raedarius Holding B.V. (hierna: Raedarius) anderzijds een
- ii) De bedoeling van de samenwerking was – kort gezegd – dat Tellus Holding de via haar websites aangevraagde verhuizingen zou doorgeleiden naar Move4U. Move4U maakt onderdeel uit van een organisatie die is gespecialiseerd in het verzorgen van internationale verhuizingen. Move4U zou vervolgens een marktconforme offerte (laten) uitbrengen opdat zij (of een door haar ingeschakelde onderneming) de verhuizing daadwerkelijk zou kunnen uitvoeren. De opbrengst zou volgens een bepaalde sleutel worden verdeeld tussen partijen. In een bijlage bij de intentieovereenkomst hebben partijen prognoses opgenomen voor het aantal verhuizingen dat op die manier zou kunnen worden aangebracht en uitgevoerd.
- iii) Op 26 juli 2013 hebben de hiervoor genoemde partijen ook een
- iv) Bij
- v) In oktober 2013 hebben de vier hiervoor genoemde partijen een
- vi) In de samenwerkingsovereenkomst is de “aanbrengverplichting” ter zake van het doorgeleiden van de via de website van Tellus Holding aangevraagde verhuizingen naar Move4U en de “uitvoeringsverplichting” ter zake van het uitvoeren door Move4U van de aangebrachte verhuizingen nader vastgelegd. Verder omschrijft deze overeenkomst de overige wederzijdse verplichtingen. Een van die verplichtingen was dat Tellus Holding de domeinnaam
- vii) Tellus Holding had verschillende dochtermaatschappijen, waaronder Domain Service Rotterdam B.V. (hierna: DSR). In DSR was een groot aantal domeinnamen ondergebracht. Eind 2012 ging het om ongeveer 31.000 namen. Deze namen stonden (mede) ten dienste van Tellus B.V., de centrale werkmaatschappij van de Tellus-groep.
- viii) Tellus B.V. maakte bij haar werkzaamheden gebruik van (een deel van) de bij DSR ondergebrachte domeinnamen. Zij betaalde DSR een vergoeding, die DSR vervolgens gebruikte om de kosten van de noodzakelijke periodieke verlenging van de registraties te voldoen.
- ix) Met behulp van de domeinnamen genereerde Tellus B.V. op internet
- x) Tellus B.V. was voor haar bedrijfsvoering afhankelijk van Google, met wie zij een langlopende contractuele relatie had. Tellus B.V. was voor de dienstverlening van Google maandelijks een aanzienlijk bedrag aan Google verschuldigd. Eind augustus 2013 heeft Google te kennen gegeven dat haar facturen voortaan tijdig diende te worden voldaan, dat wil zeggen binnen de overeengekomen termijn van dertig dagen. Tellus B.V. betaalde de facturen van Google wel, maar niet steeds volledig binnen de dertig dagen termijn: eind augustus 2013 stond er nog ongeveer € 300.000,- open van de factuur van juli 2013 (die ongeveer € 900.000,- had bedragen).
- xi) Google heeft eind september 2013, toen Tellus B.V. wederom niet in staat bleek de factuur tijdig te voldoen, al het dataverkeer over de domeinnamen die Tellus B.V. gebruikte, met onmiddellijke ingang geblokkeerd. Begin oktober 2013 was de openstaande vordering van Google opgelopen tot circa € 2,3 miljoen. Google gaf te kennen dat zij deze zogenoemde ‘ban’ (hierna ook: “de Google-ban’) pas weer zou opheffen na betaling van deze vordering. Kort na de Google-ban heeft de Rabobank het groepskrediet van de Tellus-groep opgezegd en heeft zij alle rekeningen in de cash pool van de Tellus-groep bevroren.
- xii) In oktober 2013 is Close the Deal BV. (hierna: CTD) opgericht. Boston is zowel bestuurder van CTD als van Washington. [appellant 1] was bestuurder van Boston. Hij is verder bestuurder van de STAK en enig certificaathouder van de door de STAK gehouden aandelen in Boston en Washington.
- xiii) Verder is in oktober 2013 de debiteurenincasso van Tellus Holding overgedragen aan Global Factoring, een vennootschap van [persoon 2]. [persoon 2] heeft op 21 november 2013 de Stichting SaveUs opgericht. Kort daarop heeft SaveUs alle aandelen in Tellus B.V. gekocht van Tellus Holding voor een bedrag van € 1,-.
