ECLI:NL:GHDHA:2018:2278

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
18 september 2018
Publicatiedatum
6 september 2018
Zaaknummer
200.240.800-01T
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident in hoger beroep over vordering tot overlegging van storingsregistratie warmtelevering in huurzaak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Relax Makelaars B.V. inzake een vordering tot overlegging van de storingsregistratie van de warmtelevering in een huurappartement. [appellant] heeft het appartement gehuurd vanaf 1 september 2016 en heeft herhaaldelijk geklaagd over het niet functioneren van de verwarming. De kantonrechter heeft de vordering van [appellant] afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de problemen met de verwarming verband hielden met de warmtelevering en niet met de binneninstallatie.

[appellant] heeft in hoger beroep verzocht om de storingsregistratie van de warmtelevering over de periode van 20 mei 2017 tot 19 september 2017, maar het hof heeft deze vordering afgewezen. Het hof overweegt dat de Warmtewet herzien wordt, waardoor de samenloop met het huurrecht problematisch is. Het hof stelt dat [appellant] als huurder geen recht heeft op de gevorderde compensatie, maar mogelijk wel op schadevergoeding of huurprijsvermindering.

Het hof wijst de vordering af en verwijst de zaak naar de rol voor memorie van grieven. De beslissing is genomen door de rechters A. Dupain, M.A.F. Tan-de Sonnaville en G. Dulek-Schermers en is uitgesproken op 18 september 2018.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.240.800/01 (843a Rv-incident)
Zaak- /rolnummer rechtbank : 6390255 RL EXPL 17-25726
Arrest van 18 september 2018
in de zaak met bovenvermeld zaaknummer van:
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
eiser in het incident,
nader te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. A.I.J. Roorda-Visser,
tegen:
RELAX MAKELAARS B.V.,
gevestigd re Rijswijk,
geïntimeerde,
verweerster in het incident,
hierna te noemen: Relax Makelaars,
in hoger beroep niet verschenen, verstek verleend.
Het geding
Bij exploot van 4 juni 2018 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het door de kantonrechter in de rechtbank Den Haag (hierna: de kantonrechter) tussen partijen gewezen vonnis van 15 maart 2018. Vervolgens is de zaak op 19 juni 2018 aangebracht en is tegen Relax Makelaars verstek verleend. Hierna heeft [appellant] een incidentele memorie tot overlegging bescheiden ex artikel 843a Rv (met producties) genomen. Daarna is arrest in het incident bepaald.
Beoordeling van het incident ex artikel 843a Rv

