ECLI:NL:GHDHA:2018:2423

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 september 2018
Publicatiedatum
19 september 2018
Zaaknummer
2200047618
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake winkeldiefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag, dat op 2 februari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1996 en thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 dagen, met aftrek van voorarrest, voor het stelen van een potje haargel uit een winkel in 's-Gravenhage. De tenlastelegging betrof het wegnemen van een goed dat toebehoorde aan een winkelbedrijf, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Tijdens de behandeling in hoger beroep op 5 september 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om vernietiging van het vonnis waarvan beroep en een bevestiging van de straf. Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht, inclusief de argumenten van de verdachte en zijn advocaat. Na het horen van de vordering en de verdediging heeft het hof geconcludeerd dat de behandeling in hoger beroep niet heeft geleid tot andere overwegingen dan die van de eerste rechter.

Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te bevestigen, wat betekent dat de eerdere veroordeling van de verdachte in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof op 19 september 2018, en is ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000476-18
Parketnummer: 09-817224-18
Datum uitspraak: 19 september 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 2 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [plaats] (Marokko) op [dag] 1996,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 5 september 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het aan hem ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 01 februari 2018 te 's-Gravenhage een potje haargel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [winkelbedrijf], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het aan hem ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter. Het vonnis waarvan beroep dient derhalve te worden bevestigd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. E. van Die,
mr. Chr.A. Baardman en mr. H.P.Ch. van Dijk, in bijzijn van de griffier mr. M.T. Sluis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 19 september 2018.