- xiv) Tellus B.V. is op 3 december 2013 door de Rechtbank Rotterdam failliet verklaard, met aanstelling van mr. J.G. Princen als curator.
- xv) Op verzoek van mr. Princen is Fenna bij vonnis van 19 december 2013 failliet verklaard, met benoeming van mr. M. Windt als curator. Bij arrest van 11 februari 2014 heeft dit hof dit vonnis echter vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring alsnog afgewezen.
- xvi) Bij brief van 18 december 2013 aan [appellanten] heeft Move4U de koop en aandelenoverdracht van 6 augustus 2013 vernietigd op grond van bedrog en/of dwaling en terugbetaling gevorderd van de door haar betaalde geldsom van € 500.000,-. Move4U heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd:
- xvii) Bij brief van 31 januari 2014 hebben [appellanten] Move4U aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijden als gevolg van toerekenbare tekortkomingen door Move4U in de nakoming van de intentieovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst. Zij hebben in die brief voorts betwist dat zij bij het aangaan van de overeenkomsten belangrijke informatie over de debiteurenportefeuille en over Google hebben achtergehouden.
- xviii) Tellus Holding heeft de aandelen in DSR overgedragen aan Washington zonder noemenswaardige betaling daarvoor door Washington. Sinds 22 juni 2015 is Washington houder van het volledige aandelenkapitaal van DSR.
- xix) Tellus Holding is op 23 september 2015 ontbonden. Fenna is de vereffenaar van het vermogen van de ontbonden vennootschap.
- xx) Move4U heeft in december 2015 conservatoir (derden)beslag laten leggen onder [appellanten] en Boston c.s.
dezeprocedure heeft bij zijn bezwaren tegen het inschakelen van mr. De Kraker, ziet het hof geen aanleiding om inhoudelijk hierop in te gaan.
3.Beoordeling van het hoger beroep in de zaak 200.215.387/01
grieven I en II in principaal appelbestrijden [appellanten] het oordeel van de rechtbank dat Fenna en Tellus Holding hebben berust in de vernietiging van de koop en aandelenoverdracht. Zij voeren aan dat zij onder meer in de brief van 31 januari 2014 (zie hiervoor 2.2 onder (xvii)) hebben betwist dat er een grond is voor vernietiging van die overeenkomst.
niethebben erkend. Daar doet niet aan af dat [appellanten] zich ook op het standpunt hebben gesteld dat Move4U als gevolg van de vernietiging van de Transactie geen aanspraak meer kan maken op de aandelen en de daaraan verbonden aandeelhoudersrechten, zoals [appellant 1] in de brief van 19 september 2014 schrijft. In diezelfde brief worden de gronden voor vernietiging immers nogmaals uitdrukkelijk betwist. In de kern blijkt uit die brief dat [appellanten] zich niet wensen neer te leggen bij de vernietiging van de Transactie, maar dat zolang Move4U aan de vernietiging blijft vasthouden, [appellanten] niet zullen meewerken aan verzoeken van Move4U die erop zijn gebaseerd dat de Transactie
nietis vernietigd. Move4U kan daaraan echter niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat [appellanten] zich bij de vernietiging hebben neergelegd.
] zou volgens [appellant 1] en de accountant van Tellus B.V. zijn ontstaan doordat Google op 30 augustus 2013 plotseling en onverwacht Tellus B.V. strikt aan de betalingstermijn is gaan houden en, toen betaling uitbleef, de dienstverlening heeft stopgezet, wat Tellus B.V. fataal is geweest. (…)
[appellant 1] and – if present – financial staff to me.
Tellus B.V. owed about € 1.5 million every month to Google.
Tellus B.V. had a payment term of 30 days. Tellus B.V. was collecting from its clients with a 30 days payment term (and Tellus B.V. had already collecting problems) and had no cash reserve, so that it depended on the time gap before its payments to Google.
Following payment delays by Tellus B.V., Google put pressure on Tellus B.V., insisting that Tellus B.V. should pay in time. Google interrupted the services partially at certain points in time.
This was a continuous concern, which made us work day and night and led to recurring discussions between Google and Tellus B.V., in which Tellus B.V. tried to convince Google to continue service for some further time on the basis of partial payments. I also remember having been present at two meetings with Google officials whom I informed about the sales activities, which were positive.