De feiten

[appellant] heeft (als student) met ingang van 1 september 2016 het (eenpersoons) appartement aan de [de woning] te [plaats] (hiema ook: de woning) gehuurd tegen een maandelijkse huurprijs van € 650,- (inclusief). Het appartement is gelegen in een gebouw met in totaal 16 appartementen en wordt verwarmd door middel van blokverwarming. Partijen in de schriftelijke huurovereenkomst zijn Relax Makelaars als verhuurder en [appellant] als huurder (‘tenant’).
Dit huurbedrag is opgebouwd uit:
- € 500 (basis huur)
- € 60 (voorzieningen en service, zoals gebruik en onderhoud van
boiler en centrale verwarming)
- € 90 (huur voor apparaten, zoals oven, magnetron, boiler e.d.)
Voor het verbruik van energie ten behoeve van de centrale verwarming betaalt [appellant] een, achteraf op basis van werkelijk verbruik te verrekenen, voorschot van € 40,- per maand.
Op of omstreeks 20 mei 2017 heeft [appellant] een mail aan Relax Makelaars gestuurd met de volgende inhoud;
''The heating does not work of all the tenants of the [adres] . Can you fix this?''Op of omstreeks 12 juli 2017 heeft hij geschreven;
"But the heating still don’t work for a number of tenants. (....)".Ook bij berichten van 18 augustus 2017 en 5 september 2017 heeft [appellant] zich tot Relax gewend met berichten omtrent het niet functionerende "heating system".
Op 12 juli 2017 heeft Relax aan [appellant] geschreven:
"for the heating system, i already send the email and the worker also checked, I will push them and send email again. But for the compensation, actually nobody using the heating system in the summer, it's cannot be an influence for living conditions. and 40 euros is just for predication for the tenants using, if you use more, u also have to pay us back, if u use less we will give back (.....)"
Op 22 september 2017 heeft Relax aan [appellant] geschreven:
"the hating system already been fixed since Tuesday, all the radiator works good now, just let u know . hope u use well."
In een aan Relax gerichte brief van 1 februari 2018 afkomstig van [naam bedrijf] B.V., aannemers-, loodgieters- en installatiebedrijf (hierna de BV), in welke brief gesteld wordt dat de BV het onderhoud van de CV ketel aan de [adres] [nummer] te [plaats] verricht, is onder meer het volgend vermeld:
"Wij hebben nooit de C.V.-ketel uitgezet en hebben hier ook nooit opdracht toe gekregen. Wel heeft de ketel een aantal keer een storing gehad. Die werd dan echter dezelfde dag of uiterlijk de dag daarop door een monteur van ons verholpen. Aangezien het een vrij nieuwe ketel met bijbehorend systeem is, komt het wel vaker voor dat er lucht in het systeem zit en dat de ketel ontlucht moet worden. Echter, dan zit niet het hele gebouw in de kou. Ook uw huurder had alleen uitval in de badkamer. De radiator in het appartement was gewoon nog warm. Wij hebben diverse malen het appartement van uw huurder [woning appellant] gecontroleerd. (…) In de periode mei t/m september is er een aantal keer een storing geweest en hier hebben wij altijd onmiddellijk op gereageerd. (...) de C.V. is namelijk nooit uitgezet!!! Uiteindelijk is wel half september 2017 een pomp vervangen waardoor het probleem helemaal was opgelost. (...)"
De huurders van [adres] [nummer+A] en [nummer+K] hebben schriftelijk verklaard dat zij in de betreffende periode geen problemen met de verwarming hebben gehad. Ook de bewoner van [nummer+N] die daar op 1 juli 2017 is komen wonen, heeft verklaard die zomer geen problemen met de verwarming te hebben gehad.
De BV heeft bij brief van 24 juli 2018 (productie 3 bij de incidentele memorie) als volgt geschreven:
“Beschrijving:Naar aanleiding van uw vraag m.b.t. de werkzaamheden die gedaan zijn t.b.v. [woning appellant] het volgende:Wij hebben altijd direct gereageerd op meldingen. Meestal dezelfde dag maar hooguit de dag daarna.20-05-2017: verwarming in badkamer appartement [woning appellant] wordt niet heel warm. Bijgevuld middels voetventiel en ontlucht. Probleem opgelost.31-05-2017: Verwarming in de badkamer van [nummer] F, [woning appellant] en [nummer] N werkte niet. Dit hebben wij verholpen door het systeem middels het voetventiel bij te vullen en te ontluchten.22-06-2017: lekkage in badkamer Appartement [woning appellant] verholpen. De verwarming in de badkamer werkte naar behoren.12-07-2017: Systeem bijgevuld en ontlucht n.a.v. telefonisch doorgegeven klacht.7-8-2017: klacht doorgekregen dat de verwarming in appartement [woning appellant] niet werkte. Bijgevuld en ontlucht, probleem opgelost.4-9-2017: verwarming werkt niet in de badkamer van [woning appellant] , bijgevuld en ontlucht, probleem opgelost.”