In August 2013, Google refused to continue the service unless Tellus B.V. would pay its latest invoices in time. Tellus B.V. could not pay. Service was suspended and this eventually caused the bankruptcy of Tellus B.V.”
going-concernverklaring afgegeven bij de geconsolideerde jaarrekening van Tellus Holding over 2012. Dit impliceert dat de verklaringen van de oud-werknemers onwaar zijn. [appellanten] hebben bewijs aangeboden van hun stelling dat Tellus geen voorafgaande waarschuwing van Google heeft ontvangen (nr. 2.80 conclusie van dupliek).
cash flow management’ van de Tellus-groep.
cash flow management’. Ook is niet gebleken dat Tellus B.V. zich – na de eerste aankondiging van het strikt toepassen van de betalingstermijn eind augustus 2013 – tegenover Google zou hebben beroepen op een bestaande afspraak daarover.
voor KPMGniet voorzienbaar was dat Google kort na de afgifte van de goedkeurende verklaring de betalingstermijn strak zou gaan hanteren. Het hof verwerpt ook de stelling van [appellanten] dat de oud-medewerkers die de verklaringen hebben afgelegd, niet weten waar zij het over hebben omdat zij niet de beschikking zouden hebben gehad over de relevante informatie. In hun schriftelijke verklaringen lichten de medewerkers concreet toe op welke wijze zij aan hun wetenschap komen; [appellanten] hebben die toelichtingen onvoldoende concreet weersproken. Ook de stelling dat het (enkel) gaat om rancuneuze oud-werknemers, die (zo begrijpt het hof) om die reden onjuiste verklaringen hebben afgelegd, hebben [appellanten] onvoldoende concreet onderbouwd. Het hof is dan ook van oordeel dat onvoldoende aanleiding bestaat om aan de juistheid van de verklaringen te twijfelen. Daarbij betrekt het hof dat de verklaringen een (vrij) consistent beeld geven van de gang van zaken rondom Google.
cash flow management’ een breed geaccepteerd financieringsinstrument is, dat Move4U wist dat Google een ‘dwangcrediteur’ was voor Tellus B.V. en dat Move4U wist of kon weten dat Tellus B.V. met ‘
cash flow management’ werkte om haar crediteuren te betalen (dupliek 2.74). De uiteindelijke beslissing om in de Tellus-groep te investeren is uitsluitend gebaseerd op het feit dat een senior partner van KPMG, met wie [persoon 1] goed bevriend was, betrokken was bij de Tellus-groep. [persoon 1] is volledig op hem afgegaan en heeft om die reden afgezien van een
due diligence-onderzoek. Dat Move4U geen nader onderzoek heeft gedaan, moet dan ook volledig voor rekening van Move4U blijven (dupliek 2.84). Bovendien, zo begrijpt het hof, was er ten tijde van het sluiten van de Transactie geen betalingsachterstand bij Google en hoefde de koopsom van € 500.000,- dus niet te worden aangewend om de achterstand in te lopen (2.78 dupliek); dat er geen grote financiële problemen waren blijkt ook uit de
going-concernverklaring van KPMG, aldus [appellanten]
cash flow management’ beleid en ook niet over het feit dat dat beleid werd toegepast bij de periodieke betalingen aan Google. De kern van het verwijt aan het adres van [appellanten] is dat Move4U niet erover is geïnformeerd dat Google de uitgestelde betalingen weliswaar gedoogde, maar – in ieder geval sinds begin 2013 – niet langer accepteerde. Die omstandigheid was voor Move4U ook niet kenbaar uit de financiële rapportages van KPMG, omdat KPMG (naar deze in de tuchtprocedure heeft aangevoerd) niet anders wist dan dat Google hiermee akkoord ging. Voor zover [appellanten] zich op de wetenschap van KPMG beroepen, had het op hun weg gelegen om nader toe te lichten hoe KPMG aan de wetenschap kwam dat Google overschrijding van de betalingstermijn accepteerde. Uit de stukken blijkt ook dat het voor het voortbestaan van Tellus B.V. essentieel was dat dit betalingsbeleid kon worden voortgezet. [appellanten] hadden dan ook voorafgaand aan het sluiten van de Transactie openheid van zaken moeten geven over de (aangescherpte) eisen die Google stelde. De enkele omstandigheid dat er op het moment van sluiten van de Transactie (tijdelijk) geen betalingsachterstand was, doet daar niet aan af, daar het voorzienbaar was dat er binnen afzienbare tijd een nieuwe factuur zou worden ontvangen, waarvan bepaald niet zeker was dat deze op tijd zou kunnen worden betaald.
leadsreageerde en te hoge prijzen offreerde. De
Sales Forecast 1.0die Move4U heeft ondertekend, kon daardoor niet worden gehaald. [appellanten] wijzen erop dat de samenwerking feitelijk al in juli 2013 was begonnen en dat in die maand ook al
leadswerden aangeleverd, waarmee Move4U vrijwel niets deed (nr. 2.88 conclusie van dupliek).
leadsvan Tellus B.V. slechts in een betrekkelijk gering aantal gevallen hebben geleid tot daadwerkelijke verhuisopdrachten en dat als gevolg hiervan tot en met 27 september 2013 aanzienlijke inkomsten zijn misgelopen. Maar [appellanten] hebben onvoldoende toegelicht waarom dit (in overwegende mate) te wijten is aan handelen of nalaten van Move4U. Zij voeren slechts aan dat andere verhuisbedrijven wel snel reageerden en betere prijzen offreerden. Gesteld noch gebleken is dat Move4U in die periode op dit tekortschieten is aangesproken. Daarbij betrekt het hof dat de
Sales Forecast 1.0slechts prognoses waren. Reeds om die reden gaat dit verweer van [appellanten] niet op. Het bewijsaanbod in nr. 5.2 en 5.3 van de conclusie van antwoord in conventie wordt gepasseerd, omdat [appellanten] hun stellingen over het tekortschieten van Move4U onvoldoende hebben geconcretiseerd.
irrecoverable debts’ en kosten zou de winst voor belasting € 947.000.000,- bedragen (per 31 juli 2013). Volgens Move4U was deze mededeling niet juist. De curator, mr. Princen, heeft namelijk gerapporteerd dat er ten tijde van het faillissement een nominale debiteurenpost was van € 6,3 miljoen en dat er vanwege een voorziening een inbare debiteurenpost in de boeken stond voor € 4,2 miljoen. Echter, volgens Move4U heeft Global Factoring van dit laatste bedrag slechts € 27.000,- kunnen incasseren. De omzet tot en met juli 2013 had dus niet op € 16 miljoen, maar op € 12 miljoen moeten worden gesteld. En daarmee was geen sprake van een winst van (bijna) € 1 miljoen, maar van een verlies van (ongeveer) € 3 miljoen.
leadsgegenereerd op basis van postcodegebied, dat wil zeggen dat klanten van Tellus (de ondernemers) alleen
leadsnaar potentiele opdrachtgevers in hun postcodegebied ontvingen. Daarmee liepen de ondernemers soms potentiele opdrachtgevers mis, namelijk als deze niet in het desbetreffende postcodegebied waren gevestigd, maar wel – geografisch – dichtbij woonden. Het project Radius-project hield kort gezegd in dat gebied voor de ondernemers werd uitgebreid. Omdat het ging om een nieuw project kan het wel eens zijn voorgekomen dat klanten van Tellus B.V.
leadskregen die niet passend waren, maar dat maakt deze wijze van handelen nog niet onrechtmatig. [appellanten] betwisten ook dat er in juli 2013 sprake is geweest van het reactiveren van oude klanten om zodoende de omzet kunstmatig te verhogen. Het softwaresysteem van Tellus B.V. selecteerde alleen betalende klanten met een lopend contract voor de levering van leads. Door KPMG is in 2013 nog vastgesteld dat de interne processen goed scoorden en dat er geen onregelmatigheden in de leads-software waren. (Zie nrs. 2.57 e.v. conclusie van dupliek).
in 2.3 onder Bweergegeven vordering van Move4U dat de Transactie alsnog in rechte wordt vernietigd, alsmede dat voor recht wordt verklaard dat dientengevolge ook de overdracht van de Move4U activa en de samenwerkingsovereenkomst van 15 augustus 2013 zijn vernietigd. Het hof verstaat deze vordering aldus dat Move4U vordert dat niet alleen de Transactie van 6 augustus 2013, maar ook de inbrengovereenkomst van 26 juli 2013 (inzake de overdracht van de Move4U activa) en de samenwerkingsovereenkomst van 15 augustus 2013 worden vernietigd. [appellanten] hebben – terecht – niet betwist dat als het hof tot de conclusie zou komen dat de “Google-kwestie” dwaling oplevert ter zake van de Transactie, dit ook geldt voor de beide andere overeenkomsten, zodat deze ook vernietigd moeten worden. De overeenkomsten hangen immers dermate nauw met elkaar samen, dat moet worden aangenomen dat Move4U ook deze overeenkomsten niet was aangegaan.