Het geschil in eerste aanleg

10. [appellant] heeft onder meer van Relax Makelaars compensatie gevorderd krachtens de Warmtewet, te weten een bedrag van € 14.635,-- wegens onderbroken levering van warmte in de periode 20 mei 2017 tot 19 september 2017. De kantonrechter heeft deze vordering afgewezen, kort gezegd op grond van de overweging dat [appellant] te weinig heeft gesteld, in ieder geval niets over de oorzaak van de warmteonderbreking heeft gesteld, terwijl mede op grond van verklaringen van medehuurders bepaald niet vast staat dat deze ook problemen hebben gehad met de levering van warmte. Aldus kunnen de door [appellant] gestelde problemen zeer goed verband houden met de ‘binneninstallatie’. De leverancier is niet verplicht een financiële compensatie op grond van de Warmtewet uit te keren wanneer de oorzaak van de storing ligt bij de binneninstallatie. Nu aldus de mogelijkheid openblijft dat de problemen met de binneninstallatie te maken hadden, is er geen grond voor toekenning van compensatie op grond van de Warmtewet, aldus nog steeds de kantonrechter.
De incidentele vordering
10. [appellant] vordert veroordeling van Relax Makelaars om binnen twee dagen na het wijzen van het arrest aan Raijman, dan wel diens advocaat, over te leggen de storingsregistratie van de warmtelevering van het appartementencomplex [adres] [nummer+A] tot en met [nummer+R] te [plaats], althans de storingsregistratie van de warmtelevering aan het appartement [de woning] te [plaats], in de periode van 20 mei 2017 tot en met 19 september 2017, waaruit het tijdstip van aanvang van de storing, de oorzaak van de storing en het moment van het verhelpen van de storing volgt, zulks op straffe van een dwangsom, althans toewijzing van de incidentele vordering op de voet van artikel 843a lid 2 Rv dan wel op de voet van artikel 22 Rv door het hof te bepalen, met veroordeling van Relax Makelaars in de kosten van dit incident.
Beoordeling van de incidentele vordering
10. Het hof zal deze vordering afwijzen en overweegt daartoe als volgt.
Inmiddels wordt de sinds 2014 geldende Warmtewet herzien, omdat daarin knelpunten zijn gebleken die structurele aanpassing op korte termijn wenselijk maken (
MvT Tweede Kamer, vergaderjaar 2016–2017, 34 723, nr. 3). De herziening is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer en ligt nu bij de Eerste Kamer.
Samengevat is de strekking van de (thans relevante) wijziging dat de Warmtewet niet meer van toepassing zal zijn op warmteleveranciers die tevens verhuurder zijn. Achtergrond hiervan is dat de huidige Warmtewet leidt tot verwarrende en onwenselijke samenloop tussen bepalingen uit het huurrecht en de Warmtewet, terwijl de huurders op grond van bepalingen uit het huurrecht beschermd worden.
10. In het kader van het huurrecht heeft [appellant] als huurder geen recht op betaling door de verhuurder van het in dit geding door [appellant] gevorderde forfaitair berekende bedrag, maar heeft hij (onder bepaalde omstandigheden) recht op een schadevergoeding en/of een huurprijsvermindering die in verhouding staat tot de genotsvermindering door het gebrek.
10. Hier komt nog het volgende bij. [appellant] heeft (inmiddels) de beschikking over de storingsregistratie van de onderhoudsmonteur waarop de bij de monteur bekende storingen in de warmtelevering zijn vermeld (zie overweging 9). Daarnaast verdient aandacht dat, nog los van het feit dat Relax Makelaars ernstige storingen ontkent, het hof bij doorprocederen (in het kader van de devolutieve werking van het hoger beroep, ook ingeval van verstek) de weren in eerste aanleg moet beoordelen. In het kader hiervan zal, wanneer het hof daar aan toe komt, het beroep op matiging wegens de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid beoordeeld worden. Vooralsnog (voorlopig oordelend) ligt het in de rede ervan uit te gaan dat dit beroep tot zeer vergaande matiging zal leiden, mede nu de gestelde storingen zich in de zomermaanden hebben voorgedaan.
10. Het hof ziet in een en ander aanleiding om thans reeds op voornoemde wetswijziging te anticiperen en de gevorderde storingsregistratie af te wijzen.
10. Een proceskostenveroordeling is niet aan de orde nu Relax Makelaars verstek heeft laten gaan. Beslist zal worden als na te melden.

Beslissing in het incident

Het hof:
  • wijst af de vordering van [appellant] in het incident;
  • verwijst de zaak naar de rol van 30 oktober 2018 voor memorie van grieven.