in 2.3 onder C, behoeft geen bespreking meer, omdat de voorwaarde waaronder deze is ingesteld, niet is vervuld. Datzelfde geldt voor de vordering
in 2.3 onder E.
in 2.4 onder Aweergegeven, inhoudend dat Move4U wordt veroordeeld tot betaling van gederfde winst en geleden verlies als gevolg van het feit dat Move4U de samenwerkingsovereenkomst niet is nagekomen en wegens het feit dat Move4U zich de Move4U Activa heeft toegeëigend, waarop
grief IV in principaal appelziet, is niet toewijsbaar omdat de samenwerkingsovereenkomst is vernietigd.
in 2.4 onder Bberust op onrechtmatige daad en is dus niet rechtstreeks afhankelijk van het bestaan van de Transactie en de daarmee samenhangende overeenkomsten. Met dien verstande dat voor zover het onrechtmatig handelen van Move4U eruit zou bestaan dat Move4U zonder recht of titel de Move4U activa uit Tellus Holding zijn heeft weggenomen, dit erop is gebaseerd dat de Move4U Activa eigendom van Tellus zijn. Echter, nu (ook) de inbrengovereenkomst is vernietigd, moet – zoals de rechtbank in rov. 4.37 heeft geoordeeld – worden aangenomen dat de Move4U activa steeds eigendom van Move4U zijn gebleven. In zoverre kan de vordering uit onrechtmatige daad niet worden toegewezen.
in 2.3 onder Ddan ook (terecht) toegewezen
ten aanzien van Tellus Holding. Dat oordeel is in hoger beroep op zichzelf niet bestreden.
2.3 onder Dtot betaling van € 500.000,- ten onrechte is toegewezen.
going concern. Echter, het betreft een grote hoeveelheid namen en de rechtbank is van oordeel dat het niet aannemelijk is dat zij alle in korte tijd zijn vervallen. Bovendien is heel wel denkbaar dat de domeinnamen, al dan niet na betaling van de registratiekosten, opnieuw worden geregistreerd. Ook een ban van Google op de domeinnamen kan – naar de rechtbank aanneemt – worden opgeheven door de achterstallige facturen van Google te betalen.
best practices– terughoudend zal hebben opgesteld en zal hebben getracht zo min mogelijk kosten voor de boedel te maken, ook als het gaat om een onderzoek naar de verkoopbaarheid van DSR. Tot slot acht het hof van belang dat [appellanten] ook geen stukken hebben overgelegd waarmee zij hun stelling omtrent de waarde van DSR onderbouwen.
grief I in incidenteel appelklaagt Move4U dat de rechtbank ten onterechte niet ook Fenna heeft veroordeeld tot betaling van € 500.000,-. Move4U licht toe dat Fenna de directe bestuurder van Tellus was en dat Fenna op haar beurt werd bestuurd door [appellant 1]. Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant 1] een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt in zijn hoedanigheid van indirect bestuurder, moet worden aangenomen dat voor Fenna als rechtstreeks bestuurder hetzelfde geldt.
4.Beoordeling van het hoger beroep in de zaak 200.215.384/01
in 2.3. onder D ten aanzien van Boston en Washington. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen omdat – kort gezegd – Move4U deze niet voldoende had onderbouwd. De (enige) grief van Move4U is gericht tegen deze afwijzing.
“krachtens welke de aandelen van [DSR] door Tellus Holding (…) op of omstreeks 22 juni 2015 aan Washington (…) zijn overgedragen”vernietigt. Verder heeft Move4U aangevoerd – kort gezegd – dat het onrechtmatig handelen van Boston c.s. erin bestaat dat zij actief hebben meegewerkt aan het frustreren van de terugbetaling van voornoemd bedrag van € 500.000,-. Boston c.s. hebben op 22 juni 2015 eraan meegewerkt dat de aandelen DSR – de enige dochtermaatschappij van Tellus Holding die nog enige waarde vertegenwoordigde – zonder enige noemenswaardige betaling uit de Tellus-groep aan Washington werden overgedragen, hoewel zij wisten dat zij daarmee Move4U benadeelden. Immers, [appellant 1] was niet alleen (indirect) DGA van Tellus Holding, maar ook van Boston c.